De laatste februaridagen van 2009 zijn koud en guur. Geen weer om te fietsen door de Belgische Ardennen. In plaats daarvan lonken een mooi hotel, knusse dorpjes en de kalmte van het Vlaamse leven. De wegen zijn uitgestorven, ook al lonkt het wielerseizoen. Op de Markt in Geraardsbergen, aan de voet van de gevreesde muur, is nog niets te merken van enige wielerkoorts. Het geluid van de kerkklokken wordt overstemd door het schelle gejengel van de plaatselijke kermis. Al zouden ze het willen, er kan geen wielrenner langs. Op een bankje doen we ons tegoed aan mattentaartjes, de Geraardsberger lekkernij.
Terug bij ons hotel in Oudenaarde valt me de okerkleurige Volvo op, die even verderop op het trottoir staat. Achter het stuur vierde ooit Molteni-ploegleider Lomme Driessens de vele overwinningen van Eddy Merckx. De Kannibaal heette toen nog gewoon De Zwarte van Tervuren, inclusief bakkebaarden waar die van Bradley Wiggins bij verbleken. De auto is het uithangbord van het Centrum Ronde van Vlaanderen.
Binnen is het stil. Mijn lief is niet in wielerstemming en dus slof ik alleen even door de museumwinkel. Uit de aanbiedingenbak graai ik een paar handschoentjes mee als souvenir.
Bij de kassa leun ik verveeld op de balie tot iemand me komt helpen. Dan komt een klein, geblokt mannetje aangesneld, die me snel een goeiedag wenst en de kassa aanslaat. Het duurt even voor het kwartje valt, maar ik word geholpen door Freddy Maertens. Een groot kampioen, volgens de annalen, maar zoals elke grootheid ook maar een eenvoudig mens. Ik houd mezelf voor dat ik niet snel onder de indruk ben van BN’ers en andere coryfeeën, maar ik weet even niet wat te zeggen. Er flitst een beeld voorbij. Niet de twee regenboogtruien die Maertens won, niet de drie groene truien in de Tour of de eindzege in de Vuelta. Nee, ik zie een verliezende Maertens voor me. Een jaar eerder bekende hij de achtste etappe in de Tour van ’76 te hebben verkocht aan Jacques Esclassan, omdat diens sponsor dreigde af te haken wegens gebrek aan succes. Maertens is een gewillige reddingsboei en steekt grootmoedig de francs in zijn zak. Achteraf blijkt Maertens hierdoor zijn negende ritzege in die Tour te zijn misgelopen. Weg record.
Maar ach, waar zijn records nu eigenlijk goed voor? Maertens is nauwelijks 30 als zijn carrière erop zit. Blessures, gevolgd door financieel malheur en sterke geruchten onder de kop ‘Amfetaminen’. Om zijn leven weer op het juiste pad te krijgen biedt het wielermuseum in Roeselare Maertens een baantje. Hij heeft structuur nodig. En nu is hij een gewone werknemer van het Centrum Ronde van Vlaanderen. Voor 95 euro leidt Maertens je anderhalf uur rond in het ‘belevingscentrum’. Zijn West-Vlaamse tongval maakt de beleving compleet.
Ik reken mijn handschoentjes af bij de wielerkampioen en vraag of hij uitkijkt naar overmorgen. Dan loopt de Markt van Oudenaarde vol met Flandriens voor de Omloop Het Nieuwsblad. Thor Hushovd gaat winnen, maar dat weet nog niemand. Hij verstaat mijn vraag niet en antwoord snel: ‘Ja, tot zaterdag, hè’. Zijn mond mist een paar tanden, besef ik. Ik laat het erbij zitten, groet hem nogmaals en loop richting uitgang.
Het stelde eigenlijk niets voor. Maertens werkt in een museum en ik ben zijn klant. En toch heeft de verbeelding weer haar werk gedaan. Ik neem, hoe klein ook, een verhaal mee terug uit Vlaanderen. En daar gaat het om. De handschoentjes draag ik nog altijd. Ik houd me voor dat ze zo lekker zitten.
- I Am Ted King - 02/07/2013
- Kijk die Kevers fietsen in 2013! (deel I) - 30/01/2013
- Klasbakkazak - 17/08/2012
En zo heeft iedere bezoeker aan het CRvV een verhaal dat klein is voor anderen, maar groot is voor hunzelf. Mijn verhaal is ook klein voor anderen, maar groot voor mezelf.
Mijn vrouw regelde het bezoek aan het Centrum zonder dat ik het wist. Het was mijn verjaardagscadeau. Vanuit Noord Nederland naar Antwerpen om de kinderen achter te laten bij mijn schoonzus en hun neefje en met z’n 2-en verder naar Oudenaarde. Ik heb me een middag gevoeld als een klein jongetje in een grote speelgoedwinkel.
Mijn hand op het stuur gelegd van de fiets waar Cadel Evans wereldkampioen op werd. Natuurlijk op dezelfde plek op het stuur waar Cadel Evans het heeft vast gehouden.
Gekeken naar het shirt van Tom Boonen dat hij aanhad toen hij Parijs-Roubaix won. En ja, het is hetzelfde shirt, want de moddervlekken hebben, wanneer je het vergelijkt met de tv beelden, dezelfde vorm en zitten nog op dezelfde plek.
Het klopt. Freddy Maertens is ook maar een mens en zo zag hij er ook uit, maar ik het herken het beschreven gevoel. En de verbeelding heeft inderdaad zijn werk gedaan.
Het mooiste is eigenlijk dat mijn vrouw, die helemaal niet van wielrennen houdt, toch maar mooi deze dag voor mij heeft georganiseerd.
Bij wielrennen hoort de verbeelding aan de macht te zijn. En je beschrijft dit liefdevol. Misschien maar wat zuiniger op die handschoentjes zijn?
Mooi verhaal.
Herkenbaar ook, had zoiets paar jaar terug in Roeselare. ‘Hé de wereldkampioen zelf’, zei ik verbaasd waarop Maertens rustig en allervriendelijkst reageerde. En de 10 euro in ontvangst nam voor het setje fotokaarten t.g.v. de expo over Flandria.
Haha, mooi dit. Kocht het Briek Brevier in het Centrum van de Ronde en dronk nadien nog een Flandrien biertje in het café. Daar zat ik naast Freddy Maertens. Heb gevraagd het te tekenen, vond hij uiteraard geen probleem. “Met veel sympathie, Freddy”.