Herman Chevrolet volgde afgelopen nacht het interview van Oprah Winfrey met Lance Armstrong. Dit schreef hij meteen na uitzending.
Wat me in het, tot nu toe, matige interview van Lance Armstrong met Oprah duidelijk is geworden: Armstrong is een personage uit een tragedie van het allerhoogste niveau. Eén van de kenmerken is de bereidwilligheid zijn ziel te verkopen om niets te moeten ontberen in het dagelijkse leven. Om dat te bereiken wil hij graag alle morele principes en ethiek overboord zetten – zelfverrijking zonder rekening te houden met de consequenties voor anderen is een normale zaak. Dit wil zeggen dat hij geen middel schuwt om zijn doel te bereiken. Alles staat in het teken van het hier en het nu: I want it all and I want it now, dat is het devies. Dat kan omdat het personage geen tevredenheid kent, wie content is zal de wereld om zich heen geen kwaad willen aandoen, zal de zondagmiddag soezend doorbrengen. Wie gedreven is zal zonder enig probleem zijn ziel aan de duivel verkopen en de wereld van de duisternis binnentreden – wat de beste keuze is moet ieder voor zich maar uitmaken.
Wat dat betreft is Lance Armstrong een metafoor voor elk mens die zijn zielenheil opoffert voor een hoger streven. Dat wilde hij tenminste toegeven: hij moest en zou een winnaar worden.
In het begin van een tragedie, een genre dat door velen wordt gesmaakt, voelt het personage zich gefrustreerd: hij is briljant, sterk, geniaal – vul de rest zelf maar in – maar kan zijn talenten niet ten volle benutten – om wat voor reden dan ook. Zelf denkt hij dat dit komt door de tegenwerking van mindere geesten of kwaadaardigen. Hij denkt dat hij geen andere keuze heeft dan er zich bij neer te leggen of een of ander middel vinden om alsnog te bereiken waarvoor hij denkt geboren te zijn. Met andere woorden: hij moet een daad stellen, actie ondernemen. Vanaf dan gaan de zaken beter, hij begint te krijgen waarvan hij altijd gedroomd heeft. Tot hij de grens van het morele veel te ver heeft overgestoken en er geen weg terug meer is. Dan begint de neergang, alles glipt hem uit handen. Totale ondergang is het enige dat hem nog rest.
Armstrong is een metafoor voor de mens die ten onder gaat aan zijn streven te presteren wat nog nooit iemand voor hem heeft gedaan.
Dit alles valt natuurlijk nooit een heel leven vol te houden, uiteindelijk komt daar het moment om rekenschap te geven over al het slechte dat hij heeft gedaan, over het kwade dat hij heeft verricht en over de mensen die hij door zijn drang om alles te overheersen te gronde heeft gebracht.
Bijna elke tragedie eindigt dan ook met een openbare biecht. Het personage beseft ten volle wat hij heeft aangericht, maar zelfs dan komt hij niet in het reine. Dat kan hij niet, het realiteitsbesef is volledig verdwenen.
Wat dat betreft kunnen we Armstrong rustig bijzetten in een rijtje klassieke tragische figuren.
- Land van wielrenners: voorjaar - 20/02/2017
- Nieuwe muziek voor #TDF programma’s: deel 2 - 19/07/2016
- Nieuwe muziek voor #TDF programma’s: deel 1 - 08/07/2016
Het soort tragische figuur waarover Herman Chevrolet schrijft, was al eeuwen voor Christus vaste prik bij Sophokles, Euripides en Aeschylos. Zij vonden het begrip hybris uit, de enige zonde die ze kenden, want het christendom was er nog niet. We genieten van hun drama’s – vandaag is het niet anders. Leve de Grieken.
Jarenlang Testosteron gebruiken heeft ook nogal wat effect op het gedrag.
Ik denk dat dat een belangrijk aandeel heeft gehad.
Nee, ik heb niet gekeken naar het interview. Ik kon me niet voorstellen dat het interessant zou zijn. De afvalemmer Lance stonk al zo lang en om nu te zien hoe een slimme mevrouw daar de juridische ongevaarlijke stukjes vuil uit mocht plukken is me geen nachtrust waard. Ook die wel of niet geregisseerde traan kan me gestolen worden. Het dient maar één doel. In de Gelderlander stond eindelijk een cartoon die ik al langer verwachtte: Lance en Oprah, leuk keuvelend en beide verbonden aan het infuus met dollartekens.
Voor wie een beetje geduld wilde hebben (haar website lag een paar dagen plat) is de afscheidsrede van Nicole Cooke zoveel interessanter en ook bemoedigender. Ze neemt geen blad voor de mond, ze weet waar ze het over heeft. Maar weer eens is duidelijk dat deze dame over meer ‘kloten’ beschikt dan de meeste van haar mannelijke sportgenoten.
Voor elke ‘Lance fan door dik en dun’ verplichte kost, want Cooke vertelt iets over de verleiding tot dopinggebruik en hoe daar mee om te gaan. Bijvoorbeeld het verhaal van hoe zij en Lyne Bessette ooit een WK voor damesjunioren verloren van de Canadese renster Geneviève Jeanson. Een paar jaar later werd Jeanson uit competitie gehouden voor een 50% plus hematocrietwaarde. Veel later gaf ze toe al vanaf haar zestiende systematisch Epo te hebben gebruikt. Ze verdiende er veel geld mee en haar aanzien bleef ‘hoe vreemd’ onaangetast. Nu wordt er zelfs een film over Jeanson gemaakt.
