Deze drie renners hebben iets gemeen. Ze wonnen een grote ronde – de Vuelta – terwijl ze bij de aanvang van hun carrière vooral werden gezien als sprinter. Terugkijkend op de carrières doe je Freddy Maertens, Sean Kelly en Laurent Jalabert met dit predicaat meer dan tekort.
Maertens was een veelwinnaar, vooral in sprintetappes en klassiekers. Klimmen kon hij redelijk maar zijn Vueltawinst van 1977 is vooral ook te danken aan het nogal vlakke etappeschema van die editie van de Spaanse ronde die behoorlijk vlak en dus bijna letterlijk voor hem gemaakt is.
Sprinter Sean Kelly ontpopt zich na een paar jaar prof tot een van de besten in zware klassiekers, kleine rondes (Parijs-Nice wint hij zevenmaal op rij) en groene truien in de Tour. In 1988 voegt hij daar de eindzege van Vuelta bij.
Laurent Jalabert, nog zo’n sprinter. Op de Champs d’Elysees in 1994 keihard onderuit met een gebroken kaak en veel bloed tot gevolg. In 1995 komt hij keihard terug met als verrassend hoogtepunt de overwinning in de Vuelta, die dat jaar is verhuisd van voor- naar najaar.
- UCI-man springt en juicht voor Jopie - 25/09/2020
- Raad het plaatje - 25/09/2020
- De spreekwoordelijke rode lantaarn - 18/09/2020