Westhoek, België, 28 september 2014. Links van de muur stonden meer dan 10.000 grafzerken. Allemaal in dezelfde vorm, gemaakt van hetzelfde grauwe materiaal. Maar ook allemaal met een unieke naam van een jong mens vermoord in een zinloze oorlog, een smerig en walgelijk gevecht. Rechts van de muur was de bevoorrading met blauwe tenten en tafels vol met wafels, appelsienen, mierzoete sportdrank en Ludo Dierckxsens die het volk vermaakte in een pakje van de firma die het allemaal mogelijk maakte deze dag. Daaromheen zwermden mannen en vrouwen, dikke buiken, dunne buiken, verantwoorde tenues, gladde benen of tabak op de poten als mieren om een gevallen stuk taart op een terras. Een enkeling ging op de foto met de boemeltrein van Kasterlee, de rechterduim geroutineerd omhoog. Daarna ging hij pissen, dit maal zonder erg.
Het was een raar contrast. Fietsen in een gebied waar meer grafzerken staan dan maïs. Een toertocht ter ere van een oorlog die 100 jaar geleden begon en bij ons als Eerste door het leven gaat, maar in de landen om ons heen de Gro(o)te Oorlog heet, omdat de impact ervan zoveel groter was dan bij ons. Een macaber jubileum. En toch fietste ik er ook rond, met een lijstje vol gedenkstenen en dodenakkers in de aanslag, op zoek naar een beleving, om met eigen ogen te zien waarover ik zoveel gelezen had. ‘Kilometer zoveel, dat monument en die begraafplaats’
En dan stopten we, probeerden we de waanzin op ons in te laten werken en stapten we weer op en zeiden dingen als ‘bizar gewoon’ of ‘niet voor te stellen allemaal’ en dan wisselden we nog wat duizelingwekkende getallen uit en keken we toch ook naar de teller omdat er ook nog altijd zoiets als een gemiddelde bestaat, mopperden we op de kwaliteit van de weg en schatten we de kansen van de Nederlanders in tijdens het WK in Ponferrada.
Na afloop zaten we op het terras van een soort van kantoorgebouw, net buiten Ieper. De mensen om ons heen praatten na over de dag, over de Kemmelberg, de Menenpoort en de erbarmelijke staat van de wegen, hier in dit gebied. Tevreden, voldane gezichten, een glas bier op tafel en straks misschien nog even naar de stad, maar eerst wielrennen kijken op een groot scherm waar renners rondjes reden rondom een Spaans gehucht. Opeens dacht ik aan de vermeende leegheid van niet-wielrenners die Tim Krabbe in De Renner beschreef en vroeg me af of de fiets als lifestyle, als instrument om belevingen te vergaren, die leegte inmiddels had opgevuld.
- Een spannend avontuur op de flanken van de Keutenberg - 13/04/2023
- De Zonnestraal: Jean-Pierre Monseré en de herinnering - 15/03/2023
- Koers of voetbal? - 23/06/2021