Ik was laatst een week in Frankrijk, in de Alpen. Beetje fietsen.
Met zeven mannen zijn we. We hebben een huis in St.Pons gehuurd. St.Pons ligt tegen Barcelonnette aan, in het dal van de Ubaye, en ligt recht tegenover Pra Loup.
In Pra Loup is wielergeschiedenis geschreven. Althans, de Fransen doen daar heel gezwollen over. In Pra Loup versloeg Bernard Thévenet de kannibaal, Eddy Merckx. In de 217 km lange 15e etappe van de Tour van 1975 was hij in de beklimming van de Col d’Allos niet in staat geweest Merckx’ démarrage te beantwoorden en na de afdaling had hij anderhalve minuut achterstand op zijn Belgische rivaal. In de beklimming naar Pra Loup stortte Merckx echter volledig in en wist Thévenet hem te achterhalen en met een voorsprong van 2 minuten boven te komen. Het was de laatste dag dat Merckx ooit de gele trui droeg. Merckx kon zijn zesde Tourzege vergeten. Een raadselachtige ineenstorting.
Vanuit ons huis kijken we uit op Pra Loup. Het skidorp ligt tegen de berghelling geplakt en is door bomen deels aan het zicht onttrokken. Een lieflijke plek met een lelijke bebouwing.
Op de laatste dag van onze week is het weer onbestendig. Er is regen voorspeld. We vertrekken daarom met een flexibel plan: eerst fietsen we de Col d’Allos op, en dan bepalen we of we verder fietsen of teruggaan.
De Col d’Allos is een prachtige klim. Dat wist ik al, want een paar dagen daarvoor zijn we hem van de andere kant opgereden (schitterend!) en aan deze kant weer afgedaald. Vanaf Barcelonnette is het zo’n 20 kilometer naar de top. Met een hoogteverschil van ruim 1100 meter is dat prima te doen.
Het is stil op de weg en ik maal rustig maar gestaag naar boven. Een paar kilometer voor de top (2250 m) wordt het koud en begint het lichtjes te hagelen uit de steeds grijzer wordende lucht. Boven is het koud maar droog en zien we zelfs weer plukjes blauwe lucht. Toch vertrouwen we het niet en besluiten om in plaats van af te dalen naar Allos en daarvandaan naar het Lac d’Allos te klimmen, om te draaien en naar Pra Loup te fietsen. Als we na de afdaling bij de afslag naar Pra Loup aankomen, schijnt de zon weer pesterig onbarmhartig. Het is warm.
Dan gaan we omhoog. Maar ach, wat zal ik zeggen, die hele klim naar Pra Loup is helemaal niks. Hé-le-maal niks. Natuurlijk, er moeten in 7 kilometer bijna 500 hoogtemeters worden overwonnen, dat is niet gering. Maar de weg is breed, nergens steil en voert vooral langs saaie dennenbomen. Het gaat bijna constant met 6% omhoog. Nergens wordt het heldhaftig, laat staan spectaculair. Het is dodelijk saai. Skioord Pra Loup blijkt uit twee delen te bestaan: Pra Loup 1500 en Pra Loup 1600. Het zal er in de winter ongetwijfeld een dolle boel zijn, maar nu zijn de dorpen vrijwel verlaten. De appartementengebouwen staan er troosteloos bij. De mooiste cols hebben we de afgelopen week bedwongen, het landschap in het Parc National de Mercantour was overweldigend, en dan dit. Een treurige afsluiting van onze week. Een anti-climax.
Dan weet ik het opeens zeker: het was niet Bernard Thévenet die Merckx overwon en ook niet die Franse supporter die hem in de daaraan voorafgaande etappe in de beklimming van de Puy-de-Dôme een harde stomp in zijn maagstreek had gegeven. Nee, het is de dodelijke saaiheid van de klim en de ultieme troosteloosheid van het skioord die hem de genadeslag toediende, dat lijkt me meer dan duidelijk.
Aan het begin van het dorp staat een triomfboog. Nou ja zeg, wat is dit? “Bernard Thévenet. Le tombeur du cannibale” staat erop, in zwarte letters op een truigele ondergrond. De benen van de boog zijn wit met zwart-wit geblokte banen, in de clubkleuren van Peugeot. Aan de voet van de boog liggen een paar wit geschilderde en met rode bollen versierde keien. Bovenop de triomfboog staat een oude Peugeot-racefiets. Zou dat de fiets van Thévenet zijn? Ik waag het te betwijfelen. Hoe dan ook, het is een bespottelijk ding, die boog. Een beetje zielig monument. Wie verzint zoiets?
De beklimming is niks, het dorp is niks, die triomfboog is niks. Pra Loup is niks. Wegwezen hier.
De ziedende afdaling maakt de treurnis enigszins goed en we suizen terug naar Barcelonnette. Dan besluiten we dat we de week niet op deze manier kunnen afsluiten en zetten koers naar Super Sauze. Ook Super Sauze is een hartverscheurend lelijk skioord. Maar de klim er naar toe is prachtig en heftig. Hier had Merckx vast en zeker wél gewonnen.
- Getest: Sigma ROX 12.1 EVO fietscomputer - 24/10/2023
- Boekrecensie: Opgeladen! - 10/09/2023
- Koerslandschappen 8: Tussen Ieper en Wevelgem - 25/03/2023
Mooi verhaal, ja Fransen, de uitvinders van het chauvinisme. Inderdaad, bespottelijke klim. Ik was er in ’80 toen Joop bijna over adjudant Johan van der Velde struikelde, typisch Joop. Zoek je daar in de buurt ’n aansteker om je benen mee in de fik te steken: probeer de Col de Pontis. Overigens: de zuidkant van de Allos, naar mijn bescheiden mening verpest door dat skigedrocht Le Foux d’Allos (de naam zegt alles)..
Klopt. Maar vanaf dat skigedrocht is de klim schitterend. En wat betreft benen in de fik in de buurt: de Mont Colombis! Geen kattenpis.
100% eens!