Het zal je als renner gebeuren. Met dik 100 meter voorsprong op een achtervolgend groepje het vélodrome van Roubaix binnenrijden. Over het plankje de piste op, rechtsom door de bocht en dan solo op de finishlijn af.
De verzuurde benen staan stil, de handen gaan omhoog, de ogen zijn gesloten. Het lawaai van de tribunes verdooft het moment. Totale euforie.
Terwijl de bel voor de laatste ronde klinkt komen de achtervolgers op volle snelheid langs. Weg zege. Te vroeg gejuicht.
Zou dit scenario weleens als nachtmerrie in het hoofd van een renner opdoemen?
Schaatser Hilbert van der Duim gaf ooit het beroemdste rondje weg. Hij dacht wereldkampioen te worden, maar stopte tijdens de 5000 meter één ronde te vroeg. Beroemd commentaar: ‘Hilbert, je moet nog een rondje!’. Arme Hilbert.
Vrijwel ieder seizoen gebeurt het wel een keer dat een renner, eenmaal aangekomen op de plaatselijke omloop, zich verrekent en te vroeg de eindsprint inzet.
Top 5 één rondje te vroeg:
5. Lieuwe Westra, Ronde van Oman 2010
15 februari. Voor de tweede dag op rij is Lieuwe Westra in de aanval. Op de plaatselijke omloop in Samail plaatst hij een late demarrage vanuit het peloton, op z’n Jelle Nijdams. Nog twee kilometer, denkt Lieuwe. Hij kijkt voortdurend achterom. Onder de boog steekt hij de armen in de lucht. Hij is uitzinnig (video).
Publiek staat er niet, dus er is niemand die hem er op kan wijzen dat er toch echt nóg een ronde op het plaatselijke parcours moet worden afgelegd. Pas als Westra alweer tweehonderd meter voorbij de finish is uitgebold ziet hij het peloton, onder aanvoering van de Garmin trein, weer voorbij komen. Het was ook te mooi om waar te zijn. Acht kilometer en één ronde later wint Bennati de massasprint voor Farrar en Boasson Hagen. Westra finisht als 57e.
Ach, het is de Ronde van Oman maar. Niemand heeft het gezien.
4. Marco Marcato, Ronde van Polen 2010
Marco Marcato is zo’n renner van wie het aantal tweede en derde plaatsen ontelbaar is. In de vierde etappe van de ronde van Polen naar Cieszyn ligt er een venijnig klimmetje als slot. Typisch iets voor Marcato om weer eens naar een mooie tweede of derde plek te sprinten. Maar het gaat die dag anders.
Wanneer de vroege vluchters Meyer, Rolland en Hoogerland worden ingelopen gaat Marcato plots vol door op de steentjes van de slotklim. Met de finishlijn in zicht steekt hij alvast een gebalde vuist in de lucht. De laatste meters verlopen als een zegetocht die alle tweede en derde plaatsen moet doen vergeten.
De renner gaat echter voorbij aan het feit dat de Ronde van Polen altijd een plaatselijke omloop kent en juicht dus een ronde te vroeg. Wanneer hij daar achter komt is hij alweer honderden meters voorbij de finish (video).
En net als bij Westra in Oman zijn het niet de verzorgers van zijn eigen Vacansoleil team die het hem melden. Als die immers hadden geweten dat er nog een rondje langer gefietst moest worden, dan hadden ze dat toch ook al wel bij het ontbijt kunnen vertellen? Wat vaker het Rondeboek raadplegen zou wat dat betreft geen kwaad kunnen. Of is hier sprake van een uiterst sluwe publiciteitsstunt van Vacansoleil? Het filmpje van de blunderfinale is immers nog steeds via diverse kanalen online te bekijken.
Uiteindelijk was Marcato’s landgenoot Mirco Lorenzetto de snelste in de eindsprint. Maar soit, Marcato zou die dag toch hooguit tweede zijn geworden.
