Etappe 4 – Le Grand Débutant
Sisteron – Orcières-Merlette – 160,5 km – Bergrit
“Niet is te vergelijken met het eenvoudige plezier van fietsen.” – John F. Kennedy
Hij zit inmiddels twee jaar bij de ploeg en heeft er zo langzamerhand zijn plek wel gevonden. In zijn thuisland begonnen de vragen de laatste periode al wat vaker te spelen. Hoe lang ging hij nog in dienst rijden van andere mannen? Een vraag die hij wel kon waarderen en hij kon niet ontkennen dat het zijn ego streelde om op zijn leeftijd al als mogelijk “Grand Tour General Classification (GC) rider” te worden gezien. Hoewel, op zijn leeftijd, hij is ‘al’ 25 jaar en waar dat een jaar of 10 geleden nog een keurige leeftijd was om je debuut in de Tour de France te maken, is dat met de winst van Egan Bernal vorig jaar en de opkomst van een hele meute aan talentvolle jongens van begin 20 niet eens meer jong te noemen.
Maar hij is ook niet zoals alle andere renners, heeft niet dezelfde achtergrond, niet dezelfde cultuur van het wegwielrennen mee gekregen en is daardoor ook op relatief late leeftijd pas echt doorgedrongen tot de hoogste regionen van het professionele wielrennen.
Het is zijn debuut in de Tour maar niet zijn eerste grote ronde, vorig jaar mocht hij al snuffelen aan de Spaanse variant en niet zonder succes. Ook in Spanje was het hoofddoel om voor de kopman te knechten, maar dat nam niet weg dat hij in de 15e etappe naar Puerto del Acebo voor eigen kansen mocht rijden. Een klim van 7.9 kilometer met een stijgingspercentage van 9,7%. Toen hij in de laatste 500 meter van de klim zat en alleen op de meet afkoerste kreeg hij van zijn ploegleider nog te horen: “Take it easy Sepp, tomorrow is a hard stage”, een korte reminder dat individuele ritwinst ondergeschikt lag aan het hogere doel van de rode trui voor kopman Primoz. Maar hij voelde op dat moment toch geen pijn.
Aangemoedigd door honderden uitzinnige Spaanse fans die zich verzameld hadden achter de borders op deze smalle slotklim steekt Sepp Kuss zijn handen uit om met high fives het publiek te bedanken voor hun steun. Hij komt zelf van oorsprong uit het mountainbiken waar dit een standaard gebaar is naar de toeschouwers in de finishstraat wanneer de voorsprong van de leider groot genoeg is om de overwinning met het publiek te delen. Wat hield hij van fietsen en wat werd dat op deze zonovergoten dag in de Spaanse bergen weer bevestigd. Niet alleen van fietsen maar ook van het publiek. Fietsen is een van de weinige sporten waar iedereen uit het peloton wordt aangemoedigd ook als je op de laatste plek loopt te zwalken. Misschien nog wel meer als je op de laatste plek loopt te zwalken. Dat maakt de sport extra mooi. “Wat een talentje, wat een talentje,” waren de afsluitende woorden vanuit de ploegleiders wagen die dag.
Ook vandaag zijn de instructies van ploegleider Niermann precies dezelfde als bij die rit in de Vuelta: “Protect the GC guys, Tom and Primoz, make sure everybody gets to the start of the final climb in one piece and control the race with a high pace from that moment on.” Hij moest altijd een beetje gniffelen als hij het Engels van Niermann hoorde, de man die hem in 2017 in de Tour of California gescout had. Bij elkaar blijven. De kopmannen beschermen, zo fris mogelijk aan de klim beginnen en dan kijken hoe de benen van de concurrentie zijn.
Prima.
