Ik ben op een van de laatste bladzijden van het boek ‘Anders’ van en over Stef Clement en moet aan Jan Willem van Schip denken.
Clement mist in het huidige peloton ‘creatieve en eigenzinnige geesten’, stelt hij. ‘Daardoor verdwijnen de characters die het wielrennen juist zo mooi maken, die de sport verkopen en het een groter publiek populair maken’.
Eigenzinnige Peter Sagan mag, vooral omdat hij zo goed is, bij een World Tour-ploeg rijden maar aan veel andere opvallende renners is dat niet besteed.
Neem Jan Willem van Schip. Hij valt aan wanneer je het niet verwacht. Wordt teruggehaald. Valt nog een keer aan, en nog een keer. Wint ook niet misselijke koersen. En aan de finish heeft hij, winst of niet, ook nog eens zijn woordje klaar. Met ‘doorgesnoven junkie-style’ werd hij bekend en daarmee iemand die je als journalist maar al te graag voor de camera wilt hebben.
Ik zat hard na te denken met wie ik deze bijzondere subtopper kon vergelijken. Met welke renner? Bram Tankink had ook leuke teksten maar won nauwelijks, Ludo Dierckxsens kon aanvallen en was ook niet helemaal normaal en Gerben Karstens haalde in en buiten de koers ook allerlei fratsen uit en heeft ook een aardige erelijst.
Als evenbeeld kom ik echter uit bij Dries van Wijhe. De schaatser en wielrenner was een aanvaller, had branie, reed eens een deel van een criterium op een ouwe damesfiets en had na afloop verhalen.
En, niet onbelangrijk, Dolle Dries kon ongelofelijk hard fietsen en schaatsen.
Kortom: Dat is wel een beetje Van Schip. Waar Van Wijhe ooit een criteriumseizoen lang met een vst verzet reed, maakt Van Schip met zijn smalle stuurtje ook een bewuste materiaalkeuze. Verzeild
Bij grote profwielerploegen reed Van Wijhe niet, maar dat lag ook een beetje aan hemzelf. De gelovige wielrenner voelde niks voor werken (dat wil zeggen wielrennen) op zondag, en deed dat dan ook niet. Als amateur en landarbeider kon hij volgens mij ook redelijk rondkomen.
De grootste ploeg van Jan Willem van Schip is tot nu toe Roompot. Leuk en mooi en hij kon zich, met succes, tonen in bijvoorbeeld Gent-Wevelgem , Ronde van Belgie en de Eneco Tour.
Maar hoe nu verder? Van Schip gaat naar BEAT, een mooie ploeg, zeker omdat de parttime baanrenner volgend jaar Olympische ambities heeft.
Maar toch vind ik die move naar BEAT een beetje jammer. Jammer dat ploegen als Jumbo-Visma en Sunweb, en andere ploegen, geen plek hebben voor zo’n eigenzinnig projectiel. Het is de tijd – het is de professionele manier van wielrennen – met kopmannen en helpers, waarin we verzeild zijn geraakt.
Ik snap de keuze van onder andere Jumbo maar begrijp het tegelijkertijd niet… Een renner en bijzonder persoon als Van Schip is voor een sponsor toch een cadeautje? Zonde dat we ‘m komend jaar waarschijnlijk niet gaan zien in bijvoorbeeld Gent-Wevelgem.
Tja, dan maar eerst die Olympische baantitel…
- UCI-man springt en juicht voor Jopie - 25/09/2020
- Raad het plaatje - 25/09/2020
- De spreekwoordelijke rode lantaarn - 18/09/2020
Geef een reactie