Omdat ik van plan ben Police Academy naar de kroon te steken als het gaat om sequels is hier het derde deel (nog maar vijf te gaan!) van ‘Dingen die ik leerde…’. Na het overweldigende succes van 38 Dingen die ik leerde van het eerste jaar op mijn racefiets en 14 Dingen die ik leerde van mijn deelname aan de Maratona dles Dolomites nu een stukkie over mijn belevenissen over de zesdaagse giro door de Dolomieten die ik van 16 tot en met 21 september reed.

Vol trots presenteer ik het derde (vaak slechtste) deel van de serie: 22 Dingen die ik leerde van mijn deelname aan The Ride Dolomites – een stukje dat overigens ook niet had misstaan op de site van Campinglife.

Ding 1. Ik kan Ding 1 en Ding 2 uit het artikel over mijn deelname aan de Maratona klakkeloos kopiëren naar dit artikel. Voor wie mijn werk niet uit z’n hoofd kent en om onbegrijpelijke redenen nog niet op het linkje hierboven heeft geklikt: ik heb het in Ding 1 over hoe Bob Ross met een paar machtige penseelstrijken de Dolomieten in het Italiaanse landschap heeft geschilderd. A little bit of Dolomite green en tadaaa: het mooiste fietsgebied van Europa is geboren.

Ding 2 ging over de Passo di Fedaia en wat dat voor kutklim het is. Ondanks allerlei platentektoniek en andere geologische gekkigheid was dat twee maanden later nog steeds zo – en de wind stond ook nog steeds vol op de snufferd op dat ellendige lange rechte stuk van 15%.

Ding 2. (Ik snap het, dit is even verwarrend, maar dit is dus Ding 2 van dít lijstje) Carlo is een uitmuntend koersdirecteur en Jacqueline een zeer kundige weervrouw (kan ook bijna niet anders dan met het weer dat we hadden) die ook nog eens een alleraardigst wielerevenement op poten hebben gezet, maar Ding 2 gaat toch echt over de vele vrijwilligers waardoor de deelnemers zich een kleine week lang in de watten gelegde wielerprofs voelden. Speciale dank gaat uit naar Karin, die ervoor zorgde dat ons groepje na vier dagen klammehanddoekleed weer over een droog exemplaar kon beschikken – we weten sinds het boek van Thomas Dekker allemaal hoe belangrijk handdoeken zijn in de wielerwereld.

Ding 3. Ik heb er tijdens één van de etappes eens rustig vijf uur over na kunnen denken, dus ik ben eruit: ik wil later als ik groot ben koe in de Dolomieten worden.

 

Ding 4. Als ze in Barcelona de Sagrada Familia volgende week af willen hebben, moeten ze het op- en afbouwteam van The Ride even bellen.

Ding 5. Je wielerkloffie aandoen in een pop-uptentje moet er van een afstandje uitzien als in je eentje Twister spelen zonder die rode, gele en blauwe stippen. Het is vrij worstelen zonder tegenstander.    

Ding 6. In Ding 6 van van het artikel over de Maratona – waar ik inmiddels zo vaak naar heb gelinkt dat het haast onmogelijk is dat jullie dat nog niet hebben gelezen – gaat het over Het Grote Klimprofielen Complot en hoe de organisatie van de Maratona daar ook deel vanuit maakt. Nou, die van The Ride Dolomites ook. Richard, die elke avond de route van de dag erna met ons doornam, beloofde ons voor de eerste etappe een zogenaamde ‘loper’. In de praktijk was dit een akelig steile klim waarin een stukje afdaling zat dat het algehele percentage wat drukte, met als toetje nog een soort ‘achtbaanklim’ waarin de stukjes omhoog steeds net te lang waren om op de macht op je buitenblad te doen, met alle gevolgen van dien. Gelukkig maakte de dagelijkse droogkomische show van Richard en Carlo alles goed.        

Ding 7. Lek rijden in een afdaling is niet per se goed voor je perzikhuidje. (Ik sla hier wat stappen over, maar een korte samenvatting is: huh, lek? Au! Schaafwond – en dat alles in een tijdsbestek van drie tienden van een seconde.)