Het is vandaag geen hele lastige rit om bij de slotklim te komen en na de enerverende openingsdagen van de Tour is er al iets meer rust voelbaar in het peloton. Al vanaf de start stuiven er zes mannen weg en die mogen vandaag de dans leiden op weg naar de slotklim. Hij is heel even afgeleid wanneer het tempo omhoog schiet maar hoort al gelijk via de oortjes dat de intermediate sprint eraan komt. Een plek voor de mannen die het groen begeren en gaan strijden om de puntjes voor de plekken 7 en lager, omdat de rest al door het kopgroepje is opgesnoept. Het blijkt andermaal dat Bennett de snelste is en dat zijn ploeggenoot Mørkøv de achtste plek opeist om punten van concurrenten te weerhouden. Hierna volgt een rustige rit waarbij er op de klimmetjes goed wordt doorgereden door de mannen van DQS die immers het gele tricot van hun Alaphilippe moeten verdedigen. Met ontzag had Sepp vorig jaar de tour gevolgd en gezien hoe Loulou dagenlang de gele trui met verve en emotie wist te verdedigen. Hij vond het wel prettig dat de verantwoordelijkheid van de koers bij DQS lag en nog niet bij hen.
Via de oortjes wordt doorgegeven dat ze even extra alert moeten zijn in de afdaling van de Aullagnier. Blijkbaar is een Sunweb-renner uit de kopgroep hier over de vangrail geknald. Zonder problemen dalen ze af en de slotklim en de kopgroep komen gestaag dichterbij. Bij de teambespreking was de klim al uitgebreid aan bod gekomen. Niet te lang (7,1km), niet te steil (6,7%) en al meer dan 30 jaar geleden dat deze in de Tour zat. Extra nadruk bij het ontbijt werd er nog even op gelegd dat het een ‘Dutchie’ was, Steven Rooks, die 31 jaar geleden voor het laatst hier wist te winnen in een klimtijdrit waarin hij Miguel, de grote zwijger, Indurain wist te verschalken. Hun team bestaat uit veel nationaliteiten, maar de cultuur is zo Hollands als de pest. En hoewel de stijgingspercentages het niet deden verwachten, wordt ook nog even aangehaald dat op deze klim de onverslaanbaar gewaande Eddy Merckx ooit 10 minuten verloor op zijn toenmalige concurrent Luis Ocaña. Ook kannibalen zijn niet bestand tegen de hongerklop.
Bij het opdraaien van de slotklim is het gedaan met de kopgroep en wordt locomotief Jungels op kop gezet door de gele trui om de meute op gang te trekken. Hij voelt de zenuwen toenemen omdat het zijn taak is eventuele concurrenten te schaduwen die willen uitbreken. Maar aan alles kun je merken dat de teams de kat uit de boom willen kijken. Wie gaat als eerste? Wie durft? Hij kijkt nog even waar zijn kopmannen fietsen en ziet dat Primoz in zijn wiel rijdt, en Tom iets verder naar achteren. Te ver? Waar je wellicht een jonkie zou verwachten ziet hij met nog 4,5 km te gaan een oudgediende van B&B-Vital Concept het bal openen. Door niemand wordt Pierre Rolland nog gezien als geduchte concurrent voor de eindoverwinning, maar het is altijd mooi om te zien dat hij het fietsen nog niet verleerd is. In 2011 was Rolland winnaar van de jongerentrui geworden door als 11e in de Tour te finishen en samen met zijn kopman ‘chouchou’ Voeckler de Fransen drie weken lang te vermaken met aanvallend en aantrekkelijk wielrennen. Maar de etappewinst zouden ze niet aan Rolland laten vandaag. Het tempo in de groep favorieten blijft hoog en iedereen heeft nog hulptroepen die zich mogelijk konden opofferen, Mikel Nieve wordt ingezet door kopman Yates om de aspiraties van Rolland in te dammen. En toen werd het tijd voor Jumbo.
