Joaquim Agostinho (7 april 1943)
Op de dag van de begrafenis van Wouter Weylandt gingen mijn gedachten als vanzelf weer terug naar courreurs die in het harnas overleden zijn. Steeds weer komen de bekende namen Casartelli en Kivilev naar voren. Eén naam heb ik de afgelopen week gemist. Die van ‘het beest’: Joaquim Agostinho. Oorlogservaring had hij letterlijk opgedaan in Angola en Mozambique, dus een beetje oorlog maken in het peloton vond hij later geen probleem. De koloniale oorlogen waren ook de oorzaak van zijn late entree in het wielrennen; pas als 25-jarige begon hij serieus te fietsen.
Het talent van Agostinho werd ontdekt toen wielerclub Sporting Club Portugal ging trainen in de buurt van zijn geboorteplaats Torres Vedres. De jonge Joaquim zag de renners van de wielerclub rijden, ging in het wiel hangen en begon vervolgens tegen ze te racen. De getrainde clubfietsers konden hem ondanks hun lichtgewicht racefietsen niet bijhouden. Eén voor één moesten ze het wiel van Agostinho laten gaan.
Agostinho was alles wat een renner niet hoort te zijn. Vooral veel te fors. Een spiermassa, niet normaal. Ook was hij, zoals Maxima het zou zeggen, een beetje dom. Brave Joaquim deed heel veel vuil werk. Met al die – op het oog – nadelen was Joaquim toch een begenadigd renner. Een heel goede tijdrijder en ook in het gebergte ging hij met de besten mee omhoog, getuige zijn etappeoverwinning in de Tour van 1979 op Alpe d’Huez. De Portugees deed dertien keer mee aan de Tour de France en eindigde acht keer in de top 10.
Agostinho was een bikkel met een ongekend doorzettingsvermogen. Toen hij hij na een valpartij in de Tour de huid van zijn armen en benen had verbrand, kon hij ’s nachts de slaap niet vatten. De volgende morgen stond ‘Tinho’ toch aan de start. Hij was van kop tot teen overgoten met het ontsmettingsmiddel mercurochroom. Zijn Britse collega Barry Hoban maakte zich zorgen en informeerde bij Agostinho of hij wel had geslapen. ‘Nee’, lachte de Portugees. ‘Dus ik moet vandaag gewoon wat beter mijn best doen.’
Na zijn opgave in de Tour van 1981, stopte Agostinho met wielrennen. Drie jaar later keerde hij echter als renner-ploegleider van Sporting Lissabon terug in het peloton.
Het leven van Agostinho kwam op een dramatische manier ten einde. Op 30 april 1984 kwam hij tijdens de Ronde van de Algarve ten val over een loslopende hond. Er werd nog wat met hem gezeuld, hij werd zelfs over de finish gedragen. Al snel bleek dat hij zeer ernstig hoofdletsel had opgelopen. Een helikopter was niet voorhanden en in een gammele ziekenwagen werd hij, hotsend en botsend, enkele honderden kilometers vervoerd naar een ziekenhuis. Hij overleed op 10 mei 1984, 41 jaar oud.
De tijd heelt alle wonden en doet mensen ook in de vergetelheid geraken. Een moment van herinnering is dan weer mooi. Ik had gewild dat er een andere aanleiding was geweest om weer even bij hem stil te staan.
- Niet meer liegen - 01/07/2013
- Valkenburg 1979, 1998, 2012 - 21/09/2012
- Vrienden - 05/05/2012
In De Telegraaf heeft twee jaar geleden een mooi verhaal over ‘Ago’ gestaan met de voormalige ploeggenoot die hem destijds eigenhandig op de fiets zette na zijn val. Was, meen ik, naar aanleiding van de Ronde van de Algarve, waar de finishlijn was getrokken bij het standbeeld van Agostinho.