Štybar wordt 40! Terug naar het WK waarin winnen nauwelijks nog winnen was
Zdeněk Štybar kan het WK veldrijden van 2010 niet winnen. Alleen maar verliezen. Bijna dan. De titel ligt immers voor het oprapen. De Tsjech is in Tábor, in eigen land, de huizenhoog favoriet. Die status maakt dat een overwinning in de ogen van de buitenwereld op voorhand een dusdanige vanzelfsprekendheid is, dat die aan zal voelen als niet meer dan een gelijkspel. Štybar kan niet alleen leunen op het thuisvoordeel, de Tsjech verkeert de hele winter al in een blakende vorm. In de herfst van 2009 had Niels Albert weliswaar de eerste drie wereldbekerwedstrijden gewonnen, daarna was Štybar aan een opmars begonnen. Na in Koksijde en het Spaanse Igorre twee zeges op rij te boeken, had hij drie koersen later opnieuw gewonnen. Ditmaal was hij op het Vélodrome André Pétrieux, ook bekend uit Parijs-Roubaix, de beste in de Grand Prix Lille Métropole, zoals de veldrit in de finishplaats van de ‘Hel van het Noorden’ officieel heet. In Noord-Frankrijk had Štybar de leiding in het wereldbekerklassement overgenomen van Albert. Ondanks dat de Belg in Hoogerheide zijn directe opponent zou verslaan in de laatste koers, had de Tsjech met zijn tweede plek de eindzege veilig gesteld. Die prestatie maakt dat hij precies een week later als de te kloppen man op de eerste startrij staat als het 61ste WK op punt van vertrekken staat. De favoriet heeft nog een ander voordeel ten opzichte van zijn concurrenten. Slechts drie weken eerder is de Tsjechische nationale titelstrijd op precies hetzelfde parcours beslecht. Štybar had er geen spaan heel gelaten van zijn landgenoten, die nimmer uitzicht hadden op de kampioenstrui.
Mocht de UCI nog eens een lobby willen starten bij het Internationaal Olympisch Comité om het veldrijden toe te voegen aan het programma voor de Winterspelen, dan zouden de beelden van de mondiale titelstrijd in 2010, ook al zijn ze intussen anderhalf decennium oud, meer dan geschikt zijn om de bobo’s over de streep te trekken. Niet alleen is het bar koud op zondag 31 januari van dat jaar, het heeft ook flink gesneeuwd in Zuid-Bohemen. Die dag is de cyclocross wel degelijk een uitgesproken wintersport. Bovendien heeft Koning Winter de omloop ook nog eens spekglad gemaakt. Niet dat Štybar zich door de omstandigheden op de kast laat jagen. Direct na het klinken van het startschot spurt de nationale favoriet zijn rivalen uit het wiel en snelt als eerste het bevroren veld in. Hoewel een overwinning voor de buitenwereld als niet meer dan een gelijkspel zal worden beschouwd, wil de Tsjech niets aan het toeval overlaten en neemt onmiddellijk het initiatief. Minder verwachten de vele, dik ingepakte fans langs het parcours niet van de tweevoudig juniorenwereldkampioen. Uitgerekend zijn op voorhand voornaamste opponent, Albert, kent een slechte start. De titelverdediger stuurt pas als twintigste het asfalt af. Een jaar eerder waren in Hoogerheide de rollen nog omgekeerd geweest en had Štybar genoegen moeten nemen met zilver, op gepaste afstand van de Belg. Dat hij enkele vrienden, werkzaam bij de gemeente van zijn vroegere woonplaats Stříbro, zo ver had gekregen voor een dag de naam van het stadje, iets meer dan honderd kilometer ten zuidwesten van Praag, te veranderen, had niet mogen baten. Stříbro betekent zilver in het Tsjechisch en Štybar ging in Hoogerheide vanzelfsprekend voor goud. Vandaar dat de stad, als ware die een klavertje vier, zich voor een etmaal Zlatý – ‘goud’ – had genoemd. De tijdelijke naamswijziging had niet mogen baten. Albert was in 2009 simpelweg te sterk.
Dat de Belg een jaar later in Tábor geen rol van betekenis zal spelen wordt al in een vroeg stadium duidelijk. Albert komt na zijn beroerde start niet meer in zijn ritme en zal halverwege opgeven. De ongenaakbare Štybar heeft op dat moment al afgerekend met de grillen van de enige die hem in eigen land nog probeert af te houden van de regenboogtrui. De pechduivel. Als de Tsjechische topfavoriet na zijn bliksemstart een kopgroep vormt met landgenoot Radomír Šimůnek Jr., de Zwitser Christian Heule, Francis Mourey uit Frankrijk, de Belgische schaduwkopman Sven Nys en diens landgenoot Klaas Vantornout, dwingt een lekke band hem tot een fietswissel en een bijbehorende noodzakelijke achtervolging. Het gemak waarmee Štybar die klus klaart duidt er onmiddellijk op dat er in Tábor geen maat op hem staat. De aanstaande wereldkampioen is niet te stoppen. Hij passeert zijn gewezen metgezellen en schudt ze af, zoals je een paar sneeuwvlokken van je jas veegt. Solo zet Štybar koers naar zijn eerste titel bij de eliterenners. Dat de Tsjechen op eigen bodem duidelijk in het voordeel zijn bewijzen landgenoten Martin Bína, die altijd sterk rijdt op een besneeuwde ondergrond, Martin Zlamálík en Šimůnek Jr. Allemaal bemachtigen ze een plek bij de eerste tien in de uitslag. De collectieve topprestatie geeft de titel van de in België woonachtige kampioen nog wat extra glans. Ondanks dat de buitenwereld de zege van Zdeněk Štybar in Tábor zo vanzelfsprekend vindt dat die nauwelijks als een overwinning aanvoelt, maar eerder slechts een gelijkspel is, is die voor de kersverse drager van regenboogtrui wel degelijk goud waard.
