Foto @ Sprint Cycling

Koersverhalen Radio Reinders

Radio Reinders #3 – De rustdag bestaat niet

Tijdens de Tour bellen we met Elmar Reinders, nuchtere Drent, routinier en knecht van beroep. Een renner zonder fratsen en zonder eigen BV. Een man van in de wind, in de schaduw en in dienst van Dylan Groenewegen. Vandaag aflevering 3.

In het wielrennen heeft iedereen een theorie. Over de vorm, over de wind, over de hitte. Over wie er moet winnen en waarom dat nog niet gelukt is. Over renners die allang thuis horen te zitten. Over renners die alleen maar voor de publiciteit rijden. Over renners die, zoals Elmar Reinders, hun werk doen en daar verder niet moeilijk over doen.

Gekookte Dylan

En dus was er ook een theorie over zijn kopman: ‘Dylan (Groenewegen, red.) was gekookt,’ zegt Elmar. Niet warm, niet gaar, maar gekookt. ‘Hij kwam niet meer aan sprinten toe.’ De sprintrit werd geen klassieke sprintrit, zoals zoveel sprintritten in deze Tour geen ‘normale’ sprintrit worden. Omdat de wind verkeerd staat, omdat het peloton besluit dat het anders moet, omdat een kopman van een andere ploeg nog geen prijs heeft gepakt en zijn sponsor begint te morren. ‘Er zijn niet veel ploegen die al iets gewonnen hebben,’ zegt Elmar. ‘Dus iedereen probeert wat. Dan krijg je een nerveuze koers.’

Dat ‘iedereen probeert wat’ klinkt alsof het over een gemiddeld zaterdagochtendvoetbalteam gaat. Maar het gaat over de Tour de France. Over een karavaan van miljoenen. Over mannen die per dag evenveel energie verstoken als een accuboormachine op standje hysterisch.

Hitte en hoop

Elmar voelt zich goed. Beter dan in zijn vorige Tours. ‘Ik voel me 100%.’ Hij rijdt elke dag ‘met het hol open’, zoals hij aangeeft. ‘Dat is voor iedereen zo, maar ik kom overal goed doorheen.’ Elke etappe is tegenwoordig een mini-Ronde van Vlaanderen. Er wordt niet gewacht, niet gemarchandeerd, niet gerust. ‘Slaapetappes bestaan niet meer,’ zegt hij. ‘Elke sponsor betaalt uiteindelijk voor de Tour.’

Morgen rijden ze nog één etappe voor het rustdag is. 14 juli: Frankrijk in feeststemming, witte jurken, rode wijn, getoeter. En Elmar in dienst van de ploeg. ‘We hebben een paar jongens die morgen wat kunnen,’ zegt hij. ‘O’Connor, Mauro Schmidt, Luke Plapp.’ Plapp werd eerder al negende in de tijdrit en had zelfs op meer gehoopt. ‘Te hard erin gevlogen. Alles of niks gespeeld.’ Als hij z’n Giro-benen bij zich heeft, kan hij zomaar eens een kanshebber zijn voor de rit.

‘De jury is inconsequent’

Op de rustdag gaat de ploeg naar Toulouse om de finale van een van de laatste sprintkansen te verkennen. Dylan moet het daar doen. Zelf hoopt Elmar nog eens in een ontsnapping te zitten, maar dat zit er tijdens deze Tour in ieder geval niet in. ‘In een andere ploeg zou dat misschien anders zijn,’ zegt hij voorzichtig. ‘Misschien dat er op de rustdag nog iets gezegd wordt…’

Voor hem hoeft die rustdag eigenlijk niet. ‘Van mij mag het wel doorgaan. Je zit in een ritme en een dag later moet je toch weer op scherp staan.’ Dus ligt hij op bed, kijkt tv, laat zich masseren. ‘En losrijden en even koffie met de ploeg op een terras. Ontspanning zit ‘m vaak in de dingen die op koersdagen niet kunnen.’

Er is ook nog een ander soort ontspanning: klagen over de jury. ‘De ene keer kom je overal mee weg, de andere keer pakken ze je drie keer. De jury is inconsequent. Ze wegen het af, zo lijkt het. Geen objectieve scheidsrechterbeslissingen.’

Maar aan het eind van de rit komt Pogacar nog steeds van een andere planeet en gaat hij de Tour winnen, aldus Elmar. En Elmar zelf? Die moet nu even kijken wat er op tafel staat. 

‘Ja man, het eten is écht heel goed!’

Foto @ Sprint Cycling
Foto @ Sprint Cycling
Foto @ Sprint Cycling

Bekijk ook van Jos Mans

Radio Reinders #3 – De rustdag bestaat niet

Koersverhalen Radio Reinders

Radio Reinders #2 – ‘Al die ritten zijn voor Dylan’

Koersverhalen Radio Reinders