Etappe 18 – Onthoofd
Meribel – La Roche-sur-Foron – 175km – Bergrit
Quote: ‘Tant que je respire, j’attaque’ – Bernard Hinault
Ze waren als ploeg officieel onthoofd. Hun driekoppige Hydra raakte al 2 van zijn koppen kwijt voor aanvang van de ronde en waar deze bij het mythische wezen nog konden aangroeien bleef er bij hen een gapend gat over, wat nog groter werd toen in de koninginnenrit van gisteren hun enige overgebleven kop het niet meer op kon brengen om op te stappen.
Er was geen kopman meer. Niemand om je voor op te offeren, om je voor leeg te koersen.
Een lastig parket voor een team samengesteld uit Super Domestiques die immers hun bestaansrecht in grote mate ontlenen aan het hebben van een kopman waar zij zichzelf voor wegcijferen. De wegkapitein heeft geen druk om een etappe te winnen, hij heeft maar één doel: het veilig afleveren van zijn leider zo ver mogelijk in de etappe en hem waar nodig bijstaan bij pech, voorzien van voedsel en eventuele mentale massages indien het in de kop wat minder goed lijkt te zitten.
Zoals wel meer superknechten had ook hij in het verleden de spotlights en de verwachtingen op zich gericht om als mogelijk kopman hoge ogen te gooien in de grootste koersen.
Dat had hij aan zichzelf te danken natuurlijk. Op zijn 23ste, debuterend in de grande boucle, wist hij tot ieders verassing al een 11de plek in het algemeen klassement te behalen. Waar 23 in het tijdperk van Bernal, Hirschi, Pogaçar en Evenepoel weinig meer voorstelt was 2013 het jaar waarin de oude wielerwetten nog golden en je op die leeftijd nagenoeg kansloos werd geacht om grote dingen te doen in een grote ronde. En naast de Tour zijn er natuurlijk nog een paar andere grote podia waarop je jezelf in de kijker kan fietsen. De Monumenten daar gelaten steekt het Wereldkampioenschap natuurlijk met kop en schouders boven andere eendaags koersen uit met uitzondering van die ene rit die slechts eens per vier jaar verreden wordt. Wie wil daar niet schitteren? Wie wil er nou niet in dat gekleurde baken van succes een heel jaar rondfietsen? Maar daarover later meer.
Bij de teambespreking was baas Brailsford duidelijk geweest en Kwiatkowski had dat nogmaals aan de jongens beaamt toen hij het woord nam bij het ontbijt. De knop moet om. Het klassement bestaat vanaf vandaag niet meer. Als ploeg die onder de vlag van ‘team sky’ zoveel successen wist te boeken, hadden ze sinds vorig jaar in Ineos een nieuwe sponsor. De camera’s waren altijd op hun gericht en de aandacht onverminderd groot. Zowel bij de goede, als bij de slechte momenten.
Koersen voor een absolute kopman geeft zowel rust als stress. Stress omdat de kopman vaak je enige ijzer in het vuur is en hij toch degene is die het af moet maken. Die zijn fitheid moet behouden en die zijn concurrenten achter zich moet laten. Als team moet je continu alert zijn. Van voren koersen wanneer het tactisch nodig is en kalm blijven als er door pech of stommiteiten een gat is gevallen tussen kopman en naaste belagers.
We hadden eerder in dez prachtige ronde al een etappe over de Col de Marie Blanc, vandaag zal onder het toeziend oog van de hoogste berg van de Alpen, de Mont Blanc, worden afgelegd. Bijna 4.500 hoogtemeters moeten ze vandaag overwinnen, het hoogste aantal in deze Tour. Geen kattenpis.
