Studio Kigali

Studio Kigali | Beide kanten van de medaille

In Studio Kigali besteedt Het is Koers! aandacht aan het WK wielrennen. Omdat het één van de mooiste koersen van het jaar is. Omdat het WK voor het eerst plaatsvindt op het Afrikaanse continent krijgt het een extra lading. Enthousiasme en nieuwsgierigheid naar het WK in een andere setting. Aandacht voor de opkomst van het Afrikaanse wielrennen; aandacht voor wat het WK betekent voor Rwanda. Nu de Tour achter de rug is, komt het snel dichterbij. Tijd voor een tussenbalans. Ook tijd voor een tegengeluid?

Bijzonder en uniek: Dit eerste WK op het Afrikaanse continent. Afrika – vaak over één kam geschoren, wat geen recht doet aan de enorme diversiteit van het werelddeel – komt vooral in het nieuws door niet-alledaagse zaken; vaak negatieve gebeurtenissen zoals natuur- of milieurampen, oorlog of staatsgrepen. Het ‘kleine’ of het positieve verhaal krijgt nauwelijks aandacht; sportevenementen zijn er zelden.

Anders dan andere sporten – vaak gehouden in stadions, non-places – vindt wielrennen plaats op de openbare weg en biedt nadrukkelijk een kans een land in beeld te brengen. Gedurende de week van het WK zal Rwanda dagelijks in beeld zijn. De gemiddelde wielervolger – die doorgaans nauwelijks in aanraking komt met nieuws uit Afrika – zal kennis maken – om niet te zeggen geconfronteerd worden – met het land. Een uitgelezen kans dus om rond de belangrijkste ééndagskoers (en de tijdrit) van het wielerseizoen een éénzijdig (en vooral negatief) beeld bij te stellen.

Het idee voor Studio Kigali was geboren.

Kort na de strijd om de regenboogtruien in Zürich werd al vooruitgekeken naar dit WK. De gebruikelijke onderwerpen: plaats en parcours, de bondscoach met zijn eerste analyses en inschattingen.

Daarna volgden een reeks minder gebruikelijke onderwerpen.

Eind november kondigde de Deense wielerfederatie aan met een kleine selectie deel te nemen in Kigali. Voor de junioren en de beloften zal Denenmarken geen afvaardiging naar Rwanda sturen. Vergelijkbare overpeinzingen golden voor de Nederlandse en Belgische selecties; de KNWU kondigde later aan wel met een juniorenselectie af te reizen; België zal uiteindelijke een complete ploeg afvaardigen.

Dit waren vooral beslissingen vanuit kostenoverwegingen. Nadat de M23 milities de Congolese stad Goma innamen, kwam daar een politieke dimensie bij. De Tour du Rwanda kwam in het teken van veiligheid te staan. Vooral de etappe naar Rubavu, finishplaats grenzend aan de Congolese stad Goma, baarde teams zorgen. Soudal Quick Step besloot niet deel te nemen. Uiteindelijk verliep de Tour du Rwanda – gelukkig – zonder incidenten. De laatste etappe – over het WK parcours – viel wel letterlijk in het water: door de slechte weersomstandigheden werd ze afgelast.

Vanwege de vermeende betrokkenheid van Rwanda in het conflict in Oost-Congo – Rwanda zou de M23 milities ondersteunen – voerde het Europese Parlement druk uit op de UCI om het WK te verplaatsen. In Nederland lag de motie Ceder voor in de Tweede Kamer met hetzelfde voorstel. Er verscheen een serie artikelen waarin het WK wielrennen nadrukkelijk werd neergezet als uitsluitend een vorm van sportwashing.

Uiteraard bleven er op wielersites artikelen verschijnen over de sportieve aspecten rond het WK. In die artikelen werden achtergrondanalyses ingevoegd over het conflict in Oost-Congo.

Om het voorzichtig uit te drukken: Het komt zelden voor dat in een nieuwsbericht rond wielrennen een tekstblok staat over de politiek-economische situatie in het betreffende land. Het doel van Studio Kigali is om meer achtergrond te geven bij het WK in Rwanda? Dan was dit toch een mooie aanvulling?

