Foto @sprintcycling
Radio Reinders #1 – Down under to earth
Tijdens de Giro belden we met Taco van der Hoorn in de rubriek ‘Taco aan de Hoorn’. Tijdens de Tour gaan we bellen met Elmar Reinders, nuchtere Drent, routinier en knecht van beroep. Een renner zonder fratsen en zonder eigen BV. Een man van in de wind, in de schaduw en in dienst van Dylan Groenewegen. We gaan dit doen onder de noemer ‘Radio Reinders’. Verwacht een onregelmatige, meerstemmige Tourrubriek waarin we Elmar volgen zoals hij zelf rijdt: rustig, hard werkend, als een mix tussen Australië en Drenthe: down under to earth. Vandaag aflevering 1. De Tour is nog niet begonnen. Althans, niet officieel. Maar bij Elmar begon hij al, met een klap.
‘Hij baalde vooral dat hij niet naar de Tour kon’
We bellen hem op dinsdagavond, 1 juli. ‘M’n vader is aangereden.’ Op een stil fietspad, ergens achter een bosje, kwam plots een gemeentebusje uit een zandpad gereden. Reinders senior (70 jaar, fanatiek fietser, ‘vier, vijf keer per week nog’) kon geen kant op. Gebroken sleutelbeen, gebroken nekwervel, een paar ribben en een klaplong. ‘Hij ligt nog in het ziekenhuis.’ Hij zegt het rustig. Nuchter. ‘Hij baalde vooral dat hij niet naar de Tour kon. Maar vandaag had hij wel door dat hij ook geluk heeft gehad.’
Ondertussen staat Elmar zelf aan de vooravond van zijn derde Tour de France. Hij rijdt ‘m dit keer helemaal, als het even kan. Vorig jaar moest hij uitstappen omdat hij vader werd. Dit jaar blijft hij drie weken weg van huis. ‘Mijn zoontje wordt 17 juli één. Dat is pittig, maar het hoort erbij. Je weet het van tevoren. En na de Tour is er weer vijf weken niks, dus dat scheelt.’ Hij rijdt voor Jayco-AlUla, de Australische ploeg, maar wel een ploeg met een Nederlandse inborst met zijn aanwezigheid en die van Dylan Groenewegen en Pieter Weening (assistent sports director). ‘Ze zijn relaxed,’ zegt Elmar. ‘Als het goed gaat, zijn ze blij. Gaat het kut, dan is er morgen weer een kans. Geen druk van bovenaf. Dat past goed bij me.’
Van NK naar Tour: ‘Iedereen gaat erop klappen’
Hij reed zaterdag nog het NK, eindigde als zestiende. ‘Het was duidelijk dat het een sprint ging worden. Als de grote ploegen hun mannen missen, gaan ze toch rijden. Bij ons wilden we ook sprinten, dus dan zit je met vijftien man te controleren. Dylan zat er goed bij, maar er zat gewoon geen gat.’ Had hij ruimte gehad, dan had hij ‘m misschien wel gewonnen, denkt Elmar. ‘Hij had de snelheid. Maar ja… geen opening is geen opening.’
Zaterdag begint het: de Tour. Etappe 1: Lille – Lille. ‘Misschien wel onze enige kans op geel,’ zegt Elmar. ‘Een van de weinige echte vlakke ritten. Iedereen gaat erop klappen.’ En dat is ook meteen het gevaar. ‘Je kunt weinig winnen, maar veel verliezen. De weg gaat op slot. Van de tien sprinters gaan er vijf niet sprinten. Die zitten gewoon te ver.’
Zijn taak is duidelijk: zorgen dat Dylan wél sprint. Ellenbogenwerk dus. Positioneren, duwen, ruimte maken. ‘De Tour is zenuwachtiger dan, zeg, de Ronde van Slovenië. Alles staat op scherp. Iedereen kijkt mee.’
Kans op geel
We praten nog even na over wat de Tour voor hem betekent. Over hoe hij als jongetje naar Radio Tourflits luisterde, met Armstrong en Boogerd als z’n helden. ‘Vakantietijd was Tourtijd.’ Nu zit hij er middenin. Dat is voor volgend jaar de vraag, want na dit seizoen vertrekt hij bij Jayco. Waarheen mag hij nog niet zeggen. ‘Het is een goed aanbod. Én dichtbij huis. Nog twee, drie jaar fietsen – dan is het mooi geweest.’
Maar eerst die ene kans op geel. ‘Als we winnen zaterdag, bel ik je!’
Deal.