Joop Zoetemelk werd tweede in de Tour, bemachtigde het rood-wit-blauw in Valkenburg en won een rit en het bergklassement in de Vuelta. Het was in 1971 niet voldoende om renner van het jaar te worden.
Nee, de Gerrit Schulte Trofee gaat dat jaar naar een zeer succesvolle baanrenner: Leijn Loeveseijn. In het Italiaanse Varese wordt hij dat jaar wereldkampioen sprint. In twee ritten klopte hij de Belg Robert van Lancker. Over de tweede rit op de buitenbaan van Varese schrijft het blad Wielersport het volgende. ‘In de rit die hem de wereldtitel (verdiend) opleverde, maakte Leijn Loeveseijn de snelste tijd die op het bord werd gebracht (en dat met die wind), namelijk 11,09 over de laatste 200 meter. Direct zorgde Loeveseijn (op kop) voor tempo. Hij demarreerde keihard en al bood Van Lancker weer een te prijzen en in Varese zeker hoog geprezen tegenstand, onze troef won, het verschil was evenwel slechts 10 cm.’
Voor Loeveseijn bleef het bij die ene wereldtitel. Nederland moet tot Theo Bos (2004, 2006 en 2007) wachten voor de volgende sprintkampioen. Wel raar dat Bos met die titels niet minstens eenmaal renner van het jaar wordt; concurrentie van een Zoetmelksiaanse Nederlandse wegrenner (tweede in de Tour!) had hij die jaren in elk geval niet…
- UCI-man springt en juicht voor Jopie - 25/09/2020
- Raad het plaatje - 25/09/2020
- De spreekwoordelijke rode lantaarn - 18/09/2020
Geef een reactie