Waar was u om 20 uur, op woensdag 10 oktober 2012, het moment waarop USADA het deksel van de dopingbeerput lichtte? Het moment van Lance Armstrong’s doodvonnis, de keldering van zijn imago, zijn reputatie, zijn heldenstatus. Vier uur later en 200 pagina’s verder was voor ons niet Armstrong, maar Johan Bruyneel, ploegleider bij US Postal van ’99 tot ’07, kop van jut. (En dan negeren we – omwille van de samenhang – de UCI, dat ook niet onschuldig uit het rapport komt.)
Al was Bruyneel niet onbesproken. In de Vlaamse media werd wel melding gemaakt van enige dopingbeschuldiging. Denk aan Floyd Landis, die in 2010 de knuppel in het hoenderhok gooide. De Belgische Wielerbond startte toen een onderzoek dat geruisloos in de vergeetput sukkelde.
Maar nu heeft Bruyneel het helemaal verkorven. In het USADA-rapport wordt geen spaander heel gelaten van Bruyneel als ploegleider. “Johan Bruyneel was nauw betrokken bij alle belangrijke details van het US Postal-dopingprogramma.” Lees goed, er staat ‘betrokken’. Niet ‘op de hoogte’, niet ‘bekend met’. Als goede huisvader van US Postal lichtte hij zijn renners in als er een dopingtest op komst was, als hun hematocrietwaarden alarmerend werden, bezorgde hij hen doping, hield hij hun handje vast bij bloedtransfusies.
Maar wat nog het meest tegen de borst stuitend is, is zijn manipulatie, de ontplooiing van zijn macht als ploegleider. “Ik keek op naar Johan, ik ging naar hem voor leiderschap, voor inzicht. Om vooruitgang te boeken als professioneel wielerrenner,” getuigt David Zabriskie in zijn beëdigde verklaring. Zabriskie, het kneusje van de ploeg. Getekend door zijn jeugd met een drugsverslaafde vader, vastberaden om al fietsend iets van zijn leven te maken. En toen kruiste Bruyneel zijn pad. Zabriskie zag geen uitweg en nam doping. Op aanraden van Bruyneel, “de laatste van wie ik verwachtte dat hij me in dopinggebruik zou duwen.”
Het is om te kotsen. Armstrong zelf schrijft in Every second counts dat renners van U.S. Postal een “ethiek” deelden. “Omdat Johan en ik de laatste vijf jaar gespendeerd hebben aan het zorgvuldig identificeren, recruteren en in dienst nemen van het soort mensen waarmee we wilden werken.” Versta: het soort renners dat gemakkelijk te beïnvloeden zijn. Het soort renners dat Lance als een held zag. Het soort mensen dat opkijkt naar de gro(o)t(s)e ploegleider Bruyneel. Het soort mensen dat ze voldoende kunnen intimideren, bedreigen, afsnauwen.
Johan Bruyneel, je viel van je piëdestal, dat kan je niet ontkennen. Hou de eer aan jezelf en stap uit het wielrennen. Uit het hele wereldje. Bezoek niemand meer, sla geen praatje met deze of gene wielrenner, ploegleider, masseur, waterdrager. Want dat, Johan Bruyneel, dat is het grootste cadeau dat je aan de mooiste sport ter wereld kan geven.
- Over Johan - 12/10/2012