De wielersport heeft zich overgeleverd aan commerciële televisiemeneren. Het is geen incident dat de Ronde van Vlaanderen volgend jaar geen Muur heeft.
Enkele dagen na de presentatie van het plan om de Ronde van Vlaanderen te amputeren en de renners vanaf 2012 niet langer over de fameuze Muur van Geraardsbergen te sturen, stuurde de organisatie van de Ronde van Lombardije een persbericht de wereld in. Men kondigde een nieuw parcours aan, waarin werkelijk geen kilometer gelijk is aan voorgaande jaren. Nauwelijks enige reactie, laat staan verontwaardiging.
Voor de duidelijkheid: de rondes van Vlaanderen en Lombardije zijn wielerwedstrijden, respectievelijk de eerste en de laatste grote koers van het seizoen. Dat is al sinds de Romeinse overheersing zo, en in de sport geldt: stilstand is vooruitgang. De grens tussen traditie en folklore is nergens zo dun als in het wielrennen. Veranderingen worden daarom met de grootste argwaan bestudeerd.
De Ronde van Vlaanderen is veruit de populairste wedstrijd van België, en de televisieregistratie is altijd een van de best bekeken uitzendingen van het jaar. De Ronde is het klapstuk van een reeks Vlaamse wedstrijden, over gelijkaardige parkoersen in de Vlaamse Ardennen.
Die wedstrijden zijn als pakket (met de afstotelijke naam ‘Flanders Classics’) in handen gekomen van Wouter Vandenhaute. Die Vandenhaute is geen oud-wielrenner, zoals de meeste leidinggevenden in de sport. Hij is eigenaar van Woestijnvis, een televisieproductiemaatschappij die verantwoordelijk is voor programma’s als Man bijt hond, De slimste mens ter wereld en Alles kan beter. In dat laatste programma analyseerde een panel komische Vlamingen ontwikkelingen in politiek, sport en media, met als uitgangspunt: alles kan beter.
Het zou Vandenhautes lijfspreuk kunnen zijn. Hij is een zakenman, eentje met een wielerhart, maar vooral met hart voor de zaak. Met dat oogmerk zet Vandenhaute nu dus de bijl aan de wortels van de wielerbeschaving. En De Muur is dan wel een ijkpunt in het wielrennen – met het kapelletje op de top, als symbool voor het roomse cyclisme, en de religieuze verering van de supporters voor hun helden – maar het is maar een heuveltje. En het is maar wielrennen. Toch?
Heel Vlaanderen spleet zich deze week in twee kampen uiteen. De tegenstanders van het nieuwe parcours, waarin twee ándere klassieke bergen nu driemaal beklommen worden, in een soort finalecircuit, spreken er schande van dat de traditie om zeep wordt geholpen. Voorstanders spreken van vooruitgang, modernisering en toenemende attractiviteit.
Geen mening hebben is onmogelijk. De gemoederen op radio en televisie liepen hoog op.
Vergelijk het met de Elfstedentocht en met Reinout Oerlemans die besluit dat het wat lekkerder wegkijkt als de doortocht in Bolsward dit jaar wordt geschrapt.
De hang naar nostalgie in de sport is pathetisch. En het wielrennen is de meest nostalgische aller sporten. Vaak is die nostalgie gebaseerd op napraterij: de Muur maakt pas sinds 1981 definitief deel uit van de Ronde. Dat is dertig jaar, een peulenschil voor de woedende wielernostalgici die het liefst vandaag nog de tijden van Coppi en Bartali zouden doen herleven.
Tegelijk merkt het Vlaamse wielrennen – dat zoveel meer is dan zomaar sport – nu voor het eerst dat het zich heeft overgeleverd aan een televisiemeneer, die met zijn eigendom doet wat hem belieft: een zo boeiend televisiegeniek mogelijke route uitstippelen.