3. Mauricio Ardila, Vuelta 2005
Op 9 september eindigt de etappe in het bedevaartsoord Santuario de la Bien Aparecida. Voor de Lottoploeg brengt deze dertiende Vueltarit geen geluk. Al na een paar kilometer moet sprinter Tom Steels de ronde verlaten na een valpartij. Als Steels’ Colombiaanse ploeggenoot Mauricio Ardila vervolgens de etappezege laat glippen doordat hij de aankomst verkeerd inschat is de ellende compleet voor Lotto.
Het is Ardila nauwelijks aan te rekenen. De Koersorganisatie had de boog voor de bergprijs 200 meter vóór de finishboog gehangen. Mag uiteraard niet, maar in de Vuelta gebeurt dit soort dingen wel vaker. Samuel Sanchez wint die dag de etappe.
Schrale troost: dat bergsprintje pikte Ardila toch maar mooi mee.
2. Frederik Willems, WK beloften Lissabon, 2001
De Belgische beloften laten zich tijdens het WK van 2001 in Lissabon goed zien. Tom Boonen en Jurgen van Goolen zitten in de vroege vlucht die op 50 kilometer van de aankomst wordt ingelopen. Dan trekt de latere winnaar Yaroslav Popovitsj met de Italiaan Giampaolo Caruso, niet toevallig zijn ploeggenoot, ten aanval. De koers valt meteen in een beslissende plooi. De twee blijven weg. Slechts de derde plek is nog beschikbaar.
Dat is het moment dat de Belg Frederik Willems zijn kans ziet voor een podiumplek op een WK. Hij zet de spurt in voor de bronzen medaille. Althans, dat denkt hij. Willems: ‘In de finale vroeg ik aan Kevin de Weert hoeveel ronden we nog moesten afleggen. Twee, dacht hij. In wezen waren het er drie. Toen ik de bel voor de slotronde hoorde, viel mijn frank’.
1. Rigoberto Uran, Coppa Sabatini, 2011
Nog maar twee maanden geleden, tijdens een van de Italiaanse najaarskoersen, komt de Colombiaan Rigoberto Uran van team Sky juichend op de finish aanstormen. Uran is in bloedvorm, klaar voor Lombardije, en denkt nog even de Coppa Sabatini mee te pikken. Ook hij juicht een rondje te vroeg. Pech gehad.
Een ronde later wint de piepjonge Enrico Battaglin (een verre neef van) de Coppa. De stokoude Davide Rebellin wordt tweede. Hij zal gegrinnikt hebben om het gestuntel van Uran. Zoiets zou een renner als Rebellin nooit gebeuren. IJskoud, geslepen en met 25 jaar koerservaring.
Een rondje te vroeg afsprinten? Dat is toch meer iets voor de schlemielen van het peloton. Voor renners die sowieso maar zelden een koers winnen. Kijk de video’s terug en zie dat het ergens niet klopt. Het ziet er te makkelijk uit, als een vroege uitval voor een tussensprint of bergprijs. Niet als de zwaarbevochten dagzege. Het peloton weet wel beter, en laat begaan.
Maar het kan altijd nóg erger. Daarvoor moeten we naar het veldrijden. Crossen is immers rondjes draaien. En dikwijls beslist een veldritorganisatie pas tijdens de cross hoeveel ronden er moeten worden afgelegd. Dat is natuurlijk vragen om problemen.
Aan de Gazet van Antwerpen Trofee 2010 in Oostmalle zal Klaas Vantornout niet graag terugdenken. In de voorlaatste ronde van deze veldrit perst Klaas er een flinke sprint uit. Niet eens voor de winst, zo is hij zich bewust, maar voor de tweede plek. De plek op het podium waar Klaas vertrouwd mee is. En belangrijk vanwege de punten voor het regelmatigheidsklassement van de GvA.
Maar het is één ronde te vroeg. En in de slotronde gaat Vantornout onderuit.
Hij moet de strijd die middag staken.
- Ranking the stones, het sterrensysteem van de kasseistroken - 14/04/2022
- Recensie: magazine Wachten op de koers (deel 1) - 21/04/2021
- Vijf redenen waarom Parijs-Roubaix de allermooiste is - 22/03/2021