Foto Cor Vos

Over de proloog op de Kurfürstendam

Proloog Kurfürstendam.

Als klein jochie, droomde ik van de Tour de France. Op 1 Juli 1987 was het zover. Een proloog van 6,1 Kilometer, over de Kurfürstendam in Berlijn.

Dat prologen fietsen dat was helemaal niet mijn ding. Eigenlijk kon ik er helemaal geen ene kloten van.

Wat ik wel goed had onthouden was het volgende;

Toen ik als kleine menneke tv keek, dat Mart Smeets altijd verslag deed, de uitslag benoemde, en dan met verheffende stem riep: ‘als laatste Nederlander is gefinisht..’.

In mijn debuutjaar wilde ik dat uiteraard voorkomen, want dan sta je in heel Nederland mooi voor lul.

Er reden deze Tour 18 Nederlanders mee, en ik dacht, daar moet ik er toch minimaal, ene van achter mij laten.

Mijn geluk was, dat Jelle Nijdam, die overigens deze proloog op magistrale wijze won, mijn ploeggenoot, en tevens mijn kamergenoot was.

Dat was handig, want Jelle was een specialist, dus ik vraag hem naar het geheim van snoeihard prologen fietsen.

Jelle zegt: ‘heel eenvoudig, je staat op zo een startpodium, je zet hem op je een-na-zwaarste versnelling, de commissaris die je vasthoud, telt af. “3,2,1,  GO!” Je rijdt van dat podium af zorgt dat je na 175 meter voldoende snelheid hebt, ramt hem op de twaalf, dan is ’t 3,5 kilometer heen, 3,5 kilometer retour, de dood of de gladiolen, en zo ga jij er wel een paar achter je laten.”

Ik dacht: zo moeilijk kan dat toch niet zijn, ik sta de volgende dag aan de start, de commissaris telt af;

Cinq
Quatre
Trois
Deux
Un PIEIEIEIEPPPP…..

Na 175 meter Full Speed, als een raket reed ik man.

Jan Raas hevig claxonerend met die Franse toeter: ’tudeluu tudeluu tudeluu’
Die dacht Jakobs heeft het licht gezien, ik reed het asfalt uit de Kurfürstendam, het rook dwarrelde van de banden af.

Maar na 2800 meter ‘abgelaufen’, ‘nichts mehr da’.

Volledig opgeblazen en het zuur spoot uit mijn oren. Ik ben toch nog over de finish gehobbeld en ’s avonds kwam de uitslag. Raas keek mij niet vrolijk aan.

Ik dacht snel naar boven, deur op slot, ik wil er niets van weten.

Half elf telefoon, Harmke mijn moeder aan de lijn: ‘nondejuuuu, Gert, wat heb jij nu in vredesnaam klaargemaakt man, in jouw debuut van deze Tour de France?’

Ik zeg: ‘hoezo?’. “wel nu,” zegt ze, “Mart Smeets staat hier live op tv te presenteren, dat jij 198tste bent geworden in jouw debuut van deze Tour.”

Ik zeg: ‘oh das niet best, maar ja moeders er rijden er 200 mee, dan heb ik er in ieder geval twee achter mij gelaten.’

“Welnee lummel, want die twee die achter jou zijn gefinisht, daar zegt Mart Smeets met verheffende stem bij, daar is er één van gevallen en die andere had een lekke band.”

#derrrannn

Lees ook van Gert Jakobs

Over de proloog op de Kurfürstendam

De Tour van 1987 – uit de wind zitten – door Gert Jakobs

Wielercultuur