Wielercultuur

25 december: de verjaardag van Guido Reybrouck (1941)

Meestal staat Eddy Merckx in de rol van kopman aan de start van een koers, maar er zijn uitzonderingen. Dagen waarop de Belgische veelvraat, die niet voor niets luistert naar de bijnaam ‘De Kannibaal’, een andere rol heeft. Die van bliksemafleider. Zoals de installatie een inslag naar de aarde geleidt, trekt Merckx potentiële kanshebbers op een aansprekende overwinning aan om op die manier een van zijn ploeggenoten de gelegenheid te bieden te zegevieren. Precies dat gebeurt in de Amstel Gold Race van 1969. Nederlandse grootste eendagskoers staat dat jaar pas voor de vierde maal op de internationale wedstrijdkalender en heeft nog lang niet de status die de wedstrijd heden ten dage heeft. Al helpen de omstandigheden, het koersverloop en een quote van de verrassende winnaar een aardig handje mee om het aanzien alvast wat te vergroten. Als 132 renners in het Brabantse Helmond, pal voor de deur van de Amstel-brouwerij die er zetelt, op pad worden gestuurd om richting Zuid-Limburg te rijden, toont Koning Winter nog wat laatste stuiptrekkingen. Het is weliswaar 18 april, een datum waarop over het algemeen de zonnestralen en lentegeuren welig tieren, in 1969 is daar nog bar weinig van te merken. De erbarmelijke weersomstandigheden – er valt sneeuw en hagel als de renners naar de aankomst op de Lange Raarberg bij Meerssen rijden en het is die dag niet warmer dan amper zes graden – verleiden clichématige geesten tot de woordspeling Amstel Cold Race. Slechts een kwart van het deelnemersveld zal de aankomst bereiken. De rest zit dan al lang, na een warme douche, dik aangekleed bij te komen van de ontberingen. De enige die het niet koud heeft is de winnaar. Die voelt louter vreugde. Geen pijn. Geen vermoeidheid. Geen kou. Dat er een Belg op het erepodium zou staan, hadden de meeste toeschouwers vooraf verwacht. Diens naam echter niet. In plaats van topfavoriet Merckx wint een teamgenoot. De Kannibaal zelf doet die dag in Zuid-Limburg dienst als bliksemafleider, waar Faema-ploegmaat Guido Reybrouck van profiteert.

De Amstel Gold Race van 1969 had net zo goed Afval Gold Race kunnen heten. Het is namelijk bijna letterlijk een afvalkoers. Niet alleen achter in het peloton stappen de renners bij bosjes af, ook in voorste gelederen. Als Arie den Hartog, nota bene twee jaar eerder nog winnaar van de toekomstige klassieker, op vijftig kilometer van de finish in gezelschap van René Pijnen op kop rijdt, maar het wiel van zijn medevluchter niet langer kan houden, neemt de Zuid-Hollander niet eens de moeite nog voor een tweede plaats te rijden. Bevangen door de kou stapt hij onmiddellijk van zijn fiets. Pijnen zal dat voorbeeld, zodra het peloton hem vijfentwintig kilometer verderop in z’n kladden heeft gevat, volgen. Op dat moment is al lang duidelijk dat niet de Zuid-Limburgse heuvels – er hoeven er beduidend minder bedwongen te worden dan in latere edities – maar de weergoden de voornaamste vijanden zijn van het al stevig uitgedunde peloton. Daar maakt de Faema-ploeg van Merckx de dienst uit. De Kannibaal heeft in de voorgaande weken zowel Milaan-Sanremo als de Ronde van Vlaanderen gewonnen en is zes dagen voor de Amstel Gold Race tweede geworden in Parijs-Roubaix, achter Walter Godefroot. Het zijn resultaten die hem als vanzelf de uitgesproken favoriet maken. De Limburgse eendagskoers ontbeert echter nog de status, die de wedstrijd een aanlokkelijke hap zou maken voor een Kannibaal. Merckx hoeft zelf niet per se te winnen en spreekt met zijn ploeggenoten af dat zij hun kans mogen wagen. De concurrentie zal op hem letten en dat gegeven maakt dat een andere Faema-renner best eens nagenoeg ongemerkt of ongecounterd weg zou kunnen komen.

