Na de generatie van Theo Bos en Teun Mulder moest er gebouwd worden aan een nieuwe generatie Nederlandse baanwielrenners, die net als Bos en Mulder wereldtop moesten halen. Wolff heeft precies dat gepresteerd. Niet alleen door talent van de baan naar grotere hoogtes te stuwen, maar ook door sporters uit andere sporten te verleiden naar de baan te komen. Jeffrey Hoogland en Elis Ligtlee bijvoorbeeld begonnen ooit in de BMX-sport. Zij verruilden de zandhopen voor het larixhout en behoren ondanks hun relatief jonge leeftijd tot de mondiale top. Hoogland is Europees Kampioen op de sprint, teamsprint en kilometer tijdrit en pas 23. Ligtlee, pas 22, brak een aantal jaar geleden internationaal door en won al op allerlei internationale toernooien met als voorlopig hoogtepunt Olympisch goud op de Keirin in Rio.
Kink in de kabel is dat de KNWU het contract van René Wolff nog niet heeft verlengd. Meerdere renners hebben zich erover beklaagd, omdat ze de toegevoegde waarde van Wolff zien. Wielrennen op de baan is anders dan de weg. Renners hebben geen commerciële ploeg waar ze de rest van het jaar bij trainen, en waarbij een bondscoach alleen de beste renners hoeft te selecteren voor een kampioenschap. Baanwielrennen heeft meer nodig dan dat en dus ook een ander soort bondscoach.