Studio Kigali

Studio Kigali: Jean Marie « Le Motard »

Ik zit op de Tacx en kijk de beelden van de Tour du Rwanda, als ik een WhatsApp bericht ontvang. Het is Jean Marie. Ik kreeg zijn nummer van een goed contact. Jean Marie heeft motorbegeleiding verzorgd tijdens wielerkoersen in Rwanda. Hij staat als “Le Motard” in mijn contactenlijst.

Hij communiceert bij voorkeur in het Frans; zijn Engels is maar 10%. Pas de problème, typ ik terug.

Als ik net van de fiets ben afgestapt, belt hij. Hij is in Goma, Congo, en zal morgen naar Kigali reizen. We spreken af morgenavond verder te spreken. Ik wens hem alvast een goede reis.

Ik heb 24 uur om vragen te bedenken. Hoe zou hij het Rwandese wielrennen beschrijven? Wat zal de impact zijn van het WK? Hoe kijken Rwandezen naar het komende WK? De verhouding tussen Rwanda en Congo. Het houdt hier de gemoederen bezig. Kan ik ernaar vragen?

Van Jean Marie weet ik nog niet veel. In het korte gesprek na mijn indoortraining sprak hij vol passie over het wielrennen. Hij was ploegleider van het Cine Elmay team en volgde de eerste nationale rondes van zijn land. Onder andere op de motor, zo begrijp ik van de introductie van zijn vriend.

De aantekeningen die ik gisteren vluchtig krabbelde op een papiertje liggen voor me. Evenals mijn vragen. Gisteren een prettige kennismaking. Aimabel. We zijn van harte welkom in Rwanda. De liefde voor de fiets klonk door in zijn woorden. Ik neem me voor zijn familienaam te vragen. In Franstalig Afrika ga ik regelmatig door het leven als Monsieur Van. Ik wil Jean Marie het respect tonen door zijn achternaam te benoemen.

Het afgesproken tijdstip breekt aan. De telefoon gaat over.

Allo Dik,” opent Jean Marie.

– “Bonsoir Jean-Marie, comment allez-vous?“

Ça va, ça va.

– “En de reis, is die goed gegaan?”

“Een beetje vermoeiend, maar ça va.”

Jean Marie overnachtte in Goma, deed inkopen, stak de grens over en reisde naar Kigali. Een goede weg. “Maar veel heuvels (Jean Marie spreekt van “collines”, letterlijk heuvels, maar de term bergen dekt beter de lading) en dus veel bochtige wegen.”

– “De beklimmingen, ook de grote uitdagingen voor de coureurs!” haak ik in.

“Dat is waar, haha”, reageert Jan Marie.

– “Bij ons is het vlak, maar in Rwanda is het moeilijk om lange vlakke stroken te vinden.”

“Dat is onmogelijk.” Hij lacht. En vervolgt: “Behalve in het oosten van het land. Daar is het vlak. Maar het overgrote deel van het land is heuvelachtig.”

Ik neem een stapje terug. Ik bedankt Jean Marie voor zijn beschikbaarheid en leg uit wat ons idee is. Het is interessant de geschiedenis van het Rwandese wielrennen te kennen, en natuurlijk vooruit te kijken naar het WK. Als ik hem vervolgens vraag hoe hij het wielrennen in Rwanda zou beschrijven, volgt een korte stilte.

“Ik dacht eigenlijk dat je zou komen. Dan zouden we kunnen praten. Doen we het gesprek à distance, comme ça?”

Door het gemak van de technologie – de verbinding hapert geen enkele keer en de lijn is helder alsof ik iemand in Nederland bel – heb ik er helemaal niet bij stil gestaan uit te leggen dat ik vanuit Nederland bel. “Mijn excuses. Voor nu moet het dus even zo.”

– “Ah oké.”

Het weerhoudt Jean Marie er niet van zijn verhaal te doen. “Het is al een tijdje dat ik gestopt ben. Ik ben Rwandees-Congolees. In die tijd vertrokken veel Rwandezen naar Congo. In 2018 verhuisde ik naar Congo.” De laatste jaren heeft hij het wielrennen dus minder gevolgd: “Het is bijna acht jaar dat ik er een beetje uit ben.”

“Juist in recente jaren is de Tour du Rwanda internationaal bekend geworden”, zeg ik. “De geschiedenis van het Rwandese wielrennen is niet zo bekend. Mensen zijn verbaasd dat het zo populair is; de beelden van groot aantal toeschouwers. Was dat al zo vanaf het begin?”

– “Ja, ja, ja. Het is echt populair. Ik herinner me – ik reed op de motor, als beveiliger, of met journalisten en fotografen achterop – er was volop publieke belangstelling. In de dorpen, bij beklimmingen, altijd veel publiek. De Rwandezen kijken uit naar de Tour du Rwanda. Het zou makkelijk twee of drie keer per jaar plaats kunnen vinden. De mensen houden ervan.”

“Gisteren vertelde u dat u tien keer de Tour du Rwanda heeft gedaan. Als motard, als journalist?”