Dat kan de sport, die probeert een schoner, menselijker imago op te bouwen, niet gebruiken. Het spektakel dat Vandenhaute nu probeert af te dwingen, eist fysiek nog meer van de coureurs. De keuze voor een ander Ronde-parkoers is de keuze voor de kijker. De klant is koning, de sporter de nar die de koning tevreden moet zien te houden. Tegen elke prijs.
Het verdwijnen van de Muur is dus geen historische vergissing, maar een voorafschaduwing van een toekomst die stiekem al lang begonnen is: een tijd waarin sport nooit meer saai mag zijn.
Dit stuk was op 26 september 2011 te lezen op de opiniepagina van nrc.next
- Voorpublicatie ‘Fietsen om niet aan te komen’ van Frank Heinen - 30/04/2021
- Vergeten wielrenner: José Beyaert - 20/04/2021
- Vergeten wielrenner: Rebecca Twigg - 01/04/2021
In de beginperiode van Flanders Classics werden de ideeën van Vandenhaute met open armen onthaald. Hij was dé aangewezen man om de voorjaarskalender te structureren zodat de andere koersen mee kunnen liften op de populariteit van de Ronde van Vlaanderen. Juist het feit dat hij niet uit het wielrennen komt was een pré gezien nostalgie vaak leidt tot conservatisme en juist dat had het wielrennen niet nodig.
Wat mij betreft mag bovenstaand stuk nog steeds gelden in de tegenwoordige tijd. Wij willen wielrennen zien. En bij voorkeur zo schoon mogelijk. Dat schone begint al bij de organisatie, geldstromen en dies wat meer zij. Het is goed als mensen van buiten het wielrennen hier, al is het vanuit een commercieel oogpunt, een vinger tussen krijgen. Ik heb wel vertrouwen in het wielerhart van Vandenhaute.
Daar sluit ik mij bij aan. Natuurlijk was De Muur de geijkte metafoor daar waar het De Ronde betreft. Maar De Muur werkte vaak net zo verlammend op een groot gedeelte van het peleton als de Cauberg aan het eind van de Amstel Gold Race met tamelijke voorspelbaarheid tot gevolg. Of een spartelende kopgroep die net voor De Muur werd ingelopen of een grote groep die begon aan De Muur waarbij de sterksten bovenop overbleven.
Dat laatste klinkt natuurlijk aanlokkelijk en aantrekkelijk, want zo moet wielrennen zijn, maar De Muur werkte dermate verstikkend dat je de finale – laatste 25 km – van De Ronde tot nu toe in veel gevallen al op zondag rond het middaguur kon uitstippelen. Net zoals dat maar al te vaak in bijvoorbeeld de Amstel het geval is sedert de finish bovenop de Cauberg of, zoals u wilt, in de Primavera.
Dan blijken toch maar al te vaak Roubaix en Luik van een meer verrassender gehalte te zijn. Natuurlijk winnen ook daar alleen de aller sterksten maar ogenschijnlijk begint het echte gevecht daar al veel eerder in de koers.
Ik vind derhalve dat Vandenhaute er goed aan doet om die cruciale wijziging in het parcours toe te passen en de vondst van een aantal “plaatselijke” ronden zal verfrissend werken mbt het koersverloop. De Ronde boet geenszins aan zwaarte in, integendeel zelfs, dus wat is uiteindelijk het probleem?
Folklore wellicht? Mocht dat het geval zijn, dan zullen de folkloristen onder ons (en onder de Vlamingen) zich moeten realiseren dat de wielrennerij niet gebaat is bij slechts folklore maar mee moet evalueren met de vaart der volkeren wil de sport de fans blijven bekoren en ja, die vermaledijde televisie beslecht daarbij vaak het pleit. De Vlamingen moeten er trots op zijn dat hun Ronde een zo grote mondiale uitstraling geniet en wil men die behouden dan gelden andere regels dan het plezieren van de locale uitbater van taverne-restaurant Het Hemelryck en de zijnen.