Beste Arie,
Het was een beeld waar ik als grote fan van jou en je muziek maar moeilijk mee om kon gaan. Dat ik na een optreden bij je in de kleedkamer kwam om je te bedanken voor je geweldige show – nu de omerta in wielerland doorbroken is, wordt het misschien ook eens tijd om een boekje open te doen over al mijn ‘bedankjes’ in de kleedkamer – en jij dan zielig in een hoekje zat te huilen. Zo’n groot artiest, opeens zo klein.
Tussen je hysterische gejank door zei je dat het allemaal zo oneerlijk was. Soms bonkte je zelfs op de muren en schreeuwde je in onsamenhangende betogen: ‘Die verdomde doping…. huuuuhuuuhu…zoveel gele truien…huhuuuuhuu…niet voor mij…huuuhuhuhuuuuu…’ Mijn held was voor mij op dat soort momenten niets meer dan een ouwe gek met een baard die het naar de bol was gestegen. Heel pijnlijk.
Maar nu Arie, na al die onthullingen uit het USADA-rapport, ben ik je excuses verschuldigd: er zijn jou echt 52 touroverwinningen door de neus geboord.
Alles wat je hebt gezegd, blijkt waar. Jij zou inderdaad 52 keer achter elkaar de Tour de France hebben gewonnen zonder die verdomde doping. Jij zou inderdaad in 1960, op 23-jarige leeftijd, aan je imposante reeks overwinningen zijn begonnen. Jij was inderdaad, ondanks je wat mollige voorkomen, het grootste talent dat de wielersport ooit had gezien. Maar ja, talentloze snaken als Jacques Anquetil en Eddy Merckx zaten tjokvol met doping. En jij wist het niet. Je snapte maar niet hoe een atleet als jij het kon afleggen tegen dat soort prutsers.
Gedesillusioneerd verliet je de wielersport en stortte je op de carnavalskrakers. Later, toen een kwibus als Joop Zoetemelk zelfs de tour won, kreeg je volgens mij al wel vermoedens dat de heren wielrenners het niet op eigen kracht deden. In 1982 schreef je in het lied ‘Polonaise Hollandaise’ de volgende regel: ‘Bij Hoevelaken linksaf!’ Volgens mij bedoelde je daarmee dat jij zonder doping linksaf was geslagen, terwijl het peloton keihard voortraasde over de snelweg van de doping.
Misschien zoek ik er te veel achter.
Feit is wel dat je definitief doorkreeg dat er iets niet in de haak was in het peloton toen je in 2003 op 66-jarige leeftijd nog één keer een comeback maakte en meedeed aan Parijs-Roubaix. Je bereidde je minutieus voor. Zat een hele week lang wel twee uur per dag op de elektrische fiets. At die week maar zes Bossche bollen in plaats van de gebruikelijke twee dozijn. En toch kwam je drie dagen, twaalf uur, 37 minuten en 23 seconden na de winnaar over de finish. Allemaal door die doping. Het huilen begon.
Sorry Arie, dat ik je eerst niet geloofde.
Met vriendelijke groeten,
André van den Ende
- 22 Dingen die ik leerde van mijn deelname aan The Ride Dolomites - 27/09/2018
- Bakker Bauke - 12/07/2018
- 14 Dingen die ik leerde van mijn deelname aan de Maratona dles Dolomites 2018 - 08/07/2018
Jakkie, krijgen we nu telkens van dit soort gebral?