Site pictogram HET IS KOERS!

Philippe Gilbert, cortisonen en de Vlaamse kranten.

Zaterdag bracht NRC het verhaal dat cortisonen goed ingeburgerd zijn in het wielerpeloton en zijn er anonieme getuigenissen te lezen dat wereldkampioen Philippe Gilbert bij Lotto reed met vervalste cortisonenattesten. De Vlaamse wielerjournalistiek wordt vaak verweten weinig kritisch naar eigen renners te kijken als het over doping gaat. Maar hoe reageren de Vlaamse kranten nu op dit cortisonenverhaal?

Waar de getuigenis van Thomas Dekker daterende uit januari in NRC slechts gedeeltelijk de Vlaamse pers haalde, kon men om het verhaal van valse attesten van Philippe Gilbert niet meer heen. Wat opvallend is aan deze getuigenis van Thomas Dekker is dat deze wel de Vlaamse media haalde, en met name hoe hij zich bij Rabobank zich dopeerde. En dat hij in de toekomst alle details over zijn dopinggebruik zou vertellen ook. Maar dat hij cortisonen gebruikte bij Lotto ‘zogenaamd op attest’ werd dan weer niet vermeld.

Nu krijgt dit verhaal uit januari in feite een vervolg. In NRC werden afgelopen zaterdag anonieme getuigenissen opgevoerd die verklaren dat de kopmannen van Lotto, waaronder Philippe Gilbert, afgelopen seizoenen door ploegdokter Jan Mathieu werden geprepareerd met cortisonen dankzij vervalste attesten. We bekijken daarom even vijf Vlaamse kranten: De Standaard, De Morgen, Gazet van Antwerpen, Het Laatste Nieuws en Het Nieuwsblad. De laatste drie Vlaamse kranten hebben een zeer uitgebreide sportkatern, zeker op maandag. Om u even een gedacht te geven: in de maandageditie van Gazet van Antwerpen en Het Nieuwsblad zijn er maar liefst 44 bladzijden sport te lezen.

 

Het cortisonenverhaal is in geen enkele van die kranten voorpaginanieuws en ook op de frontpagina’s van de sportkaternen wordt er geen aandacht aan geschonken. Enkel op de frontpagina van het tweede deel van de sportkatern van Het Laatste Nieuws maakt men allusie naar een vervelend cortisonenverhaal voor Gilbert. Iets verder kopt ze “Gilbert reed op cortisonen” en wijdt verder op haar kenmerkende toon een hele bladzijde aan het artikel uit NRC.

 

Als kop wordt in Gazet van Antwerpen gekozen voor “Ik reageer niet op sensatiejournalistiek.” De nadruk ligt in het artikel, dat 3/4 bladzijde beslaat van de 44 bladzijden sport, op de reactie van Gilbert en ploegdokter Mathieu die in alle toonaarden ontkennen en het artikel in NRC afdoen als van de pot gerukt.

 

 

In De Morgen is Gilbert op de voorpagina wel te vinden, maar dan in de hoedanigheid als verkleumde renner in Milaan-San Remo. Op bladzijde twee van de krant is het al wel prijs wat erop wijst dat de krant in het artikel uit NRC toch heel wat nieuwswaarde ziet. Ze zet het nieuws niet op de sportpagina’s, maar catalogeert het onder het algemene nieuws. “Gilbert boekte successen bij Lotto op cortisone”, duidelijk een andere teneur dan de kop in Gazet van Antwerpen. Aan het cortisonenprobleem wordt hier meer context gegeven door zelf ook de auteur van het stuk in NRC Thijs Zonneveld aan het woord te laten.

