Foto Stefan Rachow / Mr. Pinko
Van der Poel is van niemand
Patrick Lefevere had ze allemaal. Boonen, Museeuw, Bettini, Gilbert. Kampioenen met dikke kuiten (en soms ietwat dunne principes.) Mannen die wisten hoe je een koers moest wurgen om haar vervolgens ongenadig hard te winnen. Maar er is er één die hij nooit kreeg.
Van der Poel.
In de (zoveelste) wielerpodcast Speed On Wheels van Niki Terpstra rolt de naam uit Lefevere’s mond zonder aarzeling. Een renner die perfect had gepast in dat blauw-witte moordcommando. Maar Mathieu had er geen zin in. Hij laat zich niet graag in een keurslijf frommelen. Voor hem geen ploegenspel waar hij als een brave pion moet wachten op een bevel vanuit de volgwagen.
Nu rijdt MVDP in de Tirreno-Adriatico. Voorbereiding. Maar Mathieu en voorbereiding, dat is als een hond en een open veld: vroeg of laat gaat hij er vandoor. Gisteren een tijdrit? 140e, boeien. Vandaag een sprint? Geen Philipsen in de buurt, dus geen verplichtingen. Maar misschien heeft hij gewoon zin. Misschien zet hij zich op kop, niet voor een ander, maar voor zichzelf. Le Samyn-stijl, gewoon, om te voelen hoe het is.

En dan die fiets. Niet te doen. Een rijdend LSD-tripje. Caleidoscopisch, noemt Canyon het. Een volwassene noemt het kleurenkots, zoals Paulien Cornelisse een digitaal kunstwerk ooit omschreef. Lefevere zou er het zweet van krijgen. Maar Mathieu? Die lacht. Hij rijdt op dat ding omdat hij dat zelf wil. Omdat hij een renner is die lak heeft aan conventies, aan vastomlijnde plannetjes, aan ploegbazen die denken dat je een koers kan winnen aan de hand van biometrische gegevens.
Hij doet wat hij wil. Wanneer hij wil. En dat is precies waarom Lefevere hem nooit kreeg. Van der Poel is van niemand. En dat is het mooiste wat er is.