Ding 8. Ton uit Brabant kan sneller binnenbandjes vervangen dan ik kan opstaan na een valpartij na een lekke band in een afdaling – en dat deed ik toch ook nog best snel. Nogmaals dank Ton!      

Ding 9. Van Ton naar Tom is het een kleine stap. Mechanieker Tom, die mijn fiets na de val al prima opknapte, stal pas echt mijn hart toen hij tijdens een presentatie over fietsmode (bij de deelnemers) de vloer aanveegde met het fenomeen ‘kniestukken’. Want wat is er zo belangrijk aan dat kleine stukje scheen- en kuitbeen dat we dat per se moeten blijven zien?! Kniestukken zijn de haartjes in het doucheputje van de wielerwereld. Het zweet op de bovenlip van Ron Brandsteder. De onmogelijk open te krijgen blisterverpakking rond je schaar. Zeg nee tegen kniestukken! Alle kniestukken het land uit!

Ding 10. Na een paar dagen fietsen klinkt een pelotonnetje wielrennende mannen in tentjes ’s nachts als een volleerd didgeredoo-ensemble – if you catch my drift.

Ding 11. If you don’t catchte my drift: ik had het dus over snurken (scheten had ook gekund trouwens).

Ding 12. Gelukkig krijg je er ’s ochtends dit soort fotomomentjes voor terug als je je tentje openritst.

 

Ding 13. West-Vlaams klinkt trouwens voor mensen boven de rivieren ook als een didgeredoo.

Ding 14. Het is overigens wel prima rijden met en ook vooral achter West-Vlamingen op een klim. Zelfs zo prima dat je er de laatste kilometer van de klim nog wel even als Cadel Evans in z’n lafste dagen achter vandaan kunt poefen. Nogmaals bedankt Emmanuel!

Ding 15. Nog even over die Fedaia hè… Daar kun je dus maar zo worden ingehaald door een man van middelbare leeftijd op een elektrische mountainbike die fluitend omhoog ‘fietst’. Het is zaak dan rustig te blijven, voor zover dat kan als de weg 15% omhoog gaat.

Ding 16. Om rustig te blijven op dat soort momenten hoef je in de Dolomieten eigenlijk alleen maar even om je heen te kijken, want die Bob Ross is er dus echt flink tekeer gegaan met z’n kwast. Eigenlijk kun je op elk willekeurig moment je telefoon erbij pakken en dit soort foto’s maken.

 

Ding 17. Eiwitshakes, lekker!

Ding 18. Grapje.

Ding 19. Misschien toch niet, want andere deelnemers vulden hun bidon zelfs na de laatste etappe nog met hersteldrank. Zelf koos ik ervoor om gelukzalig aan een fles champagne van 1 euro 59 te lurken – het gevolg was allesbehalve herstel. (Onderstaand zie je overigens een screenshot uit het laatste dagfilmpje dat Cut to Black elke dag (ja goh) maakte.)

 

Ding 20. Na zo’n week fietsen heb je een potentieel Tour de France-winnend ploegske (zoals West-Vlamingen dat zo mooi kunnen zeggen) gevormd, in mijn geval bestaande uit mezelf, Rowan, Joris, Jasper, Joep, Anke (hallo jaren ’80-namen) en onze flamboyante West-Vlaamse kopman Emmanuel. Dank allen, en ook de rest van de deelnemers uiteraard! (En ook nog maar eens een woord van dank aan de vrijwilligers en de crew; je kunt het niet vaak genoeg schrijven)

Ding 21. In je eentje 1200 kilometer in één dag terugrijden (gelukkig met de auto) is even een taaie sessie – zeker de ochtend na een fles goedkope champagne en allerlei Bavik Superpils – maar je hebt veel moois om aan terug te denken. Wat een week!

Ding 22. Ik kan nog steeds niet vrolijk kijken op wielerselfies, terwijl daar toch echt alle aanleiding voor was.

 

P.S. Ik heb dus ook meegedaan aan de Maratona dles Dolomites en daar heb ik ook een stukje over geschreven.

Andre van den Ende