Site pictogram HET IS KOERS!

Wielrenner, metselaar, duivenmelker

“Het systeem dat de combinatie met de programmaduiven toepast is het dubbele weduwschap, waarbij dus beide partners gespeeld worden.”

Voor wie niet bekend is met de duivensport , zal bovenstaand citaat abracadabra zijn. Voor Corné van Rijen is het dat niet. Samen met zijn vader Piet vormt hij ‘Combinatie Van Rijen’, de naam waaronder ze meedoen aan postduivenwedstrijden. Op de site van P.V. de Postduif uit Sint Willibrord is de combinatie onderwerp van een ‘reportage’.

Net als andere gedreven duivenmelkers  doen vader en zoon Van Rijen uit buurtschap de Heul in het West-Brabantse Hoeven er alles aan om hun duiven in de beste conditie aan de start van wedstrijden te krijgen. De Van Rijens doen dat onder andere met ‘het dubbele weduwschap’. Bij het weduwschap wordt de doffer (mannetjesduif) in de week vóór de competitie van de duivin gescheiden; het verhoogt het verlangen van de duif om zo snel mogelijk naar z’n hok en z’n vrouwtje te vliegen. Bij dubbel weduwschap doen zowel de doffers als de duivinnen mee aan de wedstrijd, waarna ze elkaar bij thuiskomst weer zien.

De duivensport is voor Corné van Rijen de hobby die de wielersport voor hem misschien niet echt is geweest. Als Van Rijen in 1987 grote kans maakt de amateureditie van Parijs-Roubaix te winnen, verkoopt hij de koers aan een Fransman, vertelt hij in 2003 aan Peter Ouwerkerk (in De Muur). Een jaar later is hij prof bij de prestigieuze Panasonic-ploeg van Peter Post en zit hij in Parijs-Roubaix weer vooraan. Het is het jaar dat de vroege vluchters vooruit blijven. Dirk Demol wint, maar de Beul van de Heul is onderweg het meest aanwezig. Niet alleen door zijn forse gestalte maar vooral omdat hij veel kopwerk doet. Van Rijen blijkt te rijden voor de premies van het keienklassement, een tussenklassement dat geld in het laatje brengt. Een lekke band en een gemiste etenszak doen de rest. Van Rijen wordt ‘slechts’ zesde.

Tijdens zijn korte profcarrière denkt Van Rijen teveel aan geld, mijmert hij in het genoemde De Muur-interview. In 1988 kan hij ook voor het kleinere Transvemij tekenen, met uiteraard ook een kleiner salaris. ‘De zestigduizend gulden bij Panasonic. Ik vond het machtig mooi. Maar achteraf zeg ik: als ik eerst naar Transvemij was gegaan had ik nu (2003, red.) misschien nog gefietst.’

Na Panasonic gaat de West-Brabander in op een lucratief aanbod van Carrera. Maar dat ketst af. Ook het verhaal van een nieuwe Belgische ploeg waar hij jaarlijks een ton (in guldens) kan verdienen blijkt te mooi om waar te zijn. Van Rijen moet het doen met een mini-contractje bij Elro Snacks, een ploegje dat vooral criteriums rijdt. Het is het begin van het einde van de profcarrière van de man die nu metselaar is. En ondertussen doet de Beul van de Heul (zo wordt-ie ook op de duivenvereniging genoemd) er ook alles aan om z’n duiven zo snel mogelijk naar huis te laten vliegen…


Met dank aan William van Peer

Zie ook: De Muur nummer 3, maart 2003.

Laatste berichten van Jos van Nierop (alles zien)
Mobiele versie afsluiten