Het geduld werd beloond: vandaag gebeurde het. Een zeer massale valpartij op tien kilometer van de finish die het peloton in stukken scheurde, die klassementsrenners scheidde van hun helpers en concurrenten, en sprinters van de meet. Wilde achtervolgingen werden ingezet, verloren seconden moesten worden goedgemaakt en de gedoodverfde winnaar Contador had opeens één minuut twintig aan zijn broek hangen – en dat terwijl de eerste gele trui nog niet eens was uitgereikt.
Het was vandaag niet alleen een kwestie van vallen of niet vallen, maar ook van vallen op het juiste moment. Gesink kwam bij de eerste valpartij met de schrik vrij. Contador liep vertraging op en moest in de achtervolging. Toen weer een valpartij, en wederom had Gesink op een bizarre manier geluk bij een ongeluk: hij lag er wel bij, maar dit bleek juist zijn redding. Hij viel in de laatste drie kilometer en verloor dus geen tijd. En zie dat maar eens voor elkaar te krijgen: bij de goede valpartij liggen. Als 171ste over de streep komen en maar zes seconden verliezen. Pure klasse.
Wielrennen is een wrange sport. Zo’n valpartij is verschrikkelijk. Vallen doet pijn, en die Tour is al pijnlijk genoeg zonder rauwe schaafwonden, blauwe plekken en zere botten. Maar tegelijkertijd sprong ik op en neer op de bank van opwinding, want onverwacht werden de kaarten opnieuw geschud. En dat al op dag één.
De Tour is begonnen en Parijs is gelukkig nog heel ver.
- Terug naar Namen - 20/12/2020
- Als een reiger over de toppen - 24/10/2020
- Muziek in de benen - 23/10/2020