In 1988 start de Giro d’Italia met een tijdrit van 9 kilometer over geaccentueerd terrein, je zou het kunnen vergelijken met de startrit die morgen in Bologna op het programma staat.
Chauvinistisch Nederland verwacht in deze rit, en in het eindklassement, een prominente rol voor Erik Breukink. De Panasonicrenner maakte het jaar indruk en eindigde als derde in het eindklassement.
Zelf noemt Breukink zich geen kanshebber op de eindzege, zegt hij in de Volkskrant. ‘Zover ben ik nog niet.’ Breukink rijdt na de Giro ook nog de Tour maar wil zich in Italië zeker niet sparen. Mocht hij in zijn carrière wel kanshebber zijn, dan zal hij een keuze maken tussen het rijden van Giro of Tour.
Terug naar die eerste rit waarin hij ‘slechts’ vierde wordt en enkele seconden verliest op winnaar Jean-François Bernard, Tony Rominger en Lech Piasecki.
Rominger, die jaren later drie Vuelta’s en één Giro wint, had de tijdrit op zijn naam kunnen schrijven als hij op de been was gebleven. Met een pedaal raakte de Zwitser bij kilometer 7 de grond en ging onderuit. ‘Toen sprong ook nog de ketting eraf en dat heeft me de zege gekost.’
- UCI-man springt en juicht voor Jopie - 25/09/2020
- Raad het plaatje - 25/09/2020
- De spreekwoordelijke rode lantaarn - 18/09/2020