Het blijkt maar weer dat het begeleidende circus rondom wielrennen behoorlijk verrot kan zijn. Welk fietsend grietje van zestien verzint het zelf om aan de epo te gaan, en… waar was de journalist die dat gajes rondom haar ontmaskerde?
Coole stond zelf ook bloot aan verleiding. Ze beschrijft hoe ze als negentienjarige in de Tour voor dames bij de ploegleiding werd geroepen: Ze reed steeds slechter en of ze niet iets wilde gebruiken?
‘Nee’ was haar antwoord, daarbij ondersteund door een Franse ploeggenote die ook werd gevraagd ‘iets’ te nemen. Die is ze eeuwig dankbaar. Treffender dan zij kun je het niet zeggen: Team-mates that say “NO” are priceless.
Journalisten openbaren zich ook vaak als ranzige opportunisten die voor een goed verhaal de hele wereld aan elkaar liegen en bedriegen. Of zwijgen. De enkeling die wel zijn nek uitstak (ze noemt zelf Paul Kimmage, maar we moeten ook David Walsh en Pierre Ballester niet vergeten) werden bedreigd met rechtszaken door de UCI of hoon van collega’s. Ondertussen blijven de trouwe fans van Lance onverminderd de andere kant opkijken. Hun drang tot juichen lijkt onstilbaar.
Het adembenemend bewonderen van de massa heb ik wel eens de grootste schuldige van de geschiedenis genoemd. Nooit hoeven ze zich te verantwoorden voor een of ander tribunaal, in plaats daarvan koesteren ze zich in het slachtofferschap.
De verleiding is groot om vergelijkingen te trekken met de juichende massa’s die aan de wieg stonden van oorlogen en massamoord. Tenslotte gaat het hier maar om sport en gepleegde diefstal met daaroverheen de schijn van berouw. Maar wees ervan overtuigd; al die ellende komt uit dezelfde onderbuik.
Cooke typeert prachtig die zogenaamde spijtbetuigers, de slachtoffers van een metier en eerzucht, de Hamiltons van deze wereld: All these “born again” champions of a clean sport. They could be more accurately described as criminals who stole other’s livelihoods who are only ever genuinely sorry about one thing – they are very sorry they were caught.
Mevrouw Cooke moet niet verloren gaan voor de sport. De UCI zou haar binnen moeten halen en ik heb ook een idee voor haar allereerste daad: Per omgaande het erelidmaatschap van Hein Verbruggen in dezelfde prullenbak kieperen van waaruit Oprah de ranzige resten van een Lance ‘Geständnisch’ plukte.
Beste,
Ik juich uw vermogen tot het verwoorden van uw misnoegen met de meeste oprechtheid die ik in me heb toe. Tegelijkertijd is het zuur vast te stellen dat u met dit commentaar alle gelijk van de wereld hebt. Deze gedrogeerde charlatan moet en zal gerehabiliteerd worden, lijkt het..
U heeft uiteraard overschot van gelijk. Mensen hebben altijd een vrije keuze. Sommige maken juiste keuzes, andere doen dat niet. Dat geldt en gold overigens ook voor de ploegmaats van Armstrong.
De keuze om het spel eerlijk te spelen, zou inderdaad betekenen dat ze hun wielercarrière konden vergeten. Dopinggebruik levert inderdaad oneerlijke voordelen op. Mannen als Riis, Lefevere, … zitten ondanks alles nog steeds op hun troon.
Enkel dit: zo is het in elk domein van de samenleving. Niet enkel in het wielrennen, niet enkel in de sport. De grote bedriegers winnen, sommige kleine bedriegers worden opgeofferd, de eerlijke mens is de klos.
Ik bewonder mensen als Nicole Cooke of Edwig Van Hooydonck om hun standvastigheid. Nog meer bewonder ik de “kleine garnalen” die aan hun eerlijkheid niets hebben overgehouden, of tenminste geen geld en geen eeuwige roem.
Maar. Een schoon geweten, zou dat in een mensenleven niet meer waard kunnen zijn dan een geschonden gouden voetstuk? Ik weet welke keuze ik zou maken.
Ik heb genoten van de koersen die Armstrong won. Altijd met voorbehoud, want ik was geen idioot. Daar is niets aan veranderd. Ik hoef Lance niet op te hemelen noch af te branden. Ik hoop dat hij ’s nachts kan slapen zoals ik dat kan. Niet meer, niet minder.
Hoe fout het ook moge klinken, ik snap Lance zijn beweegredenen wel. In deze sport ligt de druk zo enorm hoog! De juichende massa wil steeds meer en meer, records moeten gebroken worden! Bovendien zijn er tig anderen die net zo schuldig zijn maar nu hun mond houden. Dat zijn de echte charlatans. In mijn opinie moeten ze gewoon alle doping legaal maken zodat iedereen alsnog een gelijke kans heeft. Wie weet leert de medische wetenschap er nog wat van en kan er nuttig onderzoek gedaan worden.
Herman ’s beschrijving van tragische held past precies op Willem Holleeder. Alleen heeft die het nog niet verder gebracht dan Twan Huys.
Zie ik een parallel met Shakespeare’s MacBeth?