De start is in Alpendorp Meribel en is net als gisteren onstuimig. De woorden van Brailsford spoken door het hoofd van het team: redden wat er te redden valt. Woorden die bij wel meer ploegen zijn uitgesproken want het regent aanvallen van grote groepen renners. Maar er is ook een grote schare renners wat de ruim 2,5 week fietsen in de benen voelt. Waarbij de vermoeidheid zo langzamerhand de overhand begint te krijgen, die snakken naar Parijs en het wel even best vinden. Hij moet en zal meezitten en maakt al snel deel uit van een kopgroep met een mannetje of 30. Avonturiers, sprinters die in de snel naderende tussensprint de degens willen kruisen, vooruitgeschoven pionnetjes en natuurlijk zijzelf: knechten uit een onthoofd team die nog iets van deze tour willen maken om sponsoren, management en toeschouwers tevreden te stellen. Na de kleine eerste pukkel van de dag is het gelijk tijd voor de Tussensprint. De strijd om het groen wordt definitief in het slot gegooid. Hij ziet dat Bennett weer voor Trentin en Sagan finisht en diens taak voor vandaag zit er alweer op. Als hij Parijs kan halen wint Bennett de trui. Op de volgende wonderschone klim met de titel Cormet de Roselend zal de daadwerkelijke schifting in de kopgroep plaatshebben. Hij zet zichzelf in een mooi ritme neer op deze gelijkmatige klim van ruim 18 kilometer. De leden van de sprintclub laten zich logischerwijs uitzakken naar het peloton wat op slechts 1,5 minuut fietst. Hij hoort dat het vanuit datzelfde peloton aanvallen regent en dat er nog voldoende renners zijn met aspiraties om de oversteek te maken naar de voorste regionen. Belangrijk dus om het tempo niet te laten verslappen.
In de groep der favorieten blijft Team Jumbo onder aanvoering van Geesink het tempo hoog houden. Jumbo. De Gele killerbees. Die hebben het kaas deze ronde van ons brood gegeten.
Na wat gerammel aan de boom zitten er op de flanken van de Roselend nog ongeveer 20 man in de ontsnapping en hun hydra heeft er plots 4 nieuwe koppen bij weten te groeien voor de dagzege. Maar met 4 koppen naar de finish is niet realistisch en hij instrueert teamgenoot en tijdrijder Castroviejo om de dans te lijden. Grindend, stoïcijns malend ploegt deze klasbak door. De achterdeur staat open en vele leden van de kopgroep maken er dankbaar gebruik van. Hij heeft ploeggenoot Richard Carapaz in zijn wiel. Een kerel die hij pas tijdens deze tour beter had leren kennen. Vorig jaar won Carapaz namens team Movistar op verassende wijze de Giro door tijd te pakken op Nibali en Roglic, die enkel nog oog voor elkaar hadden. Ineos liet niet lang op zich wachten om deze Equadoriaan snel aan zich te binden. Een klasbak, dat had hij ook al snel in de gaten. Eentje van vallen en weer opstaan, niet zeuren, geen groot ego, een teamspeler. Iemand uit een compleet ander land maar wel uit hetzelfde straatje. Carapaz stond goed in het klassement om de bolletjestrui, maar bij het naderen van de top van de Roselend is duidelijk dat er nog iemand is met plannetjes. Hirschi. De Zwitserse veelvraat weet echt van geen ophouden en is duidelijk nog niet verzadigd. Hij ziet hoe Hirschi de sprint naar de top en de punten als eerste aangaat en hoe Carapaz naar zijn wiel toe springt. Maar eroverheen komen lukt niet meer en als team nemen ze genoegen met een tweede plaats.
Waar renners halverwege een etappe na een sprint om de bergpuntjes de benen vaak stilhouden is daar vandaag geen sprake van. De solist Hirschi heeft een voorliefde voor lange ontsnappingen, fietst het liefste met zo min mogelijk mensen naar de meet en zet vol door in de afdaling. Via de oortjes krijgt hij te horen dat Carapaz in het wiel zit van Hirschi en dat hijzelf vol risico moet nemen in de afdaling om het gat te dichten en Carapaz bij te staan.
Risico nemen in de afdaling. Dat is iets waar hij mierzoete herinneringen aan heeft overgehouden. Onvermijdelijk is het weer even 2014. Ponferrada in Spanje, het WK op de weg. In regenachtige ‘niet-spaanse’ omstandigheden uitkomend voor het Poolse team. Klein duimpje tegen Goliath in de vorm van de Spaanse, Italiaanse, Belgische en Australische sterren formaties. Met nog ruim 7km resteert een spekgladde afdaling waarbij ze slingerend de dam oversteken die het stuwmeer van Ponferrada markeert. Als de wind in de kopgroep heel even gaat liggen springt hij weg. Hij duikt de afdaling in terwijl de meute erachter vertwijfeld kijkt wie zo gek is om op deze plek aan te vallen. Glad, nat, overal grind en zand op de weg. Alles of Niets. Hij krijgt binnen de kortste keren niemand minder dan Valverde, Gilbert, Gerrans, Galopin en v Avermaet achter zich aan. Maar hij neemt iedere bocht op de limiet, negeert de feloranje stootkussens die terloops zijn neergelegd tegen de granieten rotswanden en houdt zijn snelheid tegen het maximale. Met nog 3.4km te gaan heeft hij een voorsprong van 8 seconde tot deze kampioenen.
