Je moest lachen om Jan Klaassen, had plezier om Katrijn. Je genoot van het toneelspel, waarbij je goed wist dat je vader en je grote broer op hun knieën achter een te kleine poppenkast hun best deden om je vijfde verjaardagsfeestje een succes te maken. Dat het niet echt was, dat deed er niet toe. Maar er was altijd wel een vervelend buurjongetje – vaak iets ouder en vaak iets te slim – die de boel verpeste: “Dit is wel een heel sterk verhaal,” zei hij. “Dat kan toch helemaal niet.” En dan ging hij er nog op door ook!
De lol was er af.
Later ging je naar de film. Puberend, een stoere film natuurlijk. Met heftige explosies, spectaculaire reddingsacties. Een actieheld die midden in het geweld er altijd zonder kleerscheuren vanaf kwam. “Een sterk verhaal”, dacht je bij jezelf. “Dat kan toch helemaal niet”. Maar toch bleef je naar de film kijken. Dat het niet echt was, dat deed er niet toe.
De volgende keer ging je weer.
Inmiddels was sport je hobby geworden. Zelf doen. En het kijken ernaar. Met name wielrennen. Mannen die de berg op bikkelen. Het uiterste van zichzelf vergen. Zich daarna met een ware doodsverachting de afdaling in storten. Je had er plezier in. Je genoot ervan. Verplaatste zich in je helden. Wilde net zo sterk zijn. Elke koers zat je aan de tv gekluisterd. Soms won een wel heel onbekende renner met een veel te grote voorsprong. Soms won een renner heel vaak achter elkaar. Soms was een ploeg in z’n totaliteit wel heel erg sterk. “Een sterk verhaal”, zei je tegen andere wielerliefhebbers. “Dat kan toch helemaal niet.”
Maar toch bleef je er naar kijken.
En je kijkt er nu nog steeds naar. Nog steeds met plezier. Of het allemaal een sterk verhaal is, vraag je jezelf al lang niet meer af. Dat doet er niet toe, weet je inmiddels. Er zijn alleen een paar vervelende jongetjes die het zich blijven afvragen.
Of ze daar mee op willen houden.
Voordat de lol er af gaat.
- Antenne - 09/07/2013
- Sterk verhaal - 24/08/2012
- Pia Sundstedt, een mountainbikester tussen de wegrensters. - 21/09/2011
Sterk verhaal!
Wielrennen wordt een beetje filosofie. Waarom bestaat wielrennen? Wat is het zin van het wielrennen. het antwoord is: gewoon, omdat we dat leuk vinden.
Gesink zei ooit eens: “Waar wij mee bezig zijn, dat heeft natuurlijk niet zo heel erg veel zin. Je dient de mens niet, behalve met vermaak. Maar voor een topsporter is relativeren dodelijk, dus denk ik daar niet teveel aan”
Briljant en kon niet beter verwoord worden!
Hoeveel doden moeten er dan nog vallen voordat die vervelende jongetjes gelijk krijgen? Er zijn er sinds de opkomst van EPO al veel te veel begraven.
Ik heb niet het idee dat de strijd tegen doping door allerhande instanties is en wordt aangegaan teneinde het (nobele) principe om een enkele mogelijke vroege dood van deze of gene (oud-) wielrenner tegen te gaan.
Dat dat een bijkomend voordeel zou kunnen zijn, daar sluit ik me bij aan…
Sinds de opkomst van de EPO? Kort termijngeheugen? Je vergeet al die coureurs uit de jaren ’60 en ’70 die hun 50ste niet hebben gehaald vanwege hartfalen. Of ga ik nu kort door de bocht?