Foto Kuurne-Brussel-Kuurne
Waarom Kuurne-Brussel-Kuurne de perfecte revanche koers is
Als de Omloop Het Nieuwsblad de openingsslag van het voorjaar is, dan is Kuurne-Brussel-Kuurne de koers van de revanche. Waar de Omloop een eerbetoon is aan de heroïek van het Vlaamse wielrennen – de kasseien, de hellingen, de strijd tegen de elementen – biedt Kuurne-Brussel-Kuurne een ander soort spektakel: snelheid, tactiek en vaak een koningskoppel tussen sprinters en aanvallers. Wie op zaterdag pech had of net tekortkwam, kan op zondag zijn gram halen. Wie zaterdag te diep ging, betaalt de tol. Twee koersen, één weekend, één ultieme test.
Het kleine broertje met een grote geschiedenis
Kuurne-Brussel-Kuurne mag dan in de schaduw van de Omloop staan, de koers heeft haar eigen status verworven. Gestart in 1945 – net als de Omloop – en bedoeld om het Belgische wielerseizoen een extra zet te geven. Waar de Omloop werd geboren als reactie op de Ronde van Vlaanderen en zich positioneerde als de échte Vlaamse openingsklassieker, koos Kuurne-Brussel-Kuurne een eigen pad: minder mythisch, maar minstens zo hard.
Het parcours verraadt dat verschil. Geen muur-na-muur geweld zoals in de Omloop, maar een mix van Vlaamse hellingen en lange, open wegen. Een koers waarin het peloton, als de wind goed staat, in waaiers uiteen wordt gereten, maar waarin een sprint ook altijd op de loer ligt. Het is de koers waarin de sprintersploegen de touwtjes in handen nemen en waarin snelle mannen als Tom Boonen, Mark Cavendish en Jasper Philipsen hun naam op de erelijst zetten.

Verschil in winnaars, verschil in koers
Waar de Omloop een erelijst heeft die leest als een wielerbijbel – Merckx, De Vlaeminck, Van Petegem, Van Aert – ademt Kuurne een ander soort klassement. Meer ruimte voor outsiders, meer kansen voor aanvallers en sprinters. Denk aan George Hincapie die hier won, of Bobbie Traksel die in 2010 een heroïsche editie op zijn naam schreef, overleefd in de ijzige regen en storm. Maar toch zien we ook Tom Boonen die hier drie keer triomfeerde, Wout Van Aert en Museeuw een bewijs dat de grootste klassieke renners hun naam graag koppelen aan deze koers. Opvallende afwezige op deze erelijst is Eddy Merckx. Die heeft in 525 overwinningen toch net deze gemist.
Zie hier de vergelijking tussen winnaars van de Omloop en KBK van de afgelopen 15 jaar.
JaarOmloop Het NieuwsbladKuurne-Brussel-Kuurne2010Juan Antonio FlechaBobby Traksel
2011 | Sebastian Langeveld | Chris Sutton |
2012 | Sep Vanmarcke | Mark Cavendish |
2013 | Luca Paolini | Mark Cavendish |
2014 | Ian Stannard | Tom Boonen |
2015 | Ian Stannard | Mark Cavendish |
2016 | Greg Van Avermaet | Jasper Stuyven |
2017 | Greg Van Avermaet | Peter Sagan |
2018 | Michael Valgren | Dylan Groenewegen |
2019 | Zdeněk Štybar | Bob Jungels |
2020 | Jasper Stuyven | Kasper Asgreen |
2021 | Davide Ballerini | Mads Pedersen |
2022 | Wout van Aert | Fabio Jakobsen |
2023 | Dylan van Baarle | Tiesj Benoot |
2024 | Jan Tratnik | Tim Merlier |
Een koers die zichzelf steeds opnieuw uitvindt
Kuurne-Brussel-Kuurne is geen kopie van de Omloop en zal dat ook nooit zijn. Het is een wedstrijd die leeft in zijn eigen dynamiek, een koers die zich niet laat vastpinnen op een vast scenario. Soms een slijtageslag, soms een massasprint. Soms een solo-aanval van ver, soms een masterclass in waaierrijden. Maar altijd een gevecht, altijd een wielerfeest.
Wie op zaterdag wint, heeft zijn voorjaar meteen gelanceerd. Wie op zondag wint, bewijst zijn mentale en fysieke hardheid. En wie beide wint? Die schrijft wielergeschiedenis.
Kuurne-Brussel-Kuurne is geen bijprogramma van de Omloop. Het is de tweede akte van een weekend waarin Vlaanderen het wielrennen ademt. Het is koers. Het is Vlaanderen. Het is pure wielerpassie.