Foto Sirotti
Sluit je aan bij de Hofstettergroep!
Hugo Hofstetter steekt dit jaar weer wat vaker zijn neus aan het venster. Waar de sprinter de afgelopen seizoenen op gepaste afstand moest toezien hoe anderen de ereplaatsen verdeelden, duikt deze weken weer steeds vaker de naam van de Fransman op in de top 10.
Traditiegetrouw trekt Hofstetter na wat Franse schermutselingen als de Ster van Bessèges, de Tour de la Provence of de Alpenronde, naar het noorden, om in Belgische koersen als Kuurne-Brussel-Kuurne, Le Samyn, GP Criquelion en GP Monseré de benen echt warm te rijden. Terwijl hij op eigen bodem telkens in de buik van het peloton bleef steken en vaak pas een dik kwartier na de winnaar over de finish bolde, volgden er op Belgisch grondgebied een keurige derde, zevende, tweede en vierde plek.
Voor een sprinter is Hofstetter sowieso al zijn hele carrière een notoire weinig-winnaar. Slechts tweemaal mocht hij juichend de meet passeren, maar dan wel beide keren in prachtige eendaagse koersen aan zijn zijde van de taalgrens: Le Samyn (‘20) en de legendarische Franse gravelkoers Tro-Bro Léon (‘22). Als man uit de Elzas dong hij helaas niet mee om het Bretonse zwijntje.
Het is niet zo moeilijk om supporter te zijn van Mathieu van der Poel of Tadej Pogacar. Zij winnen vaak en vaak indrukwekkend, hebben al meerdere monumenten op hun naam staan en behoren overal waar zij aan de start staan tot de favorieten. Voor Wout van Aert geldt eigenlijk hetzelfde. Hoewel hij vaak gedwongen is in het opwaaiende stof van zijn eeuwige rivaal te happen, is Van Aert eigenlijk ook bijna altijd goed. Met zijn witte lok à la Mister Sheffield in The Nanny ziet de Vlaming er ook nog eens bijzonder gesoigneerd uit.
Elke incidentele koerskijker kan supporteren voor dit soort veelwinnaars, maar als je wilt uitstralen dat je niet alleen de GP Pino Cerami en GP Monseré kent en jaarlijks kijkt, maar ook dat je weet naar wie ze genoemd zijn en waar ze doorgaans beslist worden, dan moet je met een meer obscure favoriet aankomen. Bovendien kan je dan – als jouw bijzondere favoriet eens wint – mooie sier maken. Wat iedereen nu ziet, zag jij immers al lang.
Begin 2022 analyseerde Frank Heinen in wielertijdschrift De Muur de verschillende type wielersupporters. In het geweldige stuk ‘Waarom ik niet Joop Heinen heet’ maakte hij onder anderen onderscheid tussen Chauvinisten, Estheten, Rechtvaardige Rechters, Onbezonnen en nog vele andersoortige fans, maar soms is een malle naam-nationaliteit-combi echter al genoeg om mijn interesse te wekken.
Hugo Hofstetter. Het is een naam die eerder beelden oproept van een geblokte alpineskiër of de afsluitende act op een Oostenrijkse braderie. Een Franse machtsprinter is in ieder geval niet het eerste waar je aan denkt, maar dat is wel wat Hugo Hofstetter is. In ieder geval deze Hugo Hofstetter.
Het voordeel van een tamelijk onbeschreven blad als idool, is dat je je fantasie de vrije loop kunt laten gaan. Misschien houdt Hugo wel eenden in de Elzas en neemt hij één keer per week zijn favoriet, die hij Thibaut Pinot heeft genoemd, mee uit wandelen naar de vijver in het stadspark van Altkirch, Hugo’s geboortestad. De kans dat je ooit zeker zult weten dat het niet waar is, is bijzonder klein.
Maar zoals gedeelde smart halve smart is, zo is eenzame pret ook halve pret. Een bijzondere favoriet mag dan nog zo leuk zijn, anderen om de liefde mee te delen is toch wel zo fijn. Oftewel, je wilt ergens deel van uitmaken, ergens bijhoren, zoekt een stukje ‘verbondenheid’ of ‘Gesamsgefuhl’, zoals de heren van het Creative Advertising, Media and Communication Consultant Agency Multilul dat zo treffend omschreven.
Daarom dus hierbij mijn oproep aan eenieder die ook een afwijkende voorkeur wil genieten, maar daarin niet alleen wil staan: doe eens iets radicaal anders en sluit je aan bij het bloedfanatieke eenmansleger van de Hofstettergroep!
De eerstvolgende afspraak: morgenmiddag Danilith Nokere Koerse.