 

In die andere Vlaamse kwaliteitskrant De Standaard maakt men heel wat minder woorden vuil aan het hele cortisonenverhaal. Er wordt in de sportbladzijden slechts één smalle rechterkolom van boven tot niet helemaal onderaan met als titel “Gilbert maakt misbruik van cortisonen” eraan gewijd. Aan het eind van het artikel wordt fijntjes vermeld dat Thijs Zonneveld op Twitter de voorwaardelijke wijs hanteert. Met de tussentitel ‘nefast’ wordt in de verf gezet dat cortisonen eerder slecht zijn voor het lichaam dan goed. Opmerkelijk is dat daarnaast wel een artikel staat met een verkleumde Gilbert met als titel “Aan opgeven heb ik geen ogenblik gedacht.” Gilbert als heroïsch renner haalt het hier duidelijk van Gilbert als foefelaar met cortisonenattesten.

 

Ook in zusterkrant Het Nieuwsblad een gelijkaardig fenomeen. Na de bladzijden over de heroïsche editie van Milaan-San Remo, krijg je onderaan op pagina zes van de sportkatern het identieke bericht als in De Standaard met als titel “NRC beschuldigt Gilbert van onrechtmatig cortisonegebruik”. Op diezelfde bladzijde en nog een stuk van bladzijde zeven nog meer Gilbert, maar dan als verkleumde wereldkampioen onder een schreeuwende kop “Doorrijden met Roelandts had geen zin.” Ondanks dat Gilbert geen grootse prestatie neerzette in Milaan-San Remo blijven de sportieve prestaties van de wereldkampioen duidelijk de bovenhand halen van het verhaal van de vermeende vervalste cortisonenattesten. Deze lezer krijgt de indruk dat men bij De Standaard en Het Nieuwsblad dit bericht uit NRC wel erg wil minimaliseren.

 

Het nieuws over de vervalste cortisonenattesten is nog vers. Benieuwd of de Vlaamse wielerjournalisten dit zullen oppikken en hier verder iets mee zullen doen of dat ze de kastanjes uit het vuur laten halen door hun Nederlandse collega’s. Want laat ons duidelijk zijn, het gebruik van cortisonen door het uitschrijven van een vals attest valt niet goed te praten. Bovendien werd er gewag gemaakt in het artikel van andere kopmannen binnen Lotto. Allemaal best relevant in het licht van de algemene bewering dat de wielersport zuiverder is dan de voorbije jaren en er een nieuwe moraal is in het wielerpeloton. Hoewel Gilbert de anonieme getuigenissen in NRC afdoet als sensatiepers, is de berichtgeving over doping in het wielrennen in NRC best accuraat gebleken. Kijk maar naar de zaak-Rabobank.

Er wordt heel omzichtig omgesprongen met dopingnieuws over Belgische renners en heel zuinig over geschreven, dat is ooit anders geweest. De betreurde Frank Vandenbroucke kan erover meespreken. Of denken we recenter maar terug aan het cocaïneverhaal rond Tom Boonen. Pagina’s breed uitgesmeerd in de kranten, hoewel deze positieve testen buiten competitie werden geleverd en dus nauwelijks nieuwswaarde hebben. Ook Bart Wellens was vorig jaar slachtoffer van insinuaties, daar wel veelal gevoed door publieke opinie die soms ongenadig hard was.

Er zijn twee scharniermomenten in het recente verleden van de Vlaamse wielerjournalistiek op het vlak van doping. Eerst was er in 2004 de zaak-Landuyt die in het lang en in het breed werd uitgesmeerd in de Belgische pers. De wespen en het gesneden brood waren smeuïge elementen die men niet kon laten links liggen. Johan Museeuw werd opgejaagd wild en werd door allerlei demarches gedwongen publiekelijk schuld te bekennen. In september 2012 deed Museeuw in Gazet van Antwerpen een oproep tot collectieve schuldbekentenis.

“Ik ben de eerste die het openlijk toegeeft en misschien zullen veel mensen me kwalijk nemen dat ik de stilte doorbreek, maar het móét: doping nemen hoorde er destijds voor nagenoeg iedereen gewoon bij.” Een ongeziene en krachtige noodkreet van een ex-renner. In Nederland viel niet veel later Rabobank, in Vlaanderen bleef het oorverdovend stil. Af te leiden uit het feit dat er met deze krachtige oproep van toch niet de minste niets is gebeurd, doet vermoeden dat Gilbert wel eens gelijk kan krijgen wanneer hij zegt dat deze affaire binnen een week gedaan is.

