Van alle truien in de Tour vind ik de witte het allermooist. De groene trui zou zogenaamd voor de beste sprinter zijn, maar kan gewonnen worden door nauwelijks een etappe te winnen. De bolletjestrui, laat me niet lachen. Een kwestie van aanvallen in de juiste etappes en hopen dat de overige avonturiers in de kopgroep je wat gunnen. Het zegt genoeg over beide truien dat beide truien door één en dezelfde persoon gewonnen kon worden. Alsof iemand (behalve Merckx) in zijn carrière zowel de beste sprinter als de beste klimmer van een Tourpeloton kan zijn.
De witte trui is zelfs mooier dan de gele trui. De gele trui is een noodzakelijk kwaad, omdat nou eenmaal aangegeven moet worden wie er eerste staat in het algemeen klassement. Waar alle andere truien gewonnen kunnen worden door het hele peloton, is de witte trui slechts haalbaar voor dat deel van het peloton dat niet te oud is. Waar andere truien jaren achtereen door dezelfde renner gewonnen kunnen worden, heeft een jongere renner slechts een aantal jaar de kans om de witte trui te winnen. Daarna moet de renner die strijd overgeven aan nieuwe hemelbestormers. Een trui die daarmee exclusiever is en daarom meer bijzonder dan de overige truien.
Wit is ook als kleur mooier dan de overige truien. Geel is ordinair. Geel is een commercieel gekozen kleur, ooit opgelegd door de krant die op dezelfde kleur gedrukt werd. En sinds dit jaar een handig marketinginstrument voor een supermarkt. Het wit daarentegen draagt veel meer symboliek. Wit, de kleur van maagdelijkheid en reinheid. Van een carrière die nog niet getekend is door ongeluk en misère. Een tabula rasa waarop een groot palmares geschreven kan worden.
Geschreven kán worden.
Voor wie de witte trui wint, ligt namelijk niet altijd een casino online prachtige carrière in het verschiet. Zoals Frank Heinen al zo mooi schreef in Soigneur doet de meerderheid van de jongeren een belofte die niet in de lossen valt. Dat is wat de witte trui ook zo mooi maakt. De gele trui schittert altijd maar de witte trui is een trui met twee gezichten. Die twee gezichten kwamen gisteren op verschrikkelijke manier dicht bij elkaar.
Even leek Tom Dumoulin het pad omhoog van de witte trui te volgen. Eerst mocht hij de trui dragen, zonder dat die echt van hem was. Als surrogaat-drager toonde hij zich een dag later waardig om de nieuwe eigenaar te worden. Regen en wind besmeurde het hagelwit tenue, maar als beloning was daar aan het eind van de dag een fonkelnieuwe witte trui, die alleen van hem was. Een prachtige opbouw die gisteren naar een nieuw hoogtepunt had moeten leiden.
Hád moeten leiden.
De witte trui toonde zich gisteren van haar andere kant. En wel op de lelijkst mogelijke manier. Niet alleen waren zijn kansen op de stap naar het geel verkeken, maar Dumoulin moest noodgedwongen de Tour verlaten. Het enige moment dat hij nog heel even dichtbij het geel was, was toen Cancellara naast hem in de berm zat. Lichtelijk groggy van de medicijnen legde hij ’s avonds uit wat er voorgevallen was. De witte trui droeg hij nog. Het echte exemplaar had inmiddels nieuwe schouders gevonden. Hij was een anachronisme geworden in zijn eigen horrorfilm.
Maar gelukkig is Tom nog jong. Zo jong dat hij volgend jaar nog steeds mee mag dingen naar die prachtige witte trui. Hij zal de hemel opnieuw bestormen. Laten we hopen dat er dan wel een engeltje op zijn schouder zit. Een wit engeltje. Om de trui om zijn schouders te houden.
Mooi vergelijk met de andere truien en perspectief voor volgend jaar.
Het winnen van zowel groen als bollen is desondanks uiterst zeldzaam. Enige voorbeeld dat ik (buiten Merckx) zo snel bedenk is Jalabert. Maar daar zaten jaren (met een legendarische crash en compleet nieuwe carrièrepaden) tussen.
Maar inderdaad een zeer toffe trui, waar soms best meer aandacht aan gegeven mag worden.