Bij Felix Levitan en Jacques Goddet krijg ik altijd een Louis de Funes-gevoel. Ik weet niet zo goed of dat terecht is maar bij de twee Tourorganisatoren van de vorige eeuw denk aan een beetje rommelen, organiseren met de Franse slag, chauvinisme en opportunisme.
Toch staat Goddet (1905-2000) – over hem wil ik het hebben – er niet per se slecht op. ‘Bonjour, mon cher ami’, was de standaardbegroeting bij de dagelijkse handdruk van de man die met zijn korte broek en tropenhelm een halve ontdekkingsreiziger lijkt.
Tussen 1929 en 1985 heeft hij maar liefst in 51 Tours de France iets in de melk te brokkelen.
Veel meer dan zijn eerdergenoemde begroeting had Goddet vaak niet te vertellen maar op papier lag dat anders. Naast organisator was Goddet ook verbonden aan de aan de Tour verbonden krant l’Equipe, de sportkrant waarvoor hij onder meer een dagelijkse editorial schreef.
Hij verhaalde over wat er in de Tour gebeurde. Ik ken zijn schrijfsels niet maar wel de commotie over eentje er van, die van juli 1980 als Goddet iets over de aanstaande Tourzege van Joop Zoetemelk op papier zet.
Goddet vraagt zich hardop af of er nog een mogelijkheid bestaat dat Zoetemelk de Tour niet zal winnen? ‘Het zijn de witte mannen die werken in het laboratorium waar de flacons van vijf renners worden onderzocht. Men is daar bezig de urine van Joop te analyseren op producten uit de familie van de anabolica en de cortisonen’, schrijft Goddet.
Het is een forse bijna beschuldiging van de man die ook Tourorganisator is. Goddet biedt later zijn excuses aan, maar Zoetemelk accepteert op de Champs Elysees de feliciterende hand van Goddet niet.
Voor de niet-chauvinistische wielerliefhebbers (vanuit Nederlands oogpunt) is het dopingvermoeden overigens helemaal niet zo vreemd.
We moeten het in de tijd waarin er vaker renners tegen de lamp liepen maar Zoetemelk werd in de Tours van zowel 1977 als 1979 betrapt én bestraft voor dopinggebruik. Tja…
Goddet zou – gaat het verhaal – ook nog een rol hebben gespeeld in de Tourzege van die andere Nederlander. De koersdirecteur spoort twee dagen voor het einde Janssen aan de achtervolging in te zetten op een kopgroep, waarin de onbekende Belg André Poppe bezig is de gele trui te veroveren.
Jan Janssen herinnerde zich (volgens een in memoriam in Dagblad Trouw): ‘Laat ik voorop stellen dat die Poppe in de slottijdrit, waarin ik de Tour won, een kwartier op mij verloor. In die bewuste etappe was Goddet in paniek. Hij kwam met de auto naast me rijden en riep: ‘Mon cher Jean. Dit is een schandaal, mijn mooie Tour gaat naar de bliksem.’ Ik zei tegen Goddet: ‘Geen paniek, monsieur, die Poppe krijgen we nog wel’. En zo geschiedde.’
Tekening: Wout Koster
- UCI-man springt en juicht voor Jopie - 25/09/2020
- Raad het plaatje - 25/09/2020
- De spreekwoordelijke rode lantaarn - 18/09/2020