– “Ik ben motard. Van beroep, cross-moto. Ik heb de organisator van de Tour benaderd en ik heb voorgesteld: ik hou van wielrennen en ik heb het altijd gedaan, kun je me een plaatsje geven in de karavaan? Ik weet hoe de renners rijden, hoe ze zich gedragen. De gevaarlijke plekken. Ik kan de route afzetten. Ik kan zelfs de valsspelers betrappen. Ik heb verschillende dingen gedaan. Soms ook de andere motards getraind.”

“Over welk jaar spreken we?”

– “De Tour du Rwanda is begonnen… ik herinner me het niet… 2008 of 2009.” (Ik zoek het later op: De Ronde is voor het eerst verreden in 1988; sinds 2009 is de koers onderdeel van de UCI Africa Tour.) Ik ben in 2019 gestopt. In al die jaren heb ik meegedaan.”

“Hoe kijken de Rwandezen naar het WK?”

– “De Rwandezen kijken er naar uit! Ik ben al een poosje niet meer hier, ik was in Kinshasa. Ik ben sinds een jaar weer terug. Dus ik ben hier weer een beetje nieuw. Maar ik weet wat er speelt. De mensen houden ervan. De mensen kijken er reikhalzend naar uit!”

“Wat zal de impact zijn van het WK zijn voor het wielrennen en Rwanda in het algemeen?”

– “Het zal het niveau van de Rwandezen opkrikken. Toen we begonnen, het niveau… Volgen was niet altijd makkelijk. De renners passen zich aan. Het niveau verbetert. Het is een grote kans voor Rwanda, voor de toekomst.”

“Voor het wielrennen of voor Rwanda?”

– “Le cyclisme, c’est le Rwanda!” – Wielrennen is Rwanda! – “De jongeren, ze zien de fietsen. Ze beginnen het te waarderen. Beetje bij beetje kunnen ze de middelen vinden om een fiets te bemachtigen. Want dat is niet makkelijk hè! Een team managen is niet makkelijk, met alle beperkingen, toch wielrennen we. Ik ben begonnen omdat ik het iemand zag doen. En iemand heeft mijn eerste fiets voor me gekocht, toen ik jong was. De jongeren zien goede dingen, dan blijft het in hun hart.”

“Dus vooral een inspiratie voor de jongeren?”

– “Ja, ja. Inspiratie voor jongeren, maar ook inspiratie voor de teams.”

“Ik begrijp dat het een beetje een gevoelige vraag is. Hier is aandacht en soms het idee dat het WK een vorm van sportwashing is. Ook de gebeurtenissen in Congo worden kritisch bekeken. Wat denkt u daarvan?”

– “Ah ja, dat.” Een korte stilte. “Daar vind ik niets van. Het is al lang een moeilijke situatie. Wat moet ik antwoorden? Als je hier bent, dan kunnen we het serieus over hebben.”

“Een laatste vraag: wat zou u willen zeggen tegen de wielerliefhebbers in Nederland? Wat zou uw advies zijn?”

– “Ze moeten zich goed voorbereiden. De Nederlanders die hier fietsten: ze hebben zich geamuseerd. Voor het Nederlandse team: Courage! Moed! Want het zal lastig zijn. Veel beklimmingen. Dus moedig om hier te komen, en te ontdekken.”

“Het zal geen sprint worden met een grote groep”, kijk ik vooruit.

– “Er zullen veel sterke renners aan de start staan. Maar er zijn ook altijd verrassingen.

“Maar de sterkste zal winnen?”

– “Ja, de sterkste zal winnen. Maar als men de omgeving en de route kent, dan zal het goed zijn.”

Ik bedank Jean Marie hartelijk. “Ik moet jou bedanken”, is het vriendelijke antwoord.

“Gaat u kijken, zondag?”

– “Zondag?”

“De laatste etappe van de Tour du Rwanda in Kigali?”

– “Ja ja ja! Ik ben nu hier. Ik ga kijken.”

“Akkoord, Monsieur Dik Van”, sluit Jean Marie het gesprek af: “Merci, tot gauw.”

– “Merci, dag en tot snel!”

De verbinding wordt verbroken. Ik kijk naar mijn aantekeningen. Achternaam, staat er geschreven. Ah, glad vergeten.

Moet ik het nu nog in een tekstbericht vragen? Ik laat het maar even zo. Door de passie meteen in het onderwerp wielrennen gedoken.

Ik luister het gesprek terug. Pas nu merk ik dat hij me ook Monsieur Van noemde. Ik grinnik. Een leuk gesprek. Een aimabele man, vol met verhalen: Jean Marie. « Le Motard ».

Dit artikel kwam mede tot stand door een subsidie onder het Connect for Global Change programma

Bekijk ook van Dik van de Koolwijk

Studio Kigali: Jean Marie « Le Motard »

Studio Kigali

Studio Kigali: Terugblik op WK 2024 – Rwandezen in Zürich

Terugblik op WK 2024

Studio Kigali