Eerst zitten, dan weer staan. Hoofd op en neer, en de rest van het rennerslijf dat niet alleen vooruit gaat maar ook naar links en recht. De onrustige stijl van klimmer Robert Alban (van 9 februari 1952) vergeet je niet snel, en dan hebben we het nog niet eens over de dunne spillebeentjes waarop hij zich schuddend voortbeweegt.
Een renner in de achterhoede is Alban allerminst. Vooral in de jaren 1981 en 1983 als hij bij de besten eindigt in de Tour. In die eerste Tour boekt hij in een van de ritten een van zijn schaarse overwinningen.
In zijn eerste jaren als prof, bij het Gan-Mercier en Miko-Mercier van Joop Zoetemelk, mag hij niet naar de Tour. Alban is volgens zijn ploegleider niet geschikt voor zo’n zware ronde. Bij La Redoute-Motobecane bewijst hij later het tegendeel.
- UCI-man springt en juicht voor Jopie - 25/09/2020
- Raad het plaatje - 25/09/2020
- De spreekwoordelijke rode lantaarn - 18/09/2020