Met nog vier kilometer te rijden wordt eerst Dumoulin door ploegmaat Gesink naar voren gereden en daarna zet Wout zich op kop. Sepp moet even kort slikken omdat hij weet wat dit betekent. De focus waar hij nog weleens moeite mee had tijdens ritten is in één klap helemaal terug. De hoogtestage die ze met de ploeg hadden afgewerkt had Sepp voor het eerst aan den lijve laten ervaren hoe het was om te klimmen met deze zogenaamde ‘puncheur’. Bullshit. Puncheur. Van Aert kon bergop mee met de besten. Steven Kruijswijk moest diep graven en een lange adem hebben om Wout uit zijn wiel te krijgen. Als Wout de kop nam in hun bergopwaarts rijdende trein had je geen ruimte meer voor gedachten. Het leven werd simpeler. Pijnlijker. Je kwam al snel op de limiet te fietsen en de druk op de benen en de branderigheid van je longen kregen de overhand. Wout is iemand waarmee je altijd ten strijde wilt trekken. Een renner die anderen om zich heen sterker maakt omdat je weet dat hij er altijd zal staan.
Alle renners zoeken naar hun eigen ritme in de voortdenderende tégévé van Wout. Hier zijn geen zachte zitplaatsen in de coupés meer te krijgen. Niemand komt meer uit zijn hok en met nog een ruime kilometer te fietsen is het zijn beurt. Wout beweegt opzij, heeft hem al in de juiste mindset en in het juiste ritme gebracht en bijna meditatief neemt hij het stokje over. De slotklim van Orcieres-Merlettes verteert hij goed en hij kan het tempo mooi hoog houden. Hij krijgt te horen dat Tom het zwaar heeft en aan de staart hangt, maar dat het devies is om door te trappen. Met nog een kilometer te gaan checkt hij of Primoz nog in zijn wiel zit en ook via de oortjes blijven de aanmaningen van ploegleider Niermann doorkomen. “Come on hey Sepp, Come on now, push push, keep up the pace, only 1 kilometer to go”.
Het voelt zo goed om weer op kop te trappen van een grote ronde. Nog even kijken, Bernal in het wiel van Primoz, Pogacar in het wiel daarachter, op de voet gevolgd door de gele trui. Aanzetten, in de beugels en de druk hoog houden nou! Come on! Nog 500 meter te gaan en daar komt van de linkerkant een aanval. Guillaume Martin van Cofidis, net als hij een zeldzaamheid in het peloton door ook rond te fietsen met een universitair diploma op zak, maar dat geheel terzijde. Even schaduwen en kijken of ik moet aanhaken, maar daar gaat Primoz zelf al mee. Hij oogt goed en sterk. Mijn werk zit erop. Door blijven trappen en je plek behouden. Zie ik Tom nog ergens? “Well done Sepp hey, well done, now go Primoz, come on” komt het door de oortjes. Primoz vond het prima, maar hijzelf had weleens moeite met de constante waterval van woorden die de ploegleiding over ze uitstortte in de slotfase van een etappe. Ah, daar zit Tom, in het wiel van Ritchie Porte, dat zit dus wel goed. Het tempo had heel hoog gelegen en hij is blij dat zijn taak erop zit voor vandaag. “Come on hey Primoz, COME ON now” klinkt het door de oortjes. Hij zit te ver van achter om het te kunnen volgen, maar hij lijkt in de verte Primoz als eerste de bocht op 250 meter van de meet zien in te duiken, maar het kan ook die dekselse Alaphilippe in de maillot jaune zijn. De aanmoedigingen via het oortje gaan onverstoorbaar verder en hij verhoogt zijn tempo om de bocht tijdig door te komen. Ging het Primoz lukken? Hij begint langzaam uit de trance te komen waar hij in had gezeten sinds Wout op kop kwam. Met nog 200 meter voor de boeg ziet hij in de verte de sprint tot een einde komen en hij lijkt de armen van Roglic omhoog te zien gaan, alle twijfel wordt gelijk weggenomen door geschreeuw in zijn oortje: “YES! YEHES! Well done Primoz, WOOOOOO, well done guys, Primoz takes the stage and the boni’s! YES!”
Perfect. Primoz de rit, Tom still in the game, De Jumbo-trein kunnen uittesten en zijn eigen benen deden mee. Mission accomplished.
Klik hier voor de 5de etappe: – Gapen voor de Sprint