Het was een memorabele zomer. De zomer van 2000. Zeker voor mij, maar dat kon ik op die mooie donderdagavond niet weten. Ik was als verslaggever voor NOS Langs de Lijn bij de voetbalwedstrijd Nederland-Italië tijdens Euro 2000 toen plotseling mijn chef Ferry de Groot belde.
‘Aanstaande zaterdag ga je naar de Tour, Jacques (Chapel) ligt in het ziekenhuis en ik wil dat je de finishverslagen gaat doen.’ Ik probeerde nog tegen te stribbelen met non-argumenten, maar eind van het liedje was dat ik op zaterdag in de Thalys naar Poitiers ging. De drie weken die volgden zouden een blijvende prachtige en sensationele ervaring worden.
6000 kilometer in de auto, 20 hotels en 20 dagen genieten. Ik zeg het eerlijk, de ins en outs van het wielrennen kende ik niet helemaal. Ik was van kinds af aan een trouw volger via radio en tv, maar met behulp van collega’s Erik Breukink en Gerard Koel werd ik dagelijks bijgepraat over het wel en wee in het peloton en waar ik op moest letten.
Met name de eerste dagen waren een hels karwei. 200 renners die in mijn ogen gelijk over de finish kwamen en ik moest vertellen wie er won. Gelukkig reed Tom Steels in het geel en won hij bijna alles, dus ik kon er niet ver naast zitten. Na de eerste vuurdoopdagen ging het steeds lekkerder. Ik voelde mij een Tour-man worden. Na de Pyreneeën en de eerste overwinning van Erik Dekker begon ik mij steeds beter te voelen. Dit is leuk, zo kon ik alleen maar steeds meer concluderen.
Het werd een memorabele tour, Dekker bleef winnen en ook Van Bon deed een duit in het zakje. Zo werd het een van de meest succesvolle Tours voor Nederland ooit. Maar één dag zal ik helemaal nooit meer vergeten. De Mont Ventoux. Met de auto’s morgens naar boven langs rijen mensen, voornamelijk Nederlanders. Boven aangekomen auto wegzetten en de laatste paar honderd meter met een zender op mijn rug naar boven. Uitgeput aankomen en dan de etappe van commentaar voorzien. Armstrong was, zoals altijd, verreweg de beste. Maar op 500 meter van de finish gaf hij met een simpel handgebaar aan Pantani te kennen dat hij mocht winnen. Deze etappe dan, want dit handgebaar betekende niets meer of minder dat Armstrong de Tour ging winnen met de steun van de ploeg Pantani.
Een memorabele etappe en dito dag. We gingen nog de Alpen in en toen op weg naar Parijs. Na de Champs Elysées zat mijn taak erop. Ik was kapot, zowel lichamelijk als geestelijk. Drie weken op de toppen van je kunnen zitten had er flink ingehakt. Ik ging naar de reportagewagen waar de technicus een stoeltje had klaargezet met een flesje water. Ik ging zitten en op dat moment stroomden de tranen over mijn wangen. Pure emotie van drie weken genieten van topsport. Drie onvergetelijke weken die een heel speciaal plekje in mijn hart hebben.
Geef een reactie