Het tweede moment is de zaak rond Het Laatste Nieuws daterende uit 2007. De journalist van deze krant Maarten Michielssens pakte toen uit met een reeks anonieme getuigenissen waar Patrick Lefevere en Quickstep niet al te best uitkwamen. Lefevere spande een proces aan en kreeg een morele schadevergoeding van €1,00. En drie medewerkers van Het Laatste Nieuws moesten een schadevergoeding van €500.000 euro betalen aan onder meer Patrick Lefevere. Zijn hoofdeis van 20,5 miljoen euro schadevergoeding werd evenwel verworpen. Sinds dit bewuste artikel hebben ‘anonieme getuigenissen’ een ferme negatieve connotatie gekregen. Een dergelijke uitspraak werkt niet meteen motiverend voor wielerjournalisten om zich in een zaak te bijten. De journalistieke carrière van Maarten Michielssens was meteen ook voorbij.

Elk land heeft zijn sport waarmee het zich kan verheffen. In België is dat wielrennen, in Nederland snelschaatsen. Automatisch gaat er een soort zelfprotectionistische reflex zich ontwikkelen om de eigen sport te beschermen. Maar daarmee wordt er in eigen voet geschoten, dat heeft het verleden ons nu wel geleerd. Nu zelfs het boegbeeld van het Nederlandse wielrennen Michael Boogerd is gevallen en daarvoor het Nederlandse wielerinstituut bij uitstek Rabobank, heeft de Nederlandse pers niets meer te verliezen. Voor de Vlaamse pers daarentegen staat er veel meer op het spel.

Je kan er niet omheen dat er naast een bepaalde wielercultuur ook een bepaalde wielerjournalistencultuur is. (Ook) die is aan het veranderen. Het is niet toevallig dat Thijs Zonneveld en Mark Misérus bompa tegen Mart Smeets zouden kunnen zeggen. In Nederland wordt wielerjournalistiek onderzoeksjournalistiek. Misschien ook wel bij gebrek aan presterende renners. In Vlaanderen blijft het heroïsche in de wielersport domineren. Er wordt omzichtig omgesprongen met dopingverhalen van renners van eigen bodem. Er zijn immers niet veel sporten waarin Belgen uitblinken. Of wordt er met angst teruggedacht aan 2007.

Laat ons duidelijk zijn: het artikel van Het Laatste Nieuws uit 2007 dat we hier al eerder aanhaalden is sensatiejournalistiek. Ook publiekelijke schuldbekentenissen à la Boogerd zijn toneeltjes waarvan de tekst geschreven is door advocaten en dragen niets bij. Maar er zijn nog middenwegen tussen platte sensatie en doping doodzwijgen. Door op een niet-sensationele toon te berichten over doping kunnen de media het wielrennen een dienst bewijzen. Er kan genuanceerd worden zodat ook de publieke opinie op een andere manier naar doping kijkt.

Vaak worden renners gecriminaliseerd om het gebruik van doping, ze zijn net geen moordenaar. En dat voor het begaan van een beroepsfout. Renners zijn vaak de speelbal van anderen die hen willen laten presteren. Zij worden gestraft, met pek en veren de laan uitgestuurd, terwijl medeplichtige dokters en ploegleiders verder hypocriet een andere kant kunnen uitkijken. Een evenwichtige dopingberichtgeving kan deze context aanbrengen.

De wielerjournalistiek kan niet alleen het wielrennen, maar ook vooral zichzelf een dienst bewijzen. Ze kan zo het negatieve imago dat er na de zaak-Armstrong op haar kleeft van zich afschudden. En insinuaties van horen, zien en zwijgen de kop indrukken. Er niet over schrijven is geen oplossing, want in het verleden is maar al te vaak gebleken dat het verleden laten rusten niet helpt.

Laatste berichten van Matthias Vangenechten (alles zien)
Mobiele versie afsluiten