In alle talen die er op de Markt in Brugge worden gesproken klinkt dezelfde nervositeit door. Er wordt geaarzeld bij de start. Zouden de profs morgen met dezelfde mengeling van nieuwsgierigheid en angst hun start beleven vanaf de veilige vluchtheuvel hier op de Markt? Dit vertrekpodium is opmerkelijk genoeg een stuk imposanter dan ‘t finishpodium straks bij aankomst in Meerbeke. En hier mag iedereen schitteren. In Meerbeke is er slechts ruimte voor drie, en eigenlijk maar voor één.
Nu nog is het donker en zeker de komende twee uur droog. Naar de kust gaat het in een lang lint, de opkomende zon tegemoet. Er staan al bewoners langs de brede weg waar de kusttram zijn lange ritten maakt van Knokke naar de Panne. Een geknutseld bord meldt dat ook Oostende de Ronde groet. Wij groeten terug. Fietsers en publiek houden een generale repetitie op de zaterdag voor de Ronde van Vlaanderen van 2010.
Om de 260 kilometer vol te maken kiest de Ronde ieder jaar een andere aanloop via lange steenwegen en die eer valt nu de N33 tussen Oostende en Torhout te beurt. Donderwolken vinden het een prima plek om alles wat grijs is twee tinten donkerder te kleuren. In dit sombere landschap van stoppelakkers en geknotte wilgen staan plots borden met kleurige karikatuurtekeningen van bekende Ronderijders als Briek Schotte langs de kant. IJzeren Briek overleed een paar jaar geleden op de dag van de Ronde. Het bericht van zijn overlijden zorgde voor een paar geruisloze minuten in de uitzending. Geen commentaar. Een waardig afscheid van een oud-winnaar.
Kuurne. Harelbeke. Nokere. Aan de rand van de Vlaamse Ardennen corresponderen alle plaatsnamen met een semiklassieker. Na meer dan 100 vlakke kilometers passeert De Ronde het stadion van Zulte-Waregem en begint de weg te hellen. De Rondesfeer ontwaakt. In alle dorpen roept het publiek ‘Courage!’ en op de hellingen schalt harde muziek uit feesttenten. Het is nog 150 kilometer tot de Halsesteenweg in Meerbeke.
150 kilometer door een hinderlaag vol stenen vet van slijk.
Rond het dorp Mater is nog nooit een asfalteermachine langsgeweest, er liggen overal kasseien. Het zijn stenen die Lance Armstrong graag op zijn maag heeft voor komende Tour. Voor hem geen privéles op de Pavéparking van van Petegem, hij maakt koers en goede sier op de Ruiterij.
Iets verder wacht de Molenberg: een ploert van een berg, een vuil slijkmonster met rotte tanden. De zwaarste beproeving van de dag: er stroomt modder naar beneden en tussen de stenen liggen gapende gaten breed genoeg om twee voorwielen tegelijk te verschalken. Machtige modder maakt van de Molenberg de hoofddis. De Muur is mosterd na deze onsmakelijke maaltijd.
In een oord dat er verder niet toe doet staat een gele finishboog na meer dan 260 afgelegde kilometers.
Als eerste linksaf naar de Molenberg.
Courage, zo win je de Ronde.