Fietsen langs het parcours van onze helden is iets wat u als wielerliefhebber bekend zal voorkomen. De hordes Nederlanders die je moet ontwijken op Alpe d’Huez, de liefhebbers die elk jaar de kasseien van Parijs-Roubaix schoonpoetsen. Pure liefde.
Zelden zal er een mogelijkheid zo in mijn schoot zijn geworden als de tijdrit zaterdag in Utrecht. Een stukje Tourhistorie (Tom, je kan het!) van de nabije toekomst. Maar ook een route die zoveel zegt over de stad waardoor we fietsen. En dus vertrok ik vanochtend voor die kleine 14 km.
De Tour begint dit jaar in een straat die naar een Truus genoemd is. Dat is misschien wel een ode aan Louis van Gaal, maar ook heerlijk Hollands. vervolgens rijden we in een onbekend stuk Utrecht, achter de Jaarbeurs. De straten heten naar militairen, want ooit lagen hier kazernes. Het is een stuk Utrecht waar de Domstad sinds het verdwijnen van het leger eigenlijk nooit raad mee heeft geweten. Het heet dan ook Transwijk. Alsof de plek zelf geen bestaansrecht heeft. De Tour stopt voor niemand. Zeker niet hier. Maar de rotondes staan al vol met viptenten, dus getuigen genoeg.
Op weg naar de stad rijden we vervolgens via de Balijelaan (Hé, sneller dan Herman van de Zandt, dank Strava) naar de laan van onze grootste dichter. Hier is de semi-officiële Het is Koers-kijkplek (‘De Mart venue’) zaterdag.
We kruisen het spoor bij het Station Vaartsche Rijn, ideaal gelegen om de hordes Tourliefhebbers uit de laden. Helaas, in een typisch Nederlandse bezwaarprocedure is besloten dat het station pas volgend jaar in gebruik kan worden genomen.
Zigzaggend begeven we ons vervolgens naar het Ledig Erf, bekend van het Utrechts Tourfilmfestival deze week, en pleisterplaats van vele Utrechtse wielrenners. zij beginnen hier vaak hun zaterdagse rondje.
Vervolgens gaan we op naar het stadion van FC Utrecht. Ik ben nu al benieuwd hoe onze Vlaamse commentaarvrienden deze toch ietwat tragische club gaan beschrijven. Met hun doordouwer Stijn Vreven in de hoofdrol. Hier staan nu al de teambussen geparkeerd.
Een renner die wel eens een boek leest wordt al snel de Professor in het wielerpeloton. Maar onze Bauke (zes boeken mee per grote ronde) mag toch geïnspireerd worden doordat hij nu op de Weg tot de Wetenschap mag rijden. Van links ziet hij dan dan één van de fietsroutes van Utrecht opdoemen. Helaas voor hem zal hij minder roedels studenten op weg naar de universiteit aantreffen dan ik op deze zonnige woensdagochtend.
Als we bij de Uithof aankomen heeft de organisatie knap gebruik gemaakt van een braakliggend stuk land waar de universiteit nog geen mega-leerfabriek heeft neergezet. De Sorbonnelaan is nu een 300 meter lang vipterras waar wat omstanders vertwijfeld rondlopen. Een eenzame schoonmaker haalt het zand voor de vierde keer vandaag weg…
Vervolgens duiken we chique Utrecht-Oost in via de beroemde Berenkuil, waar fiets en busbaan ondergronds gaan. De organisatie heeft hier net als bij de Giro slim gebruikt gemaakt van de vele busbanen die de Domstad rijk is. Immers, wegen waar je alleen zelf over rijdt, die kun je makkelijk afsluiten.
De Biltstraat, ooit het werkterrein van de Gooische Moordenaar, passeer je snel, om vervolgens langs de Singel om de vele lunetten heen te laveren. Hier ontdek je een ander vreemd iets.Utrecht heeft alle vluchtheuvels verwijderd, om botsingen als in Den Bosch 1996 te kunnen vermijden. Ze zijn trouwens ook in druk gevecht met de Eikenprocessierups, nog zo’n plaaggeest van toen. Veel speeltuintjes zijn afgesloten met rode linten van de ongediertebestrijding, ook hier is het vele groen vol tenten gezet.
En dan gaan we een stukje dubbelen (Vondellaan, Balijelaan) om via een knik op de Croeselaan te komen. Ooit stond hier bierbrouwerij de Croese. maar nu is deze laan na Giroetappe-aankomst ook de finish van de Tourtijdrit. Welke laan kan dat zeggen? Zeker omdat de gemiddelde Utrechter daar eigenlijk nooit komt. Het is immers de andere kant van het spoor.
Ook dat verandert. Het Jaarbeursplein heeft nu mooie ‘Spaanse Trappen’ met daaronder een van de grootste en modernste fietsenstallingen van Europa. Een mooier eer dan daar finishen kon Prudhomme niet bewijzen aan één van dé fietssteden van de wereld.
Geef een reactie