Inmiddels zijn we ruim een week verder. En zat ik gisteren opnieuw met grote ogen naar de tv te kijken. Want verdomd, daar ging-ie weer, dat magere mannetje. Ondertussen was het op twitter al een paar dagen een komen en gaan van verhalen, klimanalyses, beschuldigingen, dreigementen en felle bezweringen van zeker niet en juist wel. Ik las me een ongeluk, retweette een flink aantal van die stukken en raakte langzaam maar zeker de weg kwijt; de waarheid vermorzeld tussen ego’s, overtuigingen en twijfelkonten die het ook niet meer wisten. Zelf ga ik al een behoorlijke tijd uit van wat een sportjournalist – de naam ben ik tot mijn spijt kwijt – een paar jaar geleden stelde: als je als sportkijker denkt: wat een ongelooflijke prestatie, dan ís het vaak ook een ongelooflijke prestatie. En zo zat ik dus vorige week naar die beklimming van de Muur van Huy te kijken. En ook de etappe van gisteren bekeek ik zo. Ongelooflijk! On-ge-loof-lijk!Maar goed, er zijn ook genoeg gerenommeerde deskundigen die het helemaal niet zo ongelooflijk vinden. Die – net als de zekerweters van ongelooflijk – alles weten van wattages, kilo’s en stijgingspercentages en op basis van al die kennis zeggen dat het knap is, jazeker. Maar ongelooflijk? Nee.
En ik? Ik verlang alleen nog maar naar mijn jongere ik. Mijn jonge en naïeve ik.
- Het pontje van Amerongen - 09/05/2016
- Kampioenenzweet, kampioenenoren - 05/02/2016
- Een rondje met Joop - 03/12/2015