Als David Windels in 1992 prof wordt bij de Collstrop-ploeg, zijn de verwachtingen van iedereen – inclusief die van hemzelf – hooggespannen. Bij de beloften heeft hij immers de ene zege aan de andere geregen en zijn supportersclub telt op haar hoogtepunt zo’n 1.200 leden.
Een van die leden is een bestuurslid dat David in contact brengt met een dokter die David vast wel wil helpen bij zijn eerste stappen in het profpeloton. Die dokter is een dierenarts, zijn naam is Jose Landuyt.
Nauwelijks een jaar en twee zeges later is de profloopbaan van David Windels alweer ten einde. De resultaten zijn tegengevallen en van de beloftevolle renner is niet veel meer over dan een verwarde junk met een amfetamineverslaving.
David is in het peloton verslingerd geraakt aan de producten die Landuyt hem levert. Om zijn leven opnieuw richting te geven, trekt hij zich volledig uit het peloton terug en opent een snackbar in Kuurne, aan de Brugsesteenweg.
Korte tijd na de opening breekt de gemeente Kuurne de weg open. De wegenwerken zullen een jaar duren en David Windels verkoopt nauwelijks nog iets.
Hij verhuist de zaak naar Kortrijk, maar er lijkt wel geen droog brood meer te verdienen in de frietenbusiness. Het lijkt wel alsof de mensen in Kortrijk geen patat meer lusten. De klanten die wel komen, willen geen patatje met of een berenlul, ze willen iets anders. Harddrugs, die Windels naar eigen zeggen van Landuyt geleverd krijgt om onder de toonbank door te verkopen.
Kwaad wordt erger; midden jaren negentig pleegt hij overvallen op een juwelier en een benzinestation. Windels is ook betrokken bij een vrij bizarre schietpartij in discotheek Byblos in Kortrijk. Wanneer de ander ook zijn pistool trekt, slaat David op de vlucht, om even later terug te keren, een Winchester jachtgeweer in de aanslag. Van op straat schiet hij op de discotheek. Wonder boven wonder raakt niemand gewond.
Alles wat er gebeurt, alle zottigheden die David Windels uithaalt, zijn volgens David Windels een direct gevolg van overmatige amfetamineconsumptie. Landuyt heeft hem binnen een jaar omgebouwd van een talentrijke coureur tot een zielige patient.
Het is allemaal de schuld van die verdomde troep.
Op de vlucht voor de politie belandt hij onder anderen in Frankrijk, Luxemburg en Thailand. Uiteindelijk geeft hij zichzelf aan bij de politie en gaat hij in 1997 voor twee jaar achter de tralies voor deelname aan een dopingnetwerk. Over anderen in dat netwerk zwijgt hij: Jose Landuyt gaat vrijuit.
Wanneer Landuyt in de zaak-Museeuw wordt ontmaskerd als een enthousiast leverancier van wespen en gesneden broden, laat Windels nogmaals van zich horen. Ditmaal vertelt hij alles en loopt leeg tegen iedere journalist die zich in zijn buurt begeeft: over hoe het schuim hem in dat ene profjaar regelmatig op de mond stond, over Landuyt die bleef leveren, ook toen het niet meer verantwoord was, over zijn handeltje in de snackbar en over andere renners, zoals Nico Eeckhout, die via hem aan dope en drugs probeerden te geraken.
In 2007 duikt zijn naam voor het laatst op in de kranten. Quickstep-verzorger Johan Molly wordt opgepakt wegens zijn intensieve mail- en sms-contact met David Windels. Volgens Molly gaat het daarbij alleen om het begeleiden van een jonge renner en om doorgestuurde Internetmoppen.
Als Molly destijds de waarheid sprak, betekent dat dat David Windels in elk geval af en toe weer eens kon lachen.
Met dank aan Martijn Sargentini.
- Voorpublicatie ‘Fietsen om niet aan te komen’ van Frank Heinen - 30/04/2021
- Vergeten wielrenner: José Beyaert - 20/04/2021
- Vergeten wielrenner: Rebecca Twigg - 01/04/2021