In het Poolse rood wit, met nog 1.5 vlakke kilometers tot de meet, is hij op Spaans grondgebied een prachtig mikpunt voor de op hol geslagen Belgische, Duitse & Spaanse stieren daarachter. Zij geven alles en gaan van heel ver een wanhoopssprint aan. Zijn benen draaien steeds langzamer. Bewust. Hij kijkt een paar keer naar achteren. Waar de toeschouwer misschien kort de billen samenknijpt is er bij Kwiatkowski geen enkele twijfel. Hij weet met 150 meter te gaan dat hij hem heeft. Hij kijkt met nog 30 meter een laatste keer rustig om. Houdt de benen helemaal stil en laat zich rechtop zittend uitbollen terwijl de strijd om het zilver er bijna eentje om het goud lijkt te worden. Maar hij is hier de Pro, de kijkers thuis de amateurs. Hij heeft uiteraard gelijk en met een meter of 5 voorsprong rolt hij in slakkengang met de armen wijd gespreid over de finish.
Tot vandaag zonder enige twijfel zijn allergrootste en mooiste zege. Maar zoals een sprinter uit Ierland het eea te zeggen heeft over de evidentie van het winnen van een touretappe, zo denkt hij er ook over. Een touretappe kan en mag niet ontbreken op zijn erelijst.
Probleem is dat hij niet betaald wordt voor het winnen van touretappes en zolang zijn kopmannen nog meedingen om de eindprijs is er geen ruimte voor persoonlijke ambitie. De kopman is nu weg, maar om nog kans te maken op de zege moet hij eerst het gaatje tot zijn ploeggenoot dichten. Het liefst met zo min mogelijk wieltjeszuigers erbij. Het lukt hem om iedereen behalve Pelle Bilbao van zich af te houden en ze smelten samen met Carapaz en Hirschi bij het aansnijden van de 3de klim van die dag. De Col des Saises zorgt in de beklimming voor weinig vuurwerk. Hij en Carapaz besluiten dat Hirschi de punten bovenop mag bijschrijven, maar in de afdaling heeft hij een ander plan.
Dalen. Weer voluit. Hij laat zich als eerste omlaag vallen en bemerkt dat Hirschi de aansluiting met hem koste wat het kost wil bewaren. Hirschi rijdt graag zijn eigen lijntjes, maar hij ook. Juist na een stenen viaduct in een lange naar links draaiende bocht hoort hij bij het uitkomen achter zich lawaai en geroep. Niet bij machte om op dat moment het hoofd te keren knalt hij verder en hoort het nieuws over de oortjes. “Hirschi has fallen, it is just you, Bilbao & Carapaz”. De beelden zou hij later nog vaak terugzien en men kon alleen maar respect hebben voor de snelheid waarmee Hirschi valt, de klap met de schouder opvangt en hoe makkelijk hij weer op de fiets kruipt, met geschaafde benen en armen en zonder het hoofd te laten hangen.
Toen waren er nog maar drie. Ze koersen af op de klim naar het Plateau de Glières. Een Pools & Equadoriaans duo, rijdend voor een Britse ploeg met een Spaanse luis in de pels. Dit gevoel heeft hij deze tour zo gemist. Op kop rijden, het tempo schurkend tegen de limiet. Een ploeggenoot in je wiel en de concurrentie daarachter pijn doen. Dat de concurrentie maar 1 renner betreft is bijzaak. Het eerste deel van de klim is maar 6 km, maar wel gelijk 11.2%. Geen kattenpis. Samen met Carapaz wisselen ze af op kop, alsof ze al jaren samen rijden en zonder om te hoeven kijken weten ze op een gegeven moment dat de missie geslaagd is. Schaduw Bilbao heeft zijn siesta ingezet en moet met lede ogen toezien dat de mannen voor hem langzaam wegrijden.
