Bron: La Voix du Nord, 13 april 2015
Katern: open brieven

Aan de meneer in de berm,

Het spijt me, echt.

Ik had alleen maar oog voor mijn fiets, mijn derailleur, de ketting en een mogelijke crevaison. Iedereen fietste me voorbij. Ik móest wel door. Dit is geen koers voor sprinters of lichtgewichtjes en mijn stampende tijdritbenen konden mezelf wel eens verrassen. Vooruit, ik ben misschien te lang, maar vier jaar geleden werd ik hier nog vijfde, moet u weten. Mijn voorjaar was aardig, geen uitschieters, maar in de Driedaagse was ik goed, écht goed! Oké, een goddeloze Gent-Wevelgem en ook in ‘de Ronde’ een ‘Did Not Finish’ achter mijn naam, maar dat kon allemaal vergeten worden als ik als eerste die bocht uit zou komen. Kwestie van een noest Scandinavische tijdrit van 38 kilometer en ik reed solo de wielerbaan op. Ik geloofde er echt in, meneer…

Gisteravond zag ik de beelden terug. ‘Goed gekozen,’ dacht ik nog, ‘beetje overmoedig,’ dat ook. Ik gaf er een klap op, ja, daar zat wat op! Maar toen ik de bocht uitkwam zag ik mezelf als een stervende zwaan het slechtste deel van de kasseien kiezen, eerst in een flits en toen in twee vertraagde herhalingen. Daar lag ik, heel even. Door mijn val richting de berm vielen er nog drie supporters, waaronder u, u was het hardst geraakt. Het zag er vervelend uit, maar iedereen leek nog heel. Wat schrammen en een blauwe plek zullen het nu wel zijn, niets om u zorgen over te maken. Hoop ik.

Het beeld dat volgde wil ik nooit meer zien. De adrenaline die door mijn lijf spoot, liet een egoïstische man zien, volledig gefocust op zijn fiets, met zijn rug naar de meneer in de berm (u!) die daar in de Noordfranse klei lag. U gaf nog een half gebaar van ‘het is wel oké’ naar mensen die u niet te hulp schoten, maar toen was ik al weer onderdeel van de koers. Ik schaamde me diep om mijn totale gekte en zag de keerzijde van mijn wielrenner-zijn, gevangen in één shot: de focus op mijn fiets, op de koers, en ik… ik met mijn rug naar de mensen om me heen.

Ik betuig u mijn spijt en tegelijkertijd wil ik u bedanken, meneer in de berm. Ik bedoel: het is potdikke maar fietsen, niet?

Warme groet,
Lars Ytting Bak

Jos Mans