Foto archief Gert Jakobs

Koersverhalen Wielercultuur

Paris-Roubaix door de ogen van Gert Jakobs

Als kind zat ik met spanning voor de televisie, mijn ogen gericht op het fenomenale spektakel van Paris-Roubaix. Echte mannen, coureurs met stalen spieren en kuiten als dynamiet, vochten zich een weg over de verraderlijke kasseien. De duivelse stenen leken hen met boze ogen aan te staren terwijl ze door modder en stof hun weg baanden, om in de oude douches van het Velodrome te Roubaix hun fysiek te reinigen van de strijd.

In het legendarische jaar 1989 behaalde mijn ploeggenoot Frans Maassen een magische tweede plaats in Milaan-San Remo. Edwig van Hooydonck (Eddy Bosberg) won op fenomenale wijze de Ronde van Vlaanderen. Met deze prestaties stonden we aan de top van de wereldbeker, wat betekende dat onze ploegleider, Jan Raas, als eerste de ploegleiderswagen mocht besturen bij Paris-Roubaix.Een onschatbaar voordeel in tijden van tegenspoed.

Alles op Edwig

Edwig van Hooydonck, leider in het wereldbekerklassement, trots en onoverwinnelijk, werd gebombardeerd als topfavoriet. Mijn missie was kristalhelder: de hele dag ervoor zorgen dat Edwig beschermd was tegen de snijdende wind, en bij een lekke band, wiel geven, en snoeihard de achtervolging weer inzetten. Jan Raas had me opgelegd dat als Van Hooydonck als tiende de kasseien benaderde, ik als elfde zijn sporen zou volgen. Zo kon ik hem steeds van bijstand voorzien, een logica die als muziek in mijn oren klonk.

Er zijn ook knechten die hun diensten aanbieden, maar later met een schaterlach beweren: “Ik heb hem niet gezien!”
(Omdat ze op kritieke momenten voor hun kopman gaan fietsen 🤩🤩🤩 )

Daarom was ik er trots op een ‘meesterknecht’ te zijn, vastberaden en trouw aan mijn kopman.

De eerste honderd kilometer verliepen als een droom, alles ging perfect, maar dan gebeurde het. De kasseistroken van Parijs-Roubaix, een epische arena van strijd, lagen als een vloek gelegd door de oude meester, hun stenen kijken je aan met zuurverbrande duivels ogen. Ze fluisteren geheimen van de Flandriens, die ons voor waren gegaan, hun zielen gevangen in het met bloed, en zweet doordrenkte grind.

We naderden een lastige strook. Troivilles à Inchy, hier begint het gevecht tegen de duivelse natuur. Met elke trilling die door je lichaam siddert, voel je de geschiedenis pulseren onder je wielen. Terwijl we vochten, trokken en duwden, draaiden we als eerste en tweede de hoek om. De kasseien als ruwe monsters, slurpen kracht, uit die granieten dijbenen, maar geven je tegelijk brandstof, van passie en vastberadenheid.

Mijn gedachten waren nog vol adrenaline: “Gas op die lollie!” Maar aan het einde van de strook reed Edwig lek. Zonder aarzelen bood ik hem mijn wiel aan, met de geruststellende gedachte dat Raas om de hoek zou komen met zijn volgauto, nummerooo unooo….

Maar de realiteit sloeg toe. Ploegleiderswagen twee was de eerste die ons passeerde, gevolgd door een vloedgolf van andere voertuigen. Geen teken van Jan Raas. De hele volgerskaravaan gleed voorbij, motoren van televisie, radio, en fotografen razen fulll gasss door, met een oorverdovend gebral. En Raas? Ik had hem nog niet gezien. Na bedoelingen die als een eeuwigheid voelden, doemde er in de verte een enorme stofwolk op.

Donderende Raas

Daar kwam Jan, als een razende tornado, met vurige vloeken en een woedende schreeuw. “Jakobs! Op deze eerste strook is de reservefiets van Edwig van het dak gesodemieterd!” O, de chaos! (Ja, deze fiets moest natuurlijk weer mee, dat begreep ik ook nog wel.) Met een flits zwierden ze een reservewiel uit de wagen, nog steeds schreeuwend: “Vervang het zelf, we hebben haast! Veel succes, en rijen, jonguhhh rijen! Nondejuuu, de vellen van je reet af!”

Beruchte Bos van Wallers – Trouee d’Arenberg

Trouée d’Arenberg, ik zag heel in de verte de wielerkaravaan weer opdoemen. De poorten van de hel opende zich, de lucht werd zwaar, van verbrand zweet, en angst, in deze donkere tunnel van kasseien. De demonen van het verleden, fluisterden mij toe: “Wijd of val de keuze is aan jou!” Deze strook is een achtbaan van ruwheid, en tegelijkertijd een ode aan de ware strijders.

Mons- en-Pévèle hier in het brandpunt van de strijd, swingt de chaos, het zweet danste als regen van mijn voorhoofd, in de hitte van het moment besefte ik mij, de tango van de gladiatoren, is hier al even geleden gepasseerd.

Carrefour de L’Arbre, de eindstreep met een dreigende grandeur. Een plek waar legendes worden geboren, of een strijdperk waar dromen in gruzelementen zouden veranderen. De kasseien hier, schreeuwden om eer, om het bloed van de strijders die mij voor waren gegaan, in dit bittere, roestige terrein, voelde ik de energie van de nog steeds kloppende harten van de duizenden supporters.

Veel coureurs heb ik niet meer gezien, dat was ook niet mijn rol, ook niet mijn taak, van Hooydonck werd wel nog mooi derde, en bleef leider van de wereldbeker.

Dat was veel belangrijker!

#derrrannn

Lees ook van Gert Jakobs

Paris-Roubaix door de ogen van Gert Jakobs

Koersverhalen Wielercultuur

De Ronde van Vlaanderen: Een Epic Battle voor Van der Poel’s Vierde Legendarische Zege

Wielercultuur