Loretto PetrucciLoretto Petrucci (18 augustus 1929)

Er komt een kale Nederlander op bezoek. Hij brengt een cameraploeg mee. Er is taart, de familie komt op bezoek en Loretto Petrucci zit in een stoel en kijkt toe. Vandaag wordt gevierd dat het zestig jaar geleden is dat Loretto voor de tweede maal Milaan – Sanremo won. Zijn vrouw Marta toont de taart aan de camera.

Er worden punten afgesneden. Voor ieder een stuk. En Loretto zit in een stoel en mompelt alleen maar: “Zestig jaar. Zestig jaar”.

Loretto Petrucci was geen knecht, laat dat duidelijk zijn. Als deelnemer van de Olympische Spelen van 1948 had hij al op jonge leeftijd veel ervaring opgedaan. En bij Bianchi zochten ze nog een kopman voor de klassiekers.

Voor de ronden hadden ze al iemand. Die iemand heette Fausto Coppi.

Loretto Petrucci reed talloze ereplaatsen bijeen, hij won Parijs-Brussel en dus twee maal Milaan-San Remo. Hij eindigde tweede in de Ronde van Vlaanderen, zijn loopbaan strekte zich veelbelovend voor zich uit.

Soms lopen dingen anders.

Als ploegmaat zat Loretto Petrucci op de eerste rij toen zich voor zijn ogen een van de beroemdste romances uit de wielergeschiedenis voltrok: de getrouwde Fausto Coppi, zijn kopman, de grote Fausto, begon te vrijen met de echtgenote van zijn dokter, il dottore Locatelli.

Giulia.
La dama bianca.

Het is meer dan zestig jaar geleden, maar de ogen van Loretto Petrucci spuwen nog altijd vuur wanneer de naam Coppi valt.

‘Santo poco, diavolo di pio!’
Heilig? Een duivel was het.
Fausto betaalde voor koersen, kraakt de oude Loretto. En Loretto liet zich niet betalen: de eer van de zege is immers onbetaalbaar?

En die vrouw, die feeks, die sloerie van een Locatelli, zij had een hekel aan hem. En hij aan haar: hij was een goed katholiek, het huwelijk was heilig en dat heiligdom hadden Fausto en zijn Dama Bianca met voeten getreden.

Een familie kapot maken voor een vrouw… Het oude hoofd van Loretto Petrucci schudt langzaam heen en weer. Zestig jaar heeft hij er over na kunnen denken, maar hij vindt het nog altijd onbegrijpelijk.

Ze hielden zijn zadel vast. Ze deden alles wat God verboden had. En meer. Ze hadden maar een doel: Loretto Petrucci mocht geen koers meer winnen. Zo wilde Coppi het.

Loretto Petrucci had ruzie gezocht en gekregen. Het was een strijd tussen twee mannen, maar ook tussen de vrijzinnigheid van de een en het altmodische van de ander. Een strijd tussen

het oude en het nieuwe Italië.

Petrucci, De Meteoor, verloor. Twee jaar na zijn tweede Milaan – San Remo won hij zijn laatste koers, de Ronde van Lazio. Daarna stokte de teller. Overal was er de onzichtbare hand van Coppi die hem aan zijn jasje trok.

Veertien jaar lang koerste hij door, zonder te winnen.

In 1969 was het mooi geweest. De nieuwe tijd had definitief gezegevierd. Coppi was toen al bijna tien jaar dood.

Loretto Petrucci is een oude man. Hij moppert, zoals oude mannen kunnen mopperen. Over het moderne, over de jeugd van tegenwoordig. Hij sombert over de toekomst. Zijn ogen glanzen wanneer het over vroeger gaat. Vroeger, jaah, vroeger…

De kale Nederlander wil hem nog even filmen terwijl hij op de hometrainer zit. Het mag.

Traag duwen de benen van een tweevoudig winnaar van Milaan – San Remo de trappers van het apparaat rond. Geen meter schiet hij op, alsof er iemand aan zijn zadel trekt.

Hij roept zijn huishoudster. Of ze zijn stropdas even los wil maken.

Straks, als de kale Nederlander en zijn cameraploeg weer vertrokken zijn, kan hij weer rustig zitten. Misschien is er nog taart over.

Get Microsoft SilverlightBekijk de video in andere formaten.

Frank Heinen