Toen waren er nog maar twee. Samen komen ze op de top van het plateau, vanaf daar is het nog 2km tot de top van de Col des Glières over een onverhard stuk grindpad. De korte zandstrook kon je aan weinig anders doen denken dan die rap in populariteit oplopende koers in Italie met de naam Strade Bianche. Vernoemd naar de witte gravel weggetjes die deze koers rijk is. Veelal moeten we gokken wie waar ligt omdat het opstuivende zand een dusdanig grote stofwolk met zich meebrengt. Dan is het gissen wie straks als eerste uit deze kunstmatige mistbui zal rijden. Het knisperende zand en grind voelde vertrouwd aan voor hem, hij zegevierde immers al twee keer bovenop de Piaza del Campo in het centrum van Siena waar de boog voor Strade Bianche staat opgesteld. Dat waren de dagen dat hij voor eigen kansen mocht koersen. Net zoals vandaag. Enkel nog afdalen en dan de finish. Terwijl Kwiatkowski en Carapaz, rijdend voor hetzelfde team, met zijn tweetjes, zonder stress op de meet afkoersen, is de strijd in de groep der favorieten losgebarsten. Met de Koninginnerit nog vers in het geheugen én in de benen is de klim van Glières dusdanig stijl en lastig dat niemand het normaliter in zijn hoofd haalt op avontuur te gaan. Maar 1 ploeg stond deze tour nog akelig droog en dus valt kopman Mikel Landa van Bahrain McLaren vanaf de voet aan. Dapper, maar met team Jumbo dat zich nog met 4 man vertegenwoordigd ziet en Wout van Aert op kop zet om het tempo strak te houden, misschien ook wel een poging die gedoemd is om te mislukken. Landa moet het als zijn plicht gezien hebben dan maar een wanhoopspoging te wagen nadat het team zich gisteren op de flanken van de Loze had leeggefietst voor hem. Landa houdt stand, maar ver komt hij niet en de favorieten snijden gezamenlijk de onverharde strook aan. Pech voor Porte, Pech voor Porte! De ongelukkige Australiër en nummer 4 in het klassement rijdt lek bij het opdraaien van de gravelstrook en moet wachten op de ploegwagen en een nieuwe fiets. Het zou toch niet?
Dit alles krijgen Kwiatkowski en Carapaz niet meer mee. Ze zitten in de afdaling en het is duidelijk dat ze samen op de finish zullen afkoersen. Een unicum. Hij spreekt kort met Carapaz en die is duidelijk in zijn oordeel. Samen koersen verder en hij weet dat hij hem mag gaan winnen. In hetzelfde kabbelende tempo waarmee hij in 2014 wereldkampioen werd komt hij nu arm in arm met een ploegmaat en een banddikte voorsprong over de finish gegleden. Een finish die ene foto waard is. Hij heeft mooie momenten meegemaakt in het fietsen, maar dit, dit is wel iets heel speciaals, dit zal hij nooit vergeten. Ze omhelzen de verzorgers die hen emotioneel staan op te wachten na de finish en omhelzen ook elkaar. Woorden die alleen voor hen twee bedoeld zijn worden uitgewisseld.
Terwijl Ineos feest viert heeft Porte met dank aan Dumoulin en van Aert het gat tot de favorieten weer kunnen dichten en als Wout de sprint om niets wint zijn er uiteindelijk geen verschillen in de top van het klassement.
Die avond staat Kwiatkowski met een glas champagne naast Carapaz op de trappen van de teambus. Hij spreekt vanuit zijn hart. Bedankt ploeggenoot Carapaz oprecht. Hij spreekt het team toe hoe ze de knop zo mooi hebben weten om te zetten na het enorme verlies van het niet kunnen winnen van de tour. Aan het einde schudt hij voor de zoveelste keer de handen met Carapaz en Kwiat weet dat hij er in de toekomst alles aan zal doen om zichzelf weg te cijferen en deze nieuwe strijdmakker naar het hoogste treetje te fietsen.
Klik hier voor de Podcast – Tourkronieken op Itunes
Klik hier voor de Podcast – Tourkronieken op Spotify