Foto Sirotti
UCI verpest het voor kleine renners en vrouwen: nieuwe regels roepen vragen op
Oh boy. Daar komen ze weer. De hoge heren (weinig dames) uit Aigle hebben weer gesproken. Met hun toverstaf die vooral kwade dromen laat uitkomen heeft de UCI gesproken. De nieuwe regels, die al een paar dagen geleden werden aangekondigd, gaan per 1 januari 2026 in en hierin zit een aantal grote revisies van de technische voorschriften. Na het debacle rondom soklengte en ander geneuzel, waarbij altijd gezwaaid wordt met het zwaard van veiligheid, is er nu weer zo’n episode. Gelijkheid, of toch niet? Het is me weer wat. Hier zijn de grote veranderingen! en wat een feest gaat dit worden.
Stuurbreedte: minimum 400 mm
Dit is waarschijnlijk de meest controversiele regel aanpassing. De minimale stuurbreedte gaat naar 400mm (buitenkant/buitenkant) en 320 mm hood-hood. Dat is een serieuze aanpassing in een peloton waar sommige rijdsters (met name de rijdsters) maar ook rijders met minder dan 40cm rijden.
-
Wat verandert: Stuurbreedtes in massa start weg- en cyclocross-races worden verplicht minimaal 400 mm (buitenkant) en 320 mm (hood-to-hood). Per 2027 geldt voor de baanwedstrijden minimaal 350 mm
-
Waarom: UCI noemt veiligheid en handhaving als drijfveren, ondersteund door SafeR-aanbevelingen
-
Kritiek: vanuit het peloton en de industrie komt nu al kritiek, met name vanwege een stuk discriminatie t.ov. vrouwen en kleinere mannen. Het bevorder niet per se langere renners, maar het benadeelt wel direct kleinere dames. Tijdens een recente fietspresentatie bij Visma Lease-a-Bike kwam al naar voren dat in ieder geval Jonas Vingegaard zijn stuurbreedte zal moeten aanpassen. En velen met hem. Bikefitters geven aan dat “ergonomisch rijden met 400 mm + 320 mm een fikse uitdaging geeft.
De belangrijkste slachtoffers in deze episode zijn:
-
80% van de rensters in het peloton: Het merendeel van de rensters (en dus ook een flink aantal renners) rijdt nu met een smaller stuur
-
Kleinere mannen: Profs zoals Taco van der Hoorn, bekend om 32–38 cm setups, verliezen hun aero-positie maar ook de kleinere klimmers moeten ineens met een bovengemiddeld stuur gaan rijden. Waarom?
De achtergrond van de regel is ergens te begrijpen. Een smal stuur is directer. Daardoor kun je wellicht eerder elkaar ind e wielen rijden. Dat is wat niemand wil, maar toch. Moet je daarvoor complete groepen en hun belang maar onder het tapijt schuiven? Het lijkt soms wel alsof de UCI letterlijk ChatGPT vraagt naar een oplossing. Misschien moeten wij dat ook maar eens gaan doen.
Velghoogte: max. 65 mm
De UCI beperkt de maximale velgdiepte tot 65 mm in wedstrijden per 2026. Deze regel verhindert het gebruik van diepere, super-aero wielen. Voor zover wij weten is er bijna geen team wat met hogere velgen dan 65mm rijdt. Zeker in ‘gewone’ wegwedstrijden is 55 tot 60mm nu al de max. Regeldrang? Swiss gonna Swiss?
Waarom zou je dit specifiek doen?
-
Remt dit innovatie op aerodynamisch vlak? Het antwoord is eigenlijk nee, want voor hogere velgen kijkt men toch naar Tijdritten en daarvoor gelden deze regels niet.
-
Gaan budgetteams geraakt worden door de noodzaak nieuwe wielen aan te schaffen? Mogelijk, maar waarschijnlijk niet.
Frame en voorvorkbreedte
De interne vorkbreedte wordt beperkt tot 115 mm vooraan en 145 mm achteraan vanaf 2026 (road) en 2027 (track) Voorbeelden zoals de brede achtervork van Hope-trackframes worden hierdoor problematisch. Ook de nieuwe FACTOR bike, waarmee sprinter Stewart van Israel-Premier Tech in de Dauphiné reed, die kan netjes weer terug in de doos.
Helmendans: weg met de aero onzin
Vanaf 2026 gelden aparte helmstandaarden voor wegwedstrijden en tijdrit/baamwedstrijden. Vanaf 2027 wordt een UCI-keurmerk verwacht, mogelijk met ventilatie-eisen (min. 3–4 vent openingen) waardoor TT‑helmen in wegwedstrijden niet meer toegestaan zijn. Je kunt je er maar druk om maken.

Technische fraude: scherper toezicht
De UCI breidt haar controle uit naar verborgen motoren of installaties, zowel tijdens wedstrijd als voorbereiding. De UCI doet al zoveel controles hierop en naar wij weten is er slechts één maal in de Maratona dles Dolomites (op Granfondo niveau) discussie geweest over motorgebruik. Maar allez he, wie zijn wij? Het blijft soms gewoon kolderiek om te zien.
Gaat het nu om veiligheid of beperking?
-
Gelijke speelveld of comfort-schending? Met uniforme regels wil de UCI raceveiligheid bevorderen. Maar worden rijders met specifieke fit‑behoeften niet beperkt? En zou je niet juist willen aanmoedigen dat iedereen op een fiets kan zitten die voor hem of haar perfect zit? Ook als je niet hard kunt aantonen dat een smaller of breder stuur veiliger is ja of nee. Tenminste, de studie data hebben we daar nog niet voor gezien.
-
Voldoende voorbereidingstijd? Het is in ieder geval weer een fijne investering voor teams, met name bij de dames. Alle sturen vervangen is nogal een ding. Elke renner of renster heeft al snel drie fietsen. Tel dat keer 20…. In een wereld waar men vaak klaagt over geld en ongelijkheid is dit er weer eentje hoor.
-
Onbedoelde ongelijkheid: Vrouwenteams en kleinere renners zien hun aero- en ergonomische setups verdwijnen. Dit werkt de ontwikkeling van de sport tegen.
-
Is innovatie het slachtoffer? Bijvoorbeeld TT‑helmen verliezen terrein, terwijl aerodynamisch wielen en frames in ontwikkeling zijn. Gaan we weer lopen neuzelen of hoe een fiets er uit moet zien terwijl eigenlijk de techniek dat bepaalt?
In een recente discussie met journalisten en fietsontwerpers ging het over het minimum gewicht dat de UCI hanteert. Dit dateert nog uit de tijd van Michael Rasmussen, toen wapper carbon nog volop gebruikelijk was. Naar links sturen met die kwaliteit carbon fietsen betekende vaak wat anders.
De techniek en materialen hebben zich ontwikkeld. Een fiets kan lichter dan de gestelde 6.8 kg zonder dat er direct aan de kwaliteit wordt ingeboet. We zijn namelijk bijna 20 jaar verder. Techniek staat voor niets. Een Duits automerk profileert zich niet voor niets met ‘voorsprong door techniek’. Maar ja, Duitsland is geen Zwitserland. En Audi is niet de UCI.
De UCI wil door standaardisatie veiligheid en eerlijkheid bevorderen. Maar de zeer snelle implementatie en de rigide minimumstandaarden tarten de biomechanische realiteit, vooral voor kleinere lichamen. Terwijl de UCI zich profileert als bewaker van integriteit, groeit de vraag of ze daarmee niet aanpassing, innovatie en diversiteit drukt. Je zou bijna zeggen van ja.
Het laatste woord is er in ieder geval nog niet over gesproken.