In de artikelen was moeite gedaan om het conflict goed te beschrijven. Het mocht misschien diepgaander; vooral meer in historisch perspectief geplaatst worden (Maar ja, hoe ver moet je terug? Nog geen 120 jaar terug was Congo privébezit (!) van Leopold II, koning van België… Dat Congo-Vrijstaat door verschillende Europese landen werd erkend, geeft vooral aan hoe nog niet zo heel lang geleden vanuit Europa werd gekeken naar Afrika en haar bewoners).

Daarom hier een uitgebreidere en meer historische beschrijving van wat er speelt:

Wat is er aan de hand in Oost-Congo?

Oost-Congo wordt al jarenlang geteisterd door geweld. In het gebied zijn een 100-tal gewapende milities actief, maar M23 is al jarenlang een van de meest beruchte. M23 staat voor Mouvement du 23-Mars. De naam verwijst naar de datum in 2009 waarop de rebellengroep CNPD na een jarenlange burgeroorlog in het oosten van Congo een vredesakkoord sloot met de regering en als militie opging in het reguliere leger. Maar de poging om de rebellengroepen onder te brengen in een Congolees eenheidsleger mislukte. De soldaten van het vroegere CNPD, etnische Tutsi’s, stapten misnoegd uit het eengemaakte leger en richtten in 2012 de militie M23 op.    

Bij de oprichting zou ook de Rwandese regering van Tutsi-president Paul Kagame betrokken zijn geweest. M23 wordt nog altijd gesteund door Rwanda. Rwanda heeft intussen ook eigen zwaarbewapende militairen naar Oost-Congo gestuurd. Volgens de VN zijn daar zo’n 4.000 Rwandese militairen om M23 te steunen. 

In 2012 kregen de M23-rebellen Goma voor het eerst – kortstondig – in handen. Na zware internationale druk trok de militie zich terug uit de stad. Maar in 2022 startte ze vanuit de heuvels aan de grens met Rwanda en Oeganda een nieuw offensief, gericht op de controle van grond en vooral grondstoffen. Ze veroverden grote delen van het grondgebied ten noorden van Goma en nu zijn ze dus opnieuw in de stad zelf. 

Waar draait het conflict rond? – Etnische spanningen

Het conflict in Oost-Congo, in het grensgebied met buurland Rwanda, is al bijna 30 jaar lang aan de gang, sinds de genocide in Rwanda. In zekere zin is het een uitloper van het etnische conflict in het buurland.

Maar om het conflict beter te begrijpen, moeten we eigenlijk nog een heel stuk verder terugkeren in de tijd. Een aantal kiemen zijn al gelegd in het koloniale tijdperk. Zo voerde België vanaf de jaren 1930 vanuit zijn mandaatgebied Ruanda-Urundi landbouwers van de Hutu-bevolkingsgroep in als goedkope werkkrachten in de plantages van Noord-Kivu. Later kwamen er ook emigratiegolven van Tutsi’s, maar die kregen van de Belgische kolonisator vooral hoger aangeschreven functies. Die etnische tegenstellingen, geïmporteerd vanuit Rwanda, zijn altijd gebleven en nog vergroot.

Na de genocide in Rwanda in 1994 kwam een grote vluchtelingenstroom op gang. 2 miljoen Rwandezen, vooral Hutu’s, staken de grens over toen het Rwandees Patriottisch Front van Paul Kagame de macht overnam. Zij kwamen terecht in vluchtelingenkampen aan de westkant van Goma. 

De etnische spanningen spelen tot op vandaag een rol. Ze leidden tot het ontstaan van tientallen milities en zelfbeschermingsgroepen. Een daarvan is dus M23, dat wordt gesteund door Rwanda. 

M23 zegt de belangen van de Tutsi-bevolkingsgroep te steunen, die volgens Rwanda wordt onderdrukt in Oost-Congo. Rwanda hekelt ook de aanwezigheid van de FDLR, een Hutu-militie die deelnam aan de genocide in Rwanda en na de genocide vluchtte naar Congo. Het vreest dat die de veiligheid van Rwanda zelf of van de Tutsi’s in Oost-Congo bedreigt.

Onder het mom van veiligheid heeft Rwanda de voorbije jaren steeds meer invloed gekregen in het grensgebied. President Kagame probeert de regering van de Congolese president Felix Tshisekedi te destabiliseren. 

