Foto @ Sprint Cycling

Koersverhalen Radio Reinders

Radio Reinders #4 | ‘Beter dan Milan of Merlier’

Tijdens de Tour bellen we met Elmar Reinders, nuchtere Drent, routinier en knecht van beroep. Een renner zonder fratsen en zonder eigen BV. Een man van in de wind, in de schaduw en in dienst van Dylan Groenewegen. Vandaag aflevering 4.

Standje mechaniek

In een Tour waar de renners elke dag door de wasmachine worden gebonjourd is Elmar Reinders een toonbeeld van bestendige beweging. Iemand die niet piekt, niet instort, maar gewoon doorgaat. Zoals een koelkast bromt. Zoals gras groeit. Zoals ’t wijzertje tikt.

‘Je zit gewoon in die stand,’ zegt hij. ‘Het wordt niet beter en het wordt niet slechter.’

We bellen hem terwijl hij op de massagetafel ligt, in de marge van een lange transfer, tussen de pittige rit naar Carcassonne en een bord koolhydraten. De rit van gisteren (finish Superbagnères), met zijn duizelingwekkende hoogtemeters, laat hij schouderophalend passeren. ‘Was lastig, ja. Maar we waren met een grote groep, dan kom je er wel. Uiteindelijk hadden we zelfs tijd over.’

De Tour als doolhof waarin hij inmiddels het loopje kent. ‘Iedereen kan die eerste 80, 90 kilometer wel aan. Het is ook mentaal: hoe scherp je erin zit.’ En Elmar zit erin. Niet als animator, niet als hoofdrolspeler, maar als radertje in een machine waarvan de handleiding (onterecht) door weinigen wordt gelezen. Hij schuift mee, dempt gaten, duwt het geheel net genoeg de goede kant op. ‘Mee met de jongens, dingen samenhouden. Dat proberen we te doen.’

Slijtage, structuur en sprinterskansen

’s Avonds anderhalf uur aan tafel. Ploegpraat. Wie reed goed? Wat morgen? En of er ergens nog een kans ligt tussen alle chaos door. ‘Ja, we hebben een leuke groep. En elke dag een doel. Dat helpt.’

Ook Ben O’Connor, qua naam nog altijd meer ijsjesverkoper dan wielrenner, blijkt goed te passen. ‘Hij is happy hier. Australische ploeg, iedereen spreekt Engels. Dat helpt.’

De koers van dit jaar noemt Elmar ‘harder dan andere jaren’. Een understatement, vermoedelijk. ‘Soms kun je niet eens terug naar de auto voor water of ijs. Dan moet je wachten tot het even stilvalt. Maar ja, dat moment komt niet altijd.’

De sprintetappes? Zeldzaam. De rustmomenten? Virtueel. ‘Vroeger reed er een groepje weg en reed je daarachteraan. Nu ligt het vanaf kilometer nul uit elkaar.’ Toch glinstert er iets van hoop in de stem van Reinders. Etappe 17, die naar Valence, zou nog weleens iets kunnen worden. ‘Dylan (Groenewegen, red.) is daar vol moraal voor. Hij komt goed de bergen over. Zelfs beter dan Milan of Merlier, valt me op. Dat kan het verschil maken.’

Airco en andere ‘luxe’

Morgen (maandag, red.) rustdag. Voor de meeste renners een zegen, maar voor Elmar een onderbreking van een systeem dat hem inmiddels past als een degelijke jas. ‘Van mij mag het op zich wel doorgaan. Je zit in een ritme en een dag later moet je toch weer op scherp staan.’ Weet heet: de Ventoux.

Rustdag-recept: kort fietsen in de ochtend. Masseren. Niks doen. Of wat daarvoor doorgaat in de Tour. Geen familie (die komen pas weer in Parijs), maar wel een goed hotel. Mét airco. ‘Zolang je airco hebt in Frankrijk ben je blij.’

En zo blijft hij rijden. Niet omdat het moet, niet omdat het glorie oplevert, maar omdat het is wat hij doet. In het peloton van de verhalenzoekers is Elmar Reinders degene die gewoon zijn werk doet. En dat is precies wat hem bijzonder maakt.

Foto @ Sprint Cycling
Foto @ Sprint Cycling
Foto @ Sprint Cycling
Foto @ Sprint Cycling
Foto @ Sprint Cycling
Foto @ Sprint Cycling
Foto @ Sprint Cycling

Bekijk ook van Jos Mans

Radio Reinders #4 | ‘Beter dan Milan of Merlier’

Koersverhalen Radio Reinders

Radio Reinders #3 – De rustdag bestaat niet

Koersverhalen Radio Reinders