Vraag een wielrenner wat de belangrijkste voorwaarde voor hem is om goed te presteren en het antwoord zal zijn: een goed thuisfront.
Een goede rennersvrouw moppert niet als haar man niet helpt in het huishouden, hangt niet huilend aan de telefoon als hij lang in het buitenland verkeert, vraagt niet verder als ze onduidelijke buisjes in de koelkast aantreft en houdt de kinderen bij vaders uit de buurt als hij thuiskomt na een klassieker. Begrip, daar gaat het om bij een rennersvrouw.
De helft van de winst van een renner kan in één klap op het conto van een goede rennersvrouw worden geschreven.
De allerbeste rennersvrouw ter wereld is Valentina Borgioli. Zij heeft daar nooit een oorkonde, bokaal of medaille voor ontvangen. Wel een schorsing van vier jaar. Vier jaar geen rennersvrouw zijn.
Op 5 april 2010 werd Valentina Borgioli aangehouden op het vliegveld van Pisa. Ze was in afwachting van een vlucht naar Zaventem, maar de douaniers wilden eerst een nadere blik in haar bagage werpen.
Het bleek dat Valentina Borgioli in functie was op dat vliegveld. In functie als rennersvrouw.
In haar koffertje werd een koelinstallatie met groeihormoon aangetroffen, en een onduidelijk flesje met een stickertje waar ‘Fiandre’ op stond. Fiandre, Vlaanderen, van de Ronde waar haar man Lorenzo Bernucci de volgende dag aan de start zou verschijnen. In de fles bleek, bij nader onderzoek, een synthetische fluorkoolstof te bevatten. Bedoeld om de zuurstoftoevoer van het bloed te optimaliseren.
Niet echt een make-up-koffertje kortom, de bagage van Valentina Borgioli.
Diezelfde dag werd het huis van haar en haar man doorzocht, en werd zijn naam geschrapt van de deelnemerslijst van de Ronde van Vlaanderen.
Het was niet de eerste keer dat Lorenzo Bernucci werd betrapt op iets waarover de dopingreglementen geen misverstand laten verstaan: in 2007 werd hij betrapt op het dopingmaskeringsmiddel sibutramine. Lorenzo reed op dat moment voor de Duitse T-Mobile-ploeg, een team waar het gebruik van stimulantia evenzeer in de wedstrijdvoorbereiding was geïntegreerd als het oppompen van de banden.
Ooit, één keer, won Lorenzo Bernucci iets van belang. Het was een regenachtige etappe in de Tour de France van 2005 en Bernucci reed in de finale aan de kop van het peloton. De finish kwam al in zicht, en zijn werk voor zijn vriend en kopman Alessandro Petacchi zat er bijna op toen vlak achter hem de Fransman Christophe Mengin onderuit glibberde op een voetgangersovergang. In zijn val nam hij alle sprinters van belang mee, en veroorzaakte zo een verkeersopstopping zoals ze dat in Frankrijk in de zomer wel eens op de Péripherique meemaken.
Lorenzo Bernucci lag opeens op kop in de finale van een Touretappe.
Veel renners die hun eigen kansen nooit werkelijk hebben afgewogen, zouden dan schrikken. Ze zouden zich min of meer bewust laten vallen, uit een panische angst voor de omvang van de mogelijkheid. Geen ervaring met succes is de voornaamste reden voor een gebrek eraan.
Zo niet Lorenzo Bernucci: hij bleef overeind en won. Tot op heden een eenzaam hoogtepunt op een verder onbeduidende resultatenlijst.
Even terug naar Alessandro Petacchi. Het gebeurt wel vaker dat kopmannen bevriend raken met hun knechten, al blijft over zo’n vriendschap ook altijd de doem van ongelijkheid hangen. Zo moet de vriendschap tussen Lorenzo Bernucci en Alessandro Petacchi ook zijn: een gearrangeerd huwelijk tussen mannen die elkaar dulden en die vooral niet zonder elkaar kunnen. Lorenzo als locomotief in de laatste kilometers, Alessandro als speerpunt, als kogel, als laatste in de rij. Als winnaar.
Beiden zijn ze belangrijk. Beide zorgen ze voor talloze zeges voor de ploeg.
Al is het Alessandro’s marktwaarde die per zege wordt opgekrikt.
Al is het Alessandro’s naam die in de krant staat.
Al is eigenlijk alles anders, toch zijn ze vrienden.
Als Lorenzo terugkeert van zijn schorsing, zorgt Alessandro dat hij bij LPR terecht kan. En als Alessandro later verhuist naar Lampre, mag Lorenzo mee. Zo doet de een wat terug voor de ander, opdat de ander weer wat terug kan doen voor de een.
Zoals in het weekend van 5 april 2010.
Na onderzoek blijkt de hele familie Bernucci bij de dopingvoorziening betrokken. Lorenzo wordt voor vijf jaar geschorst, terwijl Valentina, zijn broer Alessio, zijn moeder Antonella en zijn schoonvader Fabrizio zich vier jaar lang niet in de buurt van sportwedstrijden mogen ophouden.
In het onderzoek van aanklager Ettore Torri komt ook de naam van Alessandro Petacchi voor. In een telefoongesprek tussen Lorenzo en Alessandro verklaarde de laatste langzaam en duidelijk dat hij geïnteresseerd was in Lorenzo’s zwarte motor. En als hij dan kwam eten, de volgende dag, dan wilde hij graag eten voor drie.
Petacchi verklaarde later dat hij zijn vrouw en kind meenam naar het dineetje. Hij ging vrijuit. De vriendschap had de grenzen van de zwijgplicht bereikt.
- Voorpublicatie ‘Fietsen om niet aan te komen’ van Frank Heinen - 30/04/2021
- Vergeten wielrenner: José Beyaert - 20/04/2021
- Vergeten wielrenner: Rebecca Twigg - 01/04/2021