Er zijn maar weinig sporten waarin het een voordeel is om klein te zijn. Turnen, dwergwerpen en bergop fietsen, verder kom je niet.
Charly Mottet was klein. Tenminste, als je 1 meter 64 klein vindt. Je zou het ook ‘niet zo groot’ kunnen noemen. Hij was een kop groter dan de meeste Colombianen met wie hij zij aan zij bergop reed, maar weer twee koppen kleiner dan iemand als Indurain.
Je zou ook kunnen zeggen: Indurain was groot. Even waar.
Maar we hadden het dus over Charly Mottet.
Populaire jongen, goeie renner, fijne klimmer. In zijn alom gebruikte bijnaam echoot de vertedering die je voelt als je hem op archiefbeelden naar boven ziet dansen.
Petit Charly, het lieve neefje van fietsend Frankrijk. Daar houden ze van, de Fransen, van kleine, driftige mannetjes. Van mannen die zo af en toe wel eens winnen, maar veel vaker ten onder gaan aan hun eigen goede bedoelingen, renners die een eeuwige belofte in zich dragen, eindeloos in afwachting van een bloei die misschien wel nooit komt.
Veel van dat soort renners gaan bij voorkeur nooit de grens over. Hun status in Frankrijk is omgekeerd evenredig aan die in het buitenland. Als eenoog in het land der zienden aankomt, is hij opeens geen koning meer.
Het zal waarschijnlijk daarom zijn dat Charly Mottet voornamelijk actief was voor Franse ploegen. Renault, Systeme-U, RMO; daar was hij de ster die hij elders niet was. Later probeerde hij het nog kort voor een buitenlandse ploegleider, Peter Post. Geen succes.
Mottet slaagde erin om een heel wielerleven lang een belofte te blijven. Dat is niet iedereen gegeven.
Het zijn van belofte is als een geslaagde striptease: je moet niet teveel suggereren, vooral niet teveel van jezelf prijsgeven, maar wel steeds net genoeg om het publiek hongerig te houden.
Op melodie van ‘You can leave your hat on’.
1984: Charly wint het eindklassement van de Tour de l’Avenir, alsmede drie etappes. Overmacht, heet dat. Het eerste kledingstuk vliegt door de zaal, de toeschouwers kijken gefascineerd toe.
1985: in zijn eerste jaar bij de profs wint hij wat kleine Franse koersen, waarvan men in Frankrijk denkt dat het géén kleine koersen zijn. De stripper maakt wat wulpse bewegingen, toont een glimpje van haar vlezige, nou ja, je-weet-wel.
1986: nauwelijks zeges van belang. Teasen, wachten, vertragen.
1987: Charly wint de Dauphiné Libéré, in vakkringen wel bekend als de kleine Tour. Vervolgens draagt hij zes dagen de gele trui en wordt vierde in het eindklassement. De stripper staat nu in haar ondergoed. Gejoel in de rokerige nachtclub.
1988: Een paar mooie zeges, waaronder een eerste klassieker, de Ronde van Lombardije. De stripper draait zich met haar rug naar het publiek en ontdoet zich van de laatste restjes bovenkleding.
1989: Wéér een reeks mooie overwinningen, waaronder de Vierdaagse van Duinkerken en nogmaals de Dauphiné. Zesde in de Tour. Ze draait zich om naar de zaal, haar handen bedekken al wat bedekt moet worden.
1990: Een etappezege in de Tour, maar verder weinig moois. Het licht gaat uit in de zaal. De bezoekers kunnen nog slechts hun fantasie laten werken.
1991: Vierde in de Tour twee etappes, die hij op twee achtereenvolgende dagen behaalt. De suggestie is bijna werkelijkheid geworden. Een spotlight zwerft door het zaaltje, op zoek naar het naakt op het podium.
1992: winst in de Dauphiné, maar een teleurstellende Tour. Verder ook geen uitslagen van belang. De spot heeft het meisje op het podium gevonden. Ze is bezig zich aan te kleden.
1993: slechts een zege in de Ronde van de Middellandse Zee brengt Charly Mottet nog prominent op de sportpagina’s. Daarna wordt alles minder. Er floept een lelijk tl-licht boven het podium aan. De stripper is inmiddels bijna helemaal aangekleed. Het publiek keert zich teleurgesteld van haar af.
1994: een etappe in Parijs-Nice wint hij nog. Daarna: stilte. Einde carrière. Afgelopen. Uit. Afgeschminkt en gehuld in een mottige winterjas verlaat de stripper het podium. De mannen in de zaal zien het al niet meer, ze zijn haar onmiddellijk vergeten.
Einde muziek.
Jaren later keert Charly terug in het wielrennen. Hij wordt de man achter de microfoon in de Tourkaravaan, als opvolger van de vuilbekkende Bernard Hinault. Weer later treedt hij in dienst van UCI, als technisch consultant voor parkoersen en koersdirecteur van de nieuw op te zetten wereldbekerwedstrijden in Canada. Het danseresje is bazin van de nachtclub geworden.
- Voorpublicatie ‘Fietsen om niet aan te komen’ van Frank Heinen - 30/04/2021
- Vergeten wielrenner: José Beyaert - 20/04/2021
- Vergeten wielrenner: Rebecca Twigg - 01/04/2021