Kostbare grondstoffen

Maar de sluimerende etnische spanningen liggen zeker niet alleen aan de basis van het conflict. M23 (en Rwanda) is ook uit op grond. Of eerder: grondstoffen. De bodem van Congo in het algemeen en Oost-Congo in het bijzonder is ontzettend rijk. Noord-Kivu staat bekend als een mijngebied: er zit goud en diamant in de grond, en ook tin, wolfraam en coltan, een belangrijke grondstof voor smartphones en computers.

De rebellen zijn er de voorbije jaren in geslaagd om het grootste deel van de coltanmijnen in handen te krijgen. Ze hebben ook de volledige controle over de belangrijkste smokkelroute naar Rwanda, vanwaar coltan vervolgens wordt geëxporteerd.

Daarnaast zijn ook Congolese politici en militairen verwikkeld in de lucratieve grondstoffenhandel, waardoor veel partijen er belang bij hebben dat het conflict gaande wordt gehouden. Ook dat lijkt mee te verklaren waarom de Congolese president Tshisekedi de situatie in het oosten van zijn land niet onder controle krijgt.

De militaire steun die Congo kreeg van de VN-vredesmacht MONUSCO en van een regionale vredesmacht van zuidelijke Afrikaanse landen is de voorbije jaren ook ontoereikend gebleken.

Eerste Afrikaanse Wereldoorlog

In de tweede helft van de jaren negentig – in nasleep van de Rwandese genocide in 1994 – werden miljoenen mensen het dodelijke slachtoffer van de spiraal van geweld in Congo. In 1998 sprak de toenmalige Amerikaanse viceminister voor Afrikaanse Zaken Susan Rice van de ‘Eerste Afrikaanse Wereldoorlog’. Een conflict gevoed door uitzonderlijke combinatie van factoren, zoals de extreme zwakte van de Zaïrese of Congolese staat (van 1971 tot 1997 heette de Democratische Republiek Congo Zaïre, onder leiding van Mobutu) en de gevolgen van de Rwandese burgeroorlog evenals de steeds verschuivende allianties in de regio (waar iedereen redeneert volgens de logica van ‘de vijand van mijn vijand is mijn vriend’). Maar ook de criminalisering van staten en economieën, en de incoherentie van de zogenaamde internationale gemeenschap hebben een context gecreëerd waarin extreme destabilisering en onbeschrijflijk menselijk leed mogelijk en zelfs onvermijdelijk werden.

Bronnen:

https://www.vrt.be/vrtnws/nl/2025/01/27/wat-is-er-aan-de-hand-in-oost-congo/

– Reyntjens, Filip (2009). The Great African War: Congo and Regional Geopolitics, 1996-2006. Cambridge University Press.

 

Wilbert Broekhuizen, Technisch Directeur van de KNWU, liet in een interview voor Trouw optekenen: “Iemand zei vooraf tegen mij: Je bent voor of tegen.” Polarisatie lijkt het inderdaad te winnen van nuancering.

De bron van Broekhuizen had in één ding zeker gelijk: er zijn volop tegenstellingen. Rwanda is een land in ontwikkeling. De afgelopen jaren groeide de economie tussen de 6% en 8%. Het land moderniseert haar landbouw en ontwikkelt de dienstensector. Rwanda wil zich internationaal profileren als het Singapore van Afrika. Kigali heeft een moderne uitstraling.

Tegelijkertijd leeft bijna één op de drie Rwandezen nog in ‘multidimensionale’ armoede. Deze mensen zijn kwetsbaar en hebben geen buffers. Dat betekent dat ze moeten rondkomen van een bedrag per dag waar wij nog geen kop koffie voor kunnen drinken.

Rwanda staat met een score van 0,578 op de 159e plaats op de Human Development Index (HDI). Deze maatstaf van menselijke ontwikkeling wordt jaarlijks door de Verenigde Naties gepubliceerd en houdt rekening met belangrijke dimensies als gezondheid, onderwijs en levensstandaard. De HDI is een getal tussen 0 en 1, waarbij 1 de maximale score is. Nederland staat – met een score van 0,955 – op een achtste plaats van in totaal 193 landen.

Rwanda komt van een veel lager getal. Midden jaren negentig scoorde Rwanda 0,279. Wat dat betekent? Dat de levensverwachting, jaren dat kinderen naar school gaan, inkomens en levensstandaard flink zijn toegenomen.

IJkpunt voor dat cijfer is vlak na de genocide van 1994. Een zwarte pagina in de geschiedenis. Het is moeilijk voor te stellen hoe de Rwandezen daar mee om moesten – en nog moeten – gaan. Wie de verfilming heeft gezien –zoals Hotel Rwanda of Shooting dogs – kan nauwelijks nog iets van een positief mensbeeld overhouden.

Tegelijkertijd is Rwanda meer dan dat. Een land dat stappen maakt. Een jonge generatie die vooruit wil kijken. Een land dat een wielercultuur heeft ontwikkeld. De beelden van de enthousiaste fans langs de weg spreken voor zich.

Wellicht is de vraag gerechtvaardigd of we wel moeten gaan. En de gekoppelde  vraag in hoeverre een sportevenement apolitiek kan zijn. Is het WK wielrennen van president Kagame of van het volk?

België hanteerde de slogan: Cycling is coming home toen ze de WK-organisatie binnenhaalde. Voor dit WK geldt: Cycling is going places. De blik wordt verruimd, het wielrennen verrijkt. En ja, daarbij zijn sommige dingen anders.

Toegegeven: Het leidde tot kinderlijk enthousiasme dat het WK wielrennen aan Rwanda werd toegezegd. Al bijna veertig jaar rij ik op een fiets met een krom stuur en volg ik het wielrennen op de voet. Bovendien heb ik ‘iets’ met Rwanda. Ik woonde en werkte in de regio; in Noord- en Zuid-Kivu, in Burundi en Rwanda. Met dit WK wielrennen komt een persoonlijke passie en een professioneel leven bij elkaar.

Maar vanuit het wielerhart: Hoe gaaf is het niet dat – midden op het Afrikaanse continent – een kasseiklim ligt en mensen doldwaas zijn van de koers? Het doet denken aan de passie zoals die wordt beleefd in het zelfbenoemde ‘thuis van het wielrennen’, België. Een kasseiklim en de Afrikaanse couleur locale. Het beste van twee werelden.

Ben ik naïef? De figuurlijke brood en spelen?

Is het hopeloos romantisch om te denken dat de fiets kan verbinden?

Ik las de reactie op een wielerforum dat ‘we’ weg moesten blijven uit die Bananenrepubliek. Vanuit moreel perspectief; de auteur concludeerde echter dat het een ‘centenkwestie’ bleek. Ik weet niet of de reageerder zich bewust is dat de term ‘bananenrepubliek’ oorspronkelijk refereert naar Midden-Amerikaanse landen. De term was geen aanklacht aan de politieke leiders in deze landen, maar juist een verwijzing naar de enorme macht en invloed van de Amerikaanse bananen- en fruitmultinationals; deze bedrijven corrumpeerden de overheden in landen als Honduras, Panama, Guatemala, El Salvador en Nicaragua en schroomden niet een politiek leider af te zetten als het gevoerde beleid hen niet zinde.

Als de reageerder inderdaad bedoelde dat de internationale gemeenschap een rol speelt in Rwanda en het conflict in de regio, dan snap ik het commentaar (want Rwanda heeft niet zoveel weg van een bananenrepubliek: geen recente staatsgrepen, maar juist een sterke staat; een 43e plaats in een lijst van 180 landen op de Corruption perception Index, wat het land een subtopper in corruptiebestrijding maakt). Over de internationale inmenging, of juist het gebrek daaraan – in het tekstvlak hierboven diplomatiek verwoord als de ‘incoherentie van de zogenaamde internationale gemeenschap’ – lees ik inderdaad weinig.

‘Wij’ als kolonisatoren hebben de landen in de regio 65 jaar geleden een valse start gegeven. En ‘wij’ spelen vandaag de dag nog steeds een rol, bijvoorbeeld als eindgebruikers van de grondstoffen die in de regio in de grond zitten. De in Oost-Congo voorradige kobalt en coltan zijn nodig voor de batterijen in onze telefoons, laptops en computers. Dat is misschien de grootste tegenstelling: landen rijk aan grondstoffen zijn vaak het armst. En hebben significant vaker te maken met conflicten.

Het is wrang dat de eerste berichten over het WK in Kigali gingen over de hoge kosten van een reis naar Rwanda; de niet-Europese bonden hadden letterlijk enkele weken eerder een deelname aan een WK moeten bekostigen naar één van de duurste steden in het duurste land van Europa. Wel erg uit eigen perspectief gedacht zonder veel inlevingsvermogen.

‘Wij’ vragen ons af of we mee zouden moeten doen. De vraag wordt niet gesteld of ‘zij’ eindelijk ook mee mogen doen?

In 2012 zag ik mijn oude huis – wat ik net voor kerst 2011 had verlaten – op het journaal. M23 rebellen hadden de stad Goma ingenomen. De geschiedenis herhaalt zich. Lang voor dit WK onze aandacht trok, speelde dit conflict. Ik vrees dat ook na dit WK – als de wielerwereld alweer bezig is met het EK en de Ronde van Lombardije – de licht ontvlambare mix van factoren zal blijven bestaan.

Bij kortstondige escalaties verschijnen er weer enkele artikelen. Maar correspondent Eva de Vries schreef in maart 2023: ‘Het aantal doden loopt de afgelopen jaren in de honderdduizenden. Maar het nieuws haalt de internationale voorpagina’s al lang niet meer. De complexiteit en duur van het conflict maken het moeilijk om er aandacht aan te blijven besteden.’

In oktober 2022 schreef Thomas Sijtsma een artikel in wielertijdschrift De Muur met als titel: ‘Schitterend – de WK wielrennen in Rwanda; Een schande – de WK wielrennen in Rwanda’. Een stuk dat beide kanten van de medaille belicht. In de serie artikelen die Sijtsma eerder dit jaar publiceerde in Trouw, schreef hij uitsluitend over sportwashing en de schande dat Rwanda het WK mag organiseren. De nuance verdwenen.

‘Je bent voor of tegen.’ Blijkbaar. Hij had zijn kant gekozen.

Het lezen van de artikelen lieten me uren piekeren. Ook borrelde het schrijven van een tegengeluid. En toch ook die vraag: Was ik naïef?

Ik dacht terug aan het gesprek dat ik enkele maanden geleden had met de oude wielercoach die het land had verlaten en nu in Congo woonde. De verkeerde etnische groep om in Rwanda te wonen, zeg maar. Verder wist ik niet veel over zijn achtergrond. Een introductie door zijn (wieler)vriend bracht ons in gesprek. Na enige tijd vroeg ik voorzichtig wat hij van de ophef over het WK vond.

– “Ah, ja, dat.”

Hij zweeg een ogenblik.

In die stilte kon ik het persoonlijk leed voelen. Ik schaamde me voor mijn vraag.

Hij vervolgde: “Daar vind ik niets van. Het is al lang een moeilijke situatie. Wat moet ik antwoorden?”

Tja, wat moest hij antwoorden?

De ene kant van de medaille is vol van leed en verdriet. Als buitenstaander is het makkelijk dat uit het oog te verliezen; of rücksichtsloos te oordelen. De andere kant van de medaille verbindt. Als de medaille op één kant ligt, is er geen beweging. Wij kunnen het conflict achteloos ‘vergeten’ in het nieuws. De mensen daar moeten door. De medaille kan alleen in beweging komen als ie balanceert op de dunne rand waarbij beide kanten te zien zijn.

De oude wielercoach vroeg me niet om niet te komen; integendeel: Hij nodigde me van harte uit. Hij keek uit naar mijn komst.

Twee weken na ons gesprek stuurde de wielercoach enkele foto’s van zijn fiets. Voordat ik zelf op de fiets stapte, wenste ik hem een prettige rit toe. In gedachte reed ik een stukje met hem mee.

Luister hier de eerste aflevering van onze podcastreeks Studio Kigali:

 

Bekijk ook van Dik van de Koolwijk

Studio Kigali | Beide kanten van de medaille

WK Wielrennen: Volksfeest of politiek spel?

Studio Kigali

Studio Kigali: Kopbeurt Sanne Scheltinga

Vijf vragen aan...

Studio Kigali