Studio Kigali: Wat blijft er over na de Muur van Kigali?
In 2025 is het zover: het WK wielrennen komt naar Rwanda. Terwijl de ogen van de wielerwereld gericht zijn op de Muur van Kigali, vraag ik me als ontwikkelingseconoom én wielerfan af: wat blijft er achter als het peloton vertrokken is?
Tekst: Thomas de Hoop
In hoeverre helpt het WK mee om armoede te verminderen, en economische groei en onderwijs te verbeteren? Tot nu toe hoor je in de discussies over het evenement vooral economische argumenten die gebaseerd zijn op aannames of veronderstellingen, niet op sterk onderzoek. En over de mogelijke langetermijneffecten op ontwikkeling hoor je nog minder.
Twee mogelijke langetermijnvoordelen
Als iemand die al sinds de jaren negentig met bewondering naar wielrenners in de klassiekers en de grote rondes kijk, zie ik twee manieren waarop het WK andere langetermijneffecten kan hebben.
Rolmodellen die inspireren
Hoewel Afrikaanse renners nog sterk ondervertegenwoordigd zijn in de wereldtop, staan in juni 2025 Biniam Girmay (plek 10) en Kimberley Le Court (plek 18) in de top 100 bij respectievelijk de mannen en vrouwen. Een sterk optreden van deze of andere Afrikaanse renners tijdens het WK kan een golf van inspiratie veroorzaken – niet alleen in Rwanda, waar fietsen al populair is – maar ook in andere Afrikaanse landen.
Fietsen als hefboom voor sociale verandering
Toegang tot een fiets kan positieve effecten hebben. In India bleek uit een studie van Muralidharan en Prakash dat meisjes die een fiets kregen vaker naar school gingen dan meisjes zonder fiets. Meisjes die deelnamen aan het fietsprogramma in Bihar schreven zich 32% vaker in voor voortgezet onderwijs dan meisjes die niet deelnamen aan het programma, met grotere effecten voor meisjes die verder van school woonden. Deze video legt prachtig uit hoe de onderzoekers dit onderzochten. En de effecten zullen misschien vergelijkbaar of groter zijn in veel Afrikaanse landen waar deelname aan het voortgezet onderwijs zeker geen vanzelfsprekendheid is voor meisjes. Onderzoek in Zambia laat inderdaad vergelijkbare positieve effecten zien: 27% meer aanwezigheid van meisjes met fietsen dan voor meisjes zonder fietsen.
Economische claims met een korreltje zout
Onderzoek naar het WK voetbal in Zuid-Afrika in 2010 laat zien dat de economische voordelen van grote sportevenementen soms voornamelijk positief zijn op de korte termijn. Een ex-post analyse op basis van satellietbeelden van nachtelijke verlichting toont aan dat de economische activiteit in gaststeden tijdelijk toenam tijdens het toernooi, maar dat deze effecten grotendeels verdwenen binnen twee jaar. De studie concludeert dat de langetermijnimpact op werkgelegenheid kleiner was, hoewel kleine steden wel meer voordeel genereerden van investeringen in infrastructuur.
De sociale effecten van fietsen, zoals betere toegang tot onderwijs voor meisjes, kunnen op de lange termijn mogelijk meer opleveren dan de economische boost van een sportevenement.
Er is eigenlijk nog erg weinig bekend over de effecten van grote sportevenementen op ontwikkeling. In de afgelopen 20 jaar is het aantal studies naar sociale programma’s, onderwijs en gezondheid geëxplodeerd. Onderzoek naar sport en ontwikkeling blijft echter achter. Veel claims over de impact van sport zijn gebaseerd op anekdotes en niet op sterk onderzoek.
Van Parijs-Roubaix naar Kigali
Vorig jaar genoot ik van de enthousiaste YouTube-video’s uit Eritrea na de overwinning van Biniam Girmay. Ik ben benieuwd of de sfeer op de Muur van Kigali net zo intens of intenser zal zijn als in het Bos van Wallers, waar ik jaarlijks schreeuwend de renners aanmoedig tijdens Parijs-Roubaix.
Het WK in Rwanda is een kans. Niet alleen voor de sport, maar ook voor onderzoek en ontwikkeling. Laten we die kans grijpen, op de fiets én in de data.
Thomas de Hoop is een ontwikkelingseconoom die onderzoek doet naar de effecten van grote ontwikkelingsprojecten in Afrika en Zuid-Azië. Hij volgt wielrennen sinds de jaren negentig en is jaarlijks te vinden op twee kasseistroken tijdens Parijs-Roubaix.