Met jonge talenten Eric Leman en Roger Swerts heeft de door een fabrikant van koffieapparaten gesponsorde ploeg meer ijzers in het vuur, ondanks het normaliter zo uitgesproken kopmanschap van Merckx. Ook Reybrouck is bepaald geen ‘patattencoureur’, zoals ze dat in Vlaanderen zo mooi zeggen. De zesdejaars prof kan in het voorjaar van 1969 een meer dan aardig palmares overleggen. Onder meer drie etappes in zowel de Tour als de Giro, het Kampioenschap van Zürich en de Belgische nationale titel prijken aan de vooravond van de vierde editie van de Amstel Gold Race op de erelijst van Reybrouck. Het maakt de renner uit Brugge misschien wel de meest logische schaduwkopman in de door Guillaume ‘Lomme’ Driessens geleide ploeg. Zodra vluchter Pijnen op 24 kilometer van de aankomst wordt ingelopen, bitst Merckx zijn ploeggenoot toe dat die een aanval moet wagen. Als een kleuter die zich braaf door mama naar bed laat sturen, gehoorzaamt Reybrouck. Alleen landgenoot Jos Huysmans weet aan te sluiten, maar die is in een sprint dusdanig veel langzamer dat hij geen enkele bedreiging vormt voor het Faema-collectief.

Onmiddellijk nemen Merckx en zijn ploeggenoten het resterende pelotonnetje bikkels, die nog immer verwoed sneeuw, hagel en lage temperaturen trotseren, in een onontkoombare wurggreep. Van de 26 renners achter Reybrouck en Huysmans dragen er liefst zes hetzelfde wit-rode Faema-tricot als eerstgenoemde. Bovendien wil niemand de kolen voor Merckx uit het vuur halen om er vervolgens op de Lange Raarberg alsnog opgelegd te worden door de Kannibaal. Die toont zich in de Amstel Gold Race niet alleen een perfecte bliksemafleider, maar ook een loyale ploeggenoot. De Faema-renners bewaken de belangen van Reybrouck voorbeeldig. Als wederdienst rondt de Belg het werk volgens plan af door Huysmans middels een kort sprintje van de hoogste trede op het podium te houden. Juichen doet de winnaar niet als hij de streep passeert. Reybrouck zal later erkennen dat hij simpelweg te vermoeid was om nog een arm in de lucht te steken. Zesentwintig seconden achter het tweetal spurt Merckx op kinderlijk eenvoudige wijze naar de derde plek. Na afloop zal de kersverse winnaar niet alleen zijn kopman uitgebreid bedanken voor diens onvoorwaardelijke steun, maar ook laten optekenen dat de Amstel Gold Race wat hem betreft het predicaat ‘klassieker’ dik verdient. De koers was immers vele malen zwaarder geweest dan menig gerenommeerde eendagswedstrijd. Het zijn woorden die de koersdirectie in Zuid-Limburg met trots tot zich neemt. De naam Guido Reybrouck mag dan minder tot de verbeelding spreken op de erelijst dan die van Eddy Merckx, de Amstel Gold Race stijgt in 1969 een flinke trede wat betreft aanzien en status.

Je kunt ook de Guido Reybrouck classic rijden. Een ode aan deze grote renner. Meer info: https://guidoreybrouckclassic.be/

Reybrouck 1970

Bekijk ook van Vincent de Lijser

25 december: de verjaardag van Guido Reybrouck (1941)

Guido Reybrouck en de ijskoude Amstel Gold Race van 1969: winnen in de schaduw van Merckx

Wielercultuur

Vandaag jarig! Michel Cornelisse won de Ronde van Luxemburg ’89 maar bleef thuis tijdens de Tour

Wielercultuur