Lossen op de Col de Néronne

Als ik ziek ben, kan ik me niet voorstellen dat ik ooit beter word. Echt geen flauw idee meer hoe het voelt om niet ziek te zijn.

Ik kan uitstekend ‘in het moment zijn’.

Hetzelfde gebeurt voor de televisie, kijkend naar een zwoegend peloton. Col de Néronne, vandaag. De weg loopt omhoog en plots wapperen ze er allemaal af.

Dunne schijt langs de dijen (vrij naar Alex Roeka).

Ook al ben ik niet zelden met het hol open een berg opgereden – sterker: zelden met gesloten hol – kan ik me er niets bij voorstellen. ‘Kom op, trappen’, hoor ik mezelf roepen. En: ‘Volhouden gast, nog maar 800 meter.’

Wie ooit 800 meter à 13 procent is opgereden, weet: ‘even’ is een pertinente leugen.

Het duurt een eeuwigheid, net als de hel.

Tegelijk: du moment dat je laat lopen, is alles prima. Vredig, in balans. ‘Ik heb mijn best gedaan, meer kan niet’. Dat gevoel.

Zennnn.

Gerrie Knetemann zei ooit (vrij naar ‘De Renner’): ‘Ze rijden van je weg en dat is het.’

Allemaal leuk en aardig, maar beetje makkelijk gezegd als je zelf op die fiets zit. Denk ook eens aan die arme tv-kijkers.

Bekijk ook

Marcel Janssen en het lange wachten: De Ronde van Vlaanderen

Gedichten om de tijd in te vullen tot de start van het wielerseizoen

Wielercultuur

Jonas Vingegaard wordt 29: over de dag waarop hij zich aan de wereldtop liet zien

Iedereen dacht aan Pogačar… tot Vingegaard dit deed op Jebel Jais

Wielercultuur