Studio Kigali: de paracyclists ontbreken óók in Rwanda – een gemiste kans?
Met Studio Kigali kijken we vooruit naar het WK fietsen in Rwanda. September is begonnen en het is minder dan drie weken(!) tot het WK. Maar in de schaduw van dit WK fietsten de parafietsers ook al om de regenboogtruien. Afgelopen week vond het WK paracycling plaats. In tegenstelling tot het ‘Super-WK’ in 2027 (en ‘gewone’ WK 2024 )) vond dit kampioenschap niet plaats in Rwanda, gelijktijdig met het WK wielrennen, later deze maand. Een gemiste kans? Wij vinden van wel, maar het exacte hoe en waarom, dat is nog even gissen.
Of je nu de parasport volgt of niet, het verdient in ieder geval een introductie. Want als je in de uitslagen jouw favoriet zoekt, dan heb je wel even wat werk te doen. De parasport onderscheidt zich door een breed palet aan sportklasses, die eigenlijk het verschil aanduiden in jouw fiets en in de fysieke beperking. Er is een uitgebreid artikel op de site van de KNWU dat een goede uitleg geeft over welke klasse waarvoor staat.
De koning van het Nederlandse paracycling team is waarschijnlijk Jetze Plat, die met zijn gouden Olympische medailles een investeringsfirma kan beginnen. Ook Daniel Abraham Gebru, de wegrit kampioen van Rio, Tokio én tijdritkampioen van Parijs, is een hele bekende. Meervoudig kampioen Mitch Valize is ook eentje om rekening mee te houden. (Edit; Bangma-Bos moesten we toevoegen volgens paracycling kenner Teun!)
Plat liet het WK voor wat het was, Gebru pakte brons op de tijdrit en Valize ging er met het goud vandoor. Bij de dames ging Marieke van Soest ging met dubbel goud naar huis, ook Chantal Haenen pakte de titel in de WH5 wegrace.
Alles dus in het Belgische Ronse. Het deelnemersveld was groot qua aantal, maar per veld relatief ondiep. Sommige velden hadden slechts twee deelnemers/deelneemsters, andere kwamen richting de twintig.
Hoe mooi was het geweest als dit WK ook in Kigali had plaats gevonden?
Het is wat ons betreft een gemiste kans, eentje die door de wielerbond UCI wellicht meer ondersteunt zou moeten worden. Maar ja, dat is ook voor alle juniorenteams en beloftenteams die door bonden niet worden uitgezonden. Dat is ook een gemiste kans en het laat ook zien dat de meeste Europese landen verwend zijn met al die WK’s op het eigen continent (en zodra de kans er is, wordt de budget kaart getrokken om iets niet te doen). Voor de parasport geldt vooralsnog hetzelfde. De kosten voor een complete verplaatsing naar Rwanda, is nu een brug te ver. Het deelnemersveld van het para WK leek een beperkte verzameling van landen te zijn. Veel EU landen, veel Frankrijk en, opvallend, een aantal atleten uit Uzbekistan (!)
Long story short: de kans voor deze atleten om ook naar Rwanda te gaan, als een positieve ervaring, die werd niet geboden. Het is op zich geen breuk met de traditie van de UCI om het WK en het para WK los te koppelen, want ook in 2026 zullen de parafietsers niet naar Montréal gaan maar naar ‘sweet home’ Alabama. Huntsville host dan de WK. De eerste in de WK (en Huntsville was ook de eerste die een World Cup Para Cycling organiseerde in de VS). Kijken of de president van de VS zijn hoofd dan ook laat zien.
Er lijkt in ieder geval nog iets te winnen. Want voor ons begint acceptatie en groei bij het letterlijk inclusief maken. Ja, een parafietser heeft wellicht andere behoeftes dan een fietser zonder fysieke of geestelijke beperking. Al is het alleen maar vanwege begeleiding op de tandem, of extra materiaal in de vorm van sportprotheses, etc.
Het was toch tof geweest om de atleten en atletes de Muur van Kigali te zien bedwingen. Alhoewel we van de eerder genoemde Teun Kruijff ( kenner, want zelf para sporter) begrepen dat deze muur net iets te steil is voor de atleten. Wellicht is het land der 1000 heuvels daarom ongeschikt. Who knows.
We blijven dromen. Voor nu doen we het maar even met wat mooie plaatjes van het WK in Ronse.