‘We noemden hem ‘the lord’ maar hij was geen edelman. Hij had die bijnaam alleen maar te danken aan het feit dat hij Engelsman was en aan zijn eigengereidheid en hooghartigheid.’ Arie van Vliet spreekt in 1963 in Het Vrije Volk klare taal over een van de concurrenten met wie hij in de jaren vijftig op de baan vele sprintduels uitvecht. Het gaat over Reg Harris, voluit Reginald Harris.
In eigen land wordt de sprinter overladen met eretitels maar Van Vliet vindt Harris maar een onsportief mannetje. ‘Als winnaar was hij prachtig. Dan glinsterden die kleine varkensoogjes van ‘m, dan kwam hij met uitgestoken handen naar je toe en dan zei hij: Arie wat was je geweldig, wat heb ik een moeite met je gehad.’
Maar ja, Harris verliest ook weleens. Bijvoorbeeld van Van Vliet. Een felicitatie kan er dan nauwelijks af. Van Vliet: ‘Hij had altijd een of ander excuus, dan had hij slecht geslapen, of een slechte luchtreis gehad of pas een zware conferentie achter de rug.’
Vlak voor de wedstrijd steekt de ‘flegmatieke Engelsman’ vaak nog even een pijp op, vertelt zijn Nederlandse tegenstrever. ‘Die rookte hij dan aanstellerig met de kop naar beneden. Iedereen moest zien hoe kalm hij was en hoe weinig hij zich van de dingen om hem heen aantrok. Hij hechtte ook echt op z’n Engels aan decorum. Zijn helpers, zijn soigneur en mecanicien, moesten altijd onberispelijk in het wit gekleed zijn: witte lange broek, wit shirt, witte schoenen.’
Ook bij winst laat Harris zich weleens van zijn slechte kant zien, herinnert Van Vliet zich. Dat gebeurt bijvoorbeeld nadat de Nederlander met bijna vier lengten klop krijgt van de Brit. ‘Er was toevallig een foto van gemaakt en die liet Harris dan aan iedereen zien als ik in de buurt was. En dan zei hij tegen mij: ‘Sorry Arie, geen lekkere foto voor jou jongen. Dan kreeg ik verschrikkelijk de pest in.’
Als het Van Vliet z’n beurt is om Harris op lengten te sprinten, pakt de Nederlander zijn tegenstrever terug. ‘Er had ook een fotograaf bij gestaan en ik bestelde tegelijk honderd foto’s, briefkaartmodel. Honderd? Ik zeg honderd, en morgen klaar. Ze worden gelijk betaald.’ Van Vliet ontvangt de foto’s de volgende dag en deelt ze op de baan maar al te graag uit aan het publiek. ‘Harris kwam erbij en ik gaf hem er ook één. ‘What’s that?’ ‘Sorry my lord, but it’s not a nice picture for you. Dat was mijn wraak.’
- UCI-man springt en juicht voor Jopie - 25/09/2020
- Raad het plaatje - 25/09/2020
- De spreekwoordelijke rode lantaarn - 18/09/2020
Hahaa, herkenbare situatie, ik had een broer die meer dan 10 keer sprintkampioen was, en hoorde erg veel soortgelijke verhalen. Er zijn er op Waf® ook aardig wat gepubliceerd. Zelf was ik kampioen van Nederland sprint, bij de Nieuwelingen. De kleine “psychologische” trucs werden ook vaak door onze coach